De Semois mondt onder de naam Semoy uit in de Maas in Frankrijk, nabij Monthermé. In dit grensgebied zie je amper nog een wandelaar terwijl het niet moet onderdoen voor de Belgische Ardennen. De hoogteverschillen blijven best groot en de uitzichten interessant.
De meest gekende route door het gebied is de GR16. Die volgt de kronkels van de Semois van de bron in Aarlen (België) tot in Monthermé (Frankrijk). Na Monthermé loopt de GR16 nog een stuk verder tot Lac de Veilles Forges ; daar kan je via de GR12 de Ardennen verlaten richting Viroinval.
De Franse Ardennen strekken zich ook nog een stuk uit buiten de Semoy-vallei en ook aan de overkant van de Maas. Dit stuk is heel erg afgelegen ; behalve jagers in de herfst zie je in deze uitgestrekte bossen haast niemand. Er ligt geen enkel gemarkeerd pad. Je kan er tientallen km dwars door de bossen of op de rand van de diep ingesneden Maasvallei lopen zonder één dorp of huis tegen te komen.
In de omgeving van Fumay kan je een hele reeks oude leisteengroeves en -mijnen verkennen. Deze zijn nu grotendeels verlaten en gaan terug op in de natuur.
De Franse Ardennen zijn eigenlijk alleen het noordelijke stukje van het departement 08 Ardenne : het stuk ten noorden van de as Charleville - Sedan. Tussen die twee steden kronkelt de Maas door een dichtbevolk licht heuvelachtig gebied. Ten zuiden ervan ligt opnieuw een bebost gebied, les Crêtes Préardennaises.
De Franse Ardennen zijn ideaal voor een lente-trekking. Omwille van de jacht wordt een trekking in de herfst afgeraden.