Overnachten en kamperen
Voor het vinden van hotels en pensions ga je best terecht bij de toeristische diensten. De grotere gemeenten hebben vaak een website waarop je logementen vindt. Voor wie het niet zo luxueus hoeft te zijn maar vooral budgetvriendelijk, raad ik aan om Gilbert’s List te raadplegen. In deze lijst vind je alle goedkope overnachtingsplaatsen in Wallonië en omstreken, nabij GR- en fietsroutes. Meer info over de Gilbert's list op Wegwijzer (versie 2022).
Het is in België officieel verboden om wild te bivakkeren. In de praktijk gebeurt het maar houdt er rekening mee dat als je betrapt wordt, je je mag verwachten aan een aardige geldboete. Je materiaal kunnen ze in principe niet afnemen, enkel op het verzoek van de procureur. Hou je bivak discreet en met respect voor de natuur: kleine groep, bivakplaats onzichtbaar vanop een auto- of bosweg, geen vuur, stilte bewaren, bivakplaats netjes houden en niet vissen of jagen. Hou je aan de principes van ‘leave no trace’!
Wie de drukte van een camping wil vermijden, kan altijd bij een boer of iemand anders aanbellen met de vraag of je je tentje mag opzetten op zijn terrein. Je moet een beetje geluk hebben. Geef aan dat je met een meerdaagse tocht bezig bent, de volgende ochtend weer vroeg op stap gaat en alles proper zal achterlaten.
De meeste campings in Vlaanderen zijn residentieel en liggen bovendien erg verspreid. In Vlaanderen en Wallonië zijn er enkele tientallen "bivakzones" waar je gratis je tentje kan neerpoten voor 1 à 2 nachten. Een aantal bivakzones zijn ondertussen gesloten (net als de meeste Nederlandse Paalkampeerterreinen), in de andere moet je meestal online aanmelden. Op de website van bivakzone.be vind je heel wat interessante tochtvoorstellen waar je gebruikt maakt van de vele bivakzones die ons land intussen rijk is! We schreven ook een artikel met een overzicht van de regels op een bivakzone.
Wallonië is relatief goed uitgerust met campings, al liggen ze soms niet op dagafstand van elkaar, zeker in minder toeristische regio’s. Sommige campings hebben een speciaal trekkersveldje en aangepaste (goedkopere) forfaitprijzen voor trekkers. Op andere campings ben je eerder wat een buitenstaander tussen de vele stacaravans. Tracht op zo’n camping een prijs te bedisselen als ‘trekker’ want je hebt immers geen auto mee en je kan evt. de tent kwijt op een verloren hoekje. De meeste zijn open tussen Pasen en Allerheiligen maar soms is die periode korter of is de camping het hele jaar open.
Nog enkele leuke initiatieven voor bivakkeren:
Openbaar vervoer
Je kunt heel wat bestemmingen met het openbaar vervoer bereiken. De belangrijkste toegangspoorten per gebied staan beschreven bij de wandelgebieden. Met de auto kan je uiteraard overal naartoe. Parkeren is in de kleine dorpjes soms wat moeilijker, tracht een plekje te vinden waar je uit de weg staat.
Wie met de trein wil reizen, raad ik aan om via internet te achterhalen wat de goedkoopste reisformule is. Met een Standaard Multi (= rail pass) heb je 10 ritten die je het ganse jaar kan gebruiken, wie jonger is dan 26 jaar gebruikt een go pass. Wie heel weinig reist, kiest beter voor een weekendbiljet. In de kerstvakantie kan je voor een weekendtocht gebruik maken van het nog goedkopere shoppingbiljet. Al deze formules zijn een stuk goedkoper dan een gewoon biljet! Meer informatie op www.nmbs.be.
Soms kan je niet overal met de trein geraken, en dan neem je de bus. In Vlaanderen is dat De Lijn, in Wallonië de TEC. Op beide sites vind je een routeplanner die zowel trein, bus, tram, metro afdekt. Een alternatief voor openbaar vervoer is BlaBlaCar. Dit platform brengt particuliere bestuurders en carpoolers met elkaar in contact. Zo kunnen bestuurders en carpoolers reizen naar een bepaalde stad of regio en worden de kosten gedeeld. Het voordeel is dat men op andere locaties kan reizen dan het reguliere openbaar vervoer, maar het grote nadeel is dat je afhankelijk bent van het aanbod van bestuurders.
Een overkoepelde routeplanner voor openbaar vervoer is de smart mobility planner.
Beste periode
Door zijn gematigde klimaat, kan je het hele jaar door op stap in België. Elk seizoen heeft zijn eigenheid. Op de Ardense hoogtes is het altijd een stuk frisser dan in Vlaanderen, behalve in het uiterste zuiden, waar de lager gelegen kalkgronden van de Gaume soms voor de warmste temperaturen van België zorgen. Hou het weerbericht in de gaten via www.kmi.be.
Van december tot maart kan er sneeuw vallen, al blijft die meestal niet lang liggen. Op de hoogste Ardennentoppen is de kans wat groter dat de winterpret een tijdje aanhoudt (lees: 1-2 weken als het koud blijft). Je hebt geen extra uitrusting nodig. Waterdichte schoenen en gamaschen (of getten) zijn dan wel aan te raden. Als er uitzonderlijk veel sneeuw ligt, kan je eventueel met sneeuwschoenen wandelen. Een tocht door de Hoge Venen vraagt extra aandacht: je moet in de winter voorbereid zijn op mogelijke aanwezigheid van mist, guur weer en lage gevoelstemperaturen (die aanzienlijk kunnen afwijken van de officiële).
Stappen door sneeuw en moerassige hoge venen in de winter. (Bron: David Capelle)
Bewegwijzering en paden
De bewegwijzering voor GR's (Grote Routepasen) is gelijklopend als die in Frankrijk en Nederland en duidt zowel het juiste als foute pad aan:
- Wit-Rode markeringen duiden op lange-afstandspaden, die verschillende regio's (soms zelfs meerdere landen) doorkriusen
- Geel-Rode markeringen duiden op meer lokale tochten
De ervaring leert dat de markering bijna uitstekend is, al kan een recente boskap er wel voor zorgen dat de witrode tekens even weg zijn. Vrijwilligers onderhouden de route op regelmatige basis. De organisaties (vzw’s) die deze routes in België uitwerken en onderhouden zijn Grote Routepaden in Vlaanderen (Nederlandstalig) en GR Sentiers in Wallonië. Op beide websites vind je meer informatie over alle routes incl. parcourswijzigingen tegenover de gepubliceerde topogidsen.
GR-bewegwijzering vind je vaak terug langs paden, beschilderd op bomen of paaltjes.(Bron: https://blog.europ-assistance.be)
De wandelknooppuntnetwerken van Toerisme Vlaanderen zijn vlot met elkaar te verbinden via duidelijke wegwijzers. Het volstaat om de nummers te volgen, in volgorde van jouw gekozen wandeling.
Deze welbekende wegwijzers van het Wandelknooppunten netwerk Vlaanderen, kom je heel vaak tegen langs wegen en paden.
Kaarten en topogidsen
Topografische kaarten
In Belgie kan je eenvoudig aan de slag met de officiële topografische kaarten (ook wel 'stafkaarten' genoemd) van het NGI (Nationaal Geografisch Instituut).
Je kan deze kaarten voor een specifieke regio bestellen op de website van het NGI zelf, maar ook de meeste buitensportzaken verkopen deze kaarten, zij het vaak met een beperkt aanbod (sommige kaarten zijn populairder dan andere).
Let er steeds op dat de kaart die je aanschaft een zo recent mogelijke versie is. Zeker in Belgie, waar continue bosbouw zorgt voor het verdwijnen of verplaatsen van bestaande paadjes, of het ontstaan van nieuwe.
Voor wandelaars zijn vooral de kaarten Topo25 / Topo20 van nut met schaal respectievelijk (1:25.000 en 1:20.000).
De vorige generatie kaarten werd opgesteld in schaal 1:20.000, maar deze wordt niet meer geproduceerd. Sinds 2016 publiceert het NGI de nieuwe Topo25-kaartenreeks op schaal 1:25 000, waarvan de productie over 6 jaar wordt gespreid.
Op deze handige online viewer kan je raadplegen voor welke regio er een nieuwe (1:25.000) of oudere (1:20.000) kaart beschikbaar zijn.
Voorbeelden van een recentere 1:25.000 kaart (links) vs. een verouderde 1:20.000 kaart (rechts)
Toeristische kaarten
De toeristische kaarten van het NGI bevatten naast nagenoeg dezelfde topografische informatie van de topo-kaarten, ook aanduidingen van populaire wandelwegen, fietswegen of nuttige toeristische locaties.
Links: Topografische kaart van het NGI. Rechts: Toeristische kaarten van het NGI. Beide varianten zijn heel bruikbaar voor nauwkeurige oriëntatie
Ook lokale toeristische diensten reiken je graag hun eigen toeristische kaarten aan. Deze kaarten bevatten echter niet steeds heel nauwkeurig de topografische informatie en ze zijn vaak ook van een andere schaal, waardoor ze niet echt bruikbaar zijn om nauwkeurig te oriënteren, of om met een kompas te werken. Ze richten zich op occasionele dagwandelaars, duiden vooral 'hun' wandeling(en) aan met toeristische highlights en foto's onderweg, en zijn vaak aangevuld met enkele advertenties van lokale handelaars en organisaties.
Tip:
Print jouw eigen topografische kaart op maat (in poster): handig voor het organiseren van events of wandelingen met jeugdgroepen. Zo vermijd je dat je verschillende kaarten moet aanschaffen, omdat je gewenste wandeling net niet binnen 1 kaart loopt.
Topogidsen
Van quasi elke GR vind je topogidsen waarin kaartfragmenten, een routebeschrijving en veel praktische informatie is opgenomen.
Er bestaan geen gedetailleerde stafkaarten met GR-paden in België. Enkel op toeristische wandelkaarten worden ze aangeduid maar dergelijke kaarten zijn gemaakt voor een toeristische wandelregio en zullen nooit de volledige route afdekken. Als je geen topogids meeneemt, zal je moeten vertrouwen op de bewegwijzering op het terrein en kan je gebruik maken van stafkaarten van het NGI (1:20.000) als back-up (zonder aanduiding van de GR-route).
Bevoorrading en water
Mogelijkheden tot herbevoorrading hangen wat af van het aantal inwoners en het toerisme. Vlaanderen is een stuk dichter bevolkt en dus zijn er meer bevoorradingsmogelijkheden. In Wallonië is dat al heel wat minder omdat de dorpen niet zo groot zijn en verder uit elkaar liggen. Cafés en restaurants zijn er vaak wel nog. In toeristische regio’s zijn er meer voorzieningen vb. in de vallei van de Semois. Ook de openingsuren variëren, zeker in het weekend.
In topogidsen van GR-routes staat vermeld waar je kunt bevoorraden. Opgelet: soms is die informatie verouderd! Het beste wat je kunt doen is contact opnemen met toeristische diensten van gemeenten of zelf naar de winkel bellen om de openingsuren te weten.