De GR16 loopt van de bron in Aarlen tot aan de monding van de rivier nabij Monthermé in Frankrijk. Het is de ideale leidraad om de Semois te leren kennen. Pas vanaf Florenville wordt de route echt interessant, dan wordt het terrein heel geaccidenteerd. De GR duikt geregeld in en uit de vallei zodat de hoogteverschillen serieus oplopen. Onderschat de tocht dus niet, na 20-25 kilometer op één dag zul je al behoorlijk verzadigd zijn. Sommige uitzichtpunten behoren tot de wildste en mooiste in heel België. De laddertjes ‘Les Echelles’ nabij Rochehaut zorgen voor wat extra avontuur.
Een interessante doorsteek is de oude spoorweg L163 van Bertrix tot Muno. Deze oude spoorweg valt uiteen in drie stukken : net ten zuiden van Bertrix een zone met oude leisteengroeves, dan het doorkruisen van de Semoisvallei met een hele reeks tunnels en viaducten (waarvan sommige nu afgesloten) en dan in het zuiden bij Muno en St-Cécile een vlakker stuk dat veranderd is in Ravelfietspad. Er zijn plannen om ook andere stukken als fietspad in te richten. Wie van avontuur in lost places houdt, zal dit verslag van Luc Selleslagh ongetwijfeld interessant vinden: http://www.trekkings.be/L163Avoorstelling.htm.
Veel kleine zijvalleien van de Semois en de uitgestrekte bossen ten zuiden en ten noorden van de Semoisvallei blijven onbekend bij de toerist en worden ook niet gepromoot via padennetwerken of dergelijke. Wie wat zin heeft voor avontuur kan hier met de stafkaart in de hand zijn eigen parcours uitstippelen en verrast worden door de eenzaamheid, de valleien die omgevormd zijn door bevers, de plotse ontmoetingen met herten en reetjes.