Overnachten en kamperen
Hotels. Naast de gewone hotels in de dorpen heeft Zwitserland een aantal berghotels. Sommige zijn op retour, andere zijn met veel smaak en liefde gemoderniseerd of gerestaureerd. Hotels in bergdorpen en zeker berghotels hebben naast de gewone kamers bijna altijd een slaapzolder (“Dortoir” / “Matrassenlager”, “Touristenlager” of kortweg “Lager”) met prijzen die vergelijkbaar zijn met een gewone berghut (25 - 35 CHF voor een nacht / 50 - 60 CHF voor halfpension).
Berghutten. Er zijn honderden berghutten in Zwitserland. Ca. 150 of minder dan de helft zijn eigendom van de CAS / SAC (Club Alpin Suisse / Schweizer Alpen-Club). Je krijgt er een korting als lid van Hiking Advisor of een andere KBF-club. Daarnaast zijn er ook veel private hutten. Deze zijn eigendom van de gemeente, van een familie, van een ski-club enz. De meeste berghutten zijn bemand tussen half juni en half september (zomer) en in sommige gebieden ook in het tourski-seizoen ; sommige hutten, vooral in middengebergte (bv. Jura) zijn alleen open in het weekend. CAS / SAC hutten hebben altijd een ruimte met enkele bedden en wat rudimentair kookmateriaal die open blijft buiten het seizoen (“local d’hiver” - “Winterraum”). Voor private hutten is dat vaak niet het geval. Zoals steeds kijk je als bergwandelaar best na of het gaat om een berghut die focust op alpinisme (daar loopt de wekker al af om 3 of 4 ‘s morgens) of die zich vooral richt op wandelaars.
Een laatste categorie zijn onbewaakte berghutten waarvoor je vooraf de sleutel moet ophalen. Deze zijn volledig ingericht, maar je moet er zelf koken en opruimen. Niet erg praktisch voor hikers op doortocht, maar wel heel gewoon voor Zwitsers die een weekendje de bergen intrekken.
Capanna Corno Gries, een ideale hut voor trekkers. Combineert de robuuste oude SAC-stijl in natuursteen met een uitbreiding in futuristische stijl die bij nieuwe hutten gebruikt wordt.
Bivakhutten. Dit zijn kleine hutten, met slechts enkele slaapplaatsen (of zelfs dat niet) en een minimum aan andere voorzieningen. In de Zwitserse Alpen tref je deze veel minder aan dan bij de Italiaanse of Franse buren. In de hoge Jura zijn ze wel heel aanwezig. Strikt genomen zijn ze alleen bedoeld als noodopvang maar de nacht doorbrengen wordt zonder meer aanvaard als ze niet in gebruik zijn door bv. bosarbeiders.
Bivakhut “Abri du Bon Accueil” op de Mont Tendre (Jura). Gebaseerd op een afgedankte bus. Chris McCandless achterna. Er is een houtkachel en een piepklein keukentje.
Campings. Campings zijn er in alle maten en soorten. Je kijkt best uit naar campings die zich specifiek richten op trekkers met fiets, te voet of met de motor. Die vind je vaakst langs de grote paswegen of in de hoogste dorpen van valleien die bij alpinisten populair zijn (bv. Wallisser 4000’ers).
Bivakkeren. Je tentje opzetten op een droomplek in de natuur : het mag tenzij waar het niet toegestaan is omwille van lokale regels. In beschermde natuurgebieden is het bv. verboden. Dit is het soort diversiteit waar Zwitsers pragmatisch mee omgaan. Zie SAC / CAS : bivakkeren zonder kater eventueel gecombineerd met zones met bivakverbod op alternatives Wanderen.
Schlafen in Stro - Dormir sur la Paille. Een 150 boerderijen bieden een slaapplek op de hooizolder aan. Gewoon een platform met wat strobalen, en je kan je matje en slaapzak uitrollen tegen een kleine vergoeding. Uiteraard is er een proper sanitair - dit is Zwitserland. Vaak wordt een ontbijt met eigen producten aangeboden.
Kloosters. Een veilige slaapplek aanbieden op de bergwegen was lange tijd een taak die door kloosters werd opgenomen. Voor een stuk gaat dit terug op de middeleeuwen, waarbij deze cols een essentiële schakel waren voor de pelgrimspaden richting Rome. Ook de moderne pelgrim die al wandelend herbront en de stadsstress achter wil laten, kan in een aantal kloosters terecht. Check vooraf de prijzen - die lopen zeer sterk uiteen van klooster tot klooster.
Hospice du Grand Saint Bernard. In de winter een onmisbare overnachtingsplek op een trektocht per ski of met raquettes.
Overzichten
Jo’s Hüttenliste. De meest complete en vooral geschikt voor wie op zoek is naar spartaanse maar spotgoedkope overnachtingsplekken in the middle of nowhere bv. een boshakkershut of een stukje van een almhut dat altijd open blijft.
Alternatives Wandern. Ook zeer volledig. Vat alles samen wat min of meer dezelfde service aanbiedt als een berghut. Bergboerderijen, slaapzolders in kopstations van kabelbanen en alles wat we hierboven al opsomden.
Openbaar vervoer
Auto
De auto is een vlotte manier om Zwitserland te bereiken. De tol op de Franse snelweg is beperkt. De meest gebruikelijke route loopt via Luxemburg, Straatsburg en Basel ; voor Graubünden of Wallis neem je best aan andere route. Koop het autowegenvignet (dat 1 jaar geldig blijft) liefst vooraf om wachttijden aan de grens te vermijden.
De auto een week parkeren is vaak veel minder eenvoudig. De klassieke startpunten van wandelingen (dalstations van kabelbanen en bergspoortjes, parkings van bergdorpen, …) rekenen een tarief aan dat vergelijkbaar is met dat in centrumsteden. Start de tocht dus liever op een wat ongebruikelijker punt ; een andere oplossing die vaak werkt is iets afspreken met het hotelletje waar je boekt voor de nacht tussen de autorit en de eerste stapdag van jouw tocht.
Vliegtuig
Je kan snel van Brussel naar Genève of Zurich. Van daaruit is het nog 2 à 5 uur reizen tot op een typisch startpunt in de bergen. Voor een trekking in Ticino is een vlucht naar regio Milaan wellicht een betere oplossing.
Bus
Er zijn directe buslijnen naar Genève of Zürich en met een overstap zijn alle grote steden in Zwitserland met een low cost bus bereikbaar. Naast de langere reistijd moet je specifiek voor de bus de nodige tijd inrekenen voor paspoortcontroles aan de grens. Dit is best vreemd als je bedenkt dat Zwitserland sinds 2008 deel uitmaakt van de Schengenzone.
Trein
De Lyria-TGV verbindingen Parijs - Lausanne en Parijs - Zürich zijn goedkoop, zeker in vergelijking met de dure Eurostar en Thalys die we bij ons kennen. Er is geen tijdverlies door inchecken vooraf of met het recupereren van de rugzak achteraf, dus in de praktijk is het even vlot als het vliegtuig. Je moet wel rekening houden met een transfer in Parijs van Gare du Nord naar Gare du Lyon of Gare de l’Est. Voor Gare de Lyon neem je RER D ; reken minimum een dik half uur ; de tickets hiervoor zijn te koop in de TGV naar Parijs. Voor Gare de l’Est kan je best even stappen ; reken minimum 10 à 15 minuten.
Zoals steeds is de prijs het laagst voor vroege boekers.
Lokale trein, bus en kabelbaan.
Binnen Zwitserland is het openbaar vervoer de perfectie zelve. Alles rijdt op tijd, bus en trein zijn optimaal op elkaar ingeregeld en alle privé-kabelbanen en treintjes zitten mee in de planner van CFF - SBB. Het is klokvast, en het komt overal. Maar het is niet goedkoop.
De belangrijkste spoorwegmaatschappij is CFF / SBB. Voor busvervoer op bergwegen zijn dat de iconische gele postbussen. Maar dat zijn zeker niet de enige. Er zijn tientallen kleinere bedrijfjes die smalspoorbaantjes, bergbaantjes en kabelbanen uitbaten. Waar het accent op vervoer ligt, werken ze naadloos samen en zijn alle mogelijke passen en kortingen geldig. Waar het accent op toeristische beleving ligt (genre Gornergraat, Jungfraujoch, Chli Matterhorn enz.) blijft men de eigen zeer hoge tarieven aanrekenen en leveren dagtickets en flexkaarten enkel een korting op.
De iconische MGB tussen Zermatt en Disentis.
Kosten drukken bij lokaal openbaar vervoer
Er zijn zes manieren om de prijs drastisch te drukken, afhankelijk van jouw reisstijl en -plannen :
-
Plan je treinrit ruim vooraf en koop een supersaver ticket (Billet dégriffé / Sparbillet). Deze tickets zijn 20 tot 70% goedkoper. Hoe vroeger de boeking en hoe meer de spitsuren worden vermeden, hoe goedkoper. De tickets gelden alleen voor het gekozen vertrekuur.
-
Koop een 50% reductiekaart. Dit is de beste optie voor wie lange tijd in Zwitserland verblijft - voor een kort verblijf is het erg lastig om die kost er uit te halen.
-
Koop een pas om 3 of meer vrij te kiezen dagen onbeperkt te reizen of tickets om op 1 welbepaalde dag onbeperkt te reizen op heel het openbaar vervoer : trein, bus en de een aantal kabelbanen of bergbanen. De ideale oplossing voor wie een lange heen- en terugreis heeft. Sommige kantons bieden hetzelfde aan binnen de grenzen van één kanton. Het blijft duur, maar wel een optie voor wie een treinrit van luchthaven of TGV-station in één ruk combineert met een bus of kabelbaan tot een berghut waar de tocht start.
Voor een doorsnee wandelweek is de dagpas het meest interessant : voor ca. 50 € koop je een "Spartageskarte" / "Carte journalière dégriffée".
-
Specifiek voor families met kinderen : koop een pas of dagtickets waarmee kinderen van 6 tot 16 jaar gratis kunnen meereizen. Kinderen onder 6 jaar kunnen altijd gratis meereizen.
-
Kies een regio waar toeristen gratis openbaar vervoer aangeboden krijgen.
Tientallen toeristische regio's bieden gratis bus en gratis lokale trein of fors goedkopere kabelbaan, aan toeristen die een overnachting boeken. Of je nu boekt in een duur hotel of in een goedkope camping, maakt hierbij niets uit. Het gaat om steden zoals bv. Genève, Montreux, Luzern of Bern en wandelregio’s zoals Ticino, de Jura in kanton Neuchâtel of een hele reeks valleien in Wallis in Zwitserland. In andere regio's krijg je alleen een forse korting. Deze pagina probeert het overzicht te houden.
-
Reis in groep. Groepen vanaf 10 personen krijgen 30% korting.
-
Spreek andere wandelaars aan een neem samen een taxi. Dat is steeds de beste oplossing op wegen waar taxi’s wel kunnen rijden maar toeristen niet. Het klassieke voorbeeld is Täsch - Zermatt.
Om het uur onderstreept de drietonige toeter van de gele postbus de stilte op de Grosse Scheidegg, een autovrije pas op de Via Alpina in Berner Oberland.
Etiquette bij smalspoortreintjes
Kleine smalspoortreintjes hebben een bagagezone. Soms is dat een apart wagonnetje. Gooi de zware rugzak vol klim- of kampeerspullen daar maar in in plaats van jouw medepassagiers te hinderen met de punten van trekking poles of ijsbijl. Hij zal niet gestolen worden. In de Zwitserse bergen wordt nooit iets gestolen.
Beste periode
Je kan het hele jaar in Zwitserland interessante wandelingen doen.
Het bergwandelseizoen loopt doorgaans van half juni tot half september. Eind mei / begin juni kan je terecht in de bergen, maar de meeste berghutten zijn gesloten, bruggen en beveiligingen die men in de winter weghaalt om lawineschade te vermijden zijn nog niet teruggelegd en er is vaak nog een reëel lawinerisico. Afhankelijk van het jaar moet je op sommige trajekten ook tot ver in juli rekening houden met sneeuwvelden.
De Zwitsers trekken er ook in de winter op uit met toerski’s of raquettes. Er moet dan vrij algemeen rekening gehouden worden met het lawinerisico. SLF (Institut für Schnee und Lawinenforschung) biedt in de winter dagelijks een compleet lawinebericht (“bulletin d’avalanches” / “Lawinenbulletin”) aan.
Bewegwijzering en paden
Zwitserland heeft een uniforme bewegwijzering voor het hele netwerk van gemarkeerde paden. Het wijkt volledig af van wat we in België gewoon zijn voor langeafstandspaden. Het is het eenvoudigste om het Zwitserse wandelnet te benaderen als een knooppuntennetwerk, waarbij de knooppunten niet genummerd zijn, maar met een plaatsnaam aangeduid worden.
De kleurcodes geel / rood / blauw komen overeen met de technische moeilijkheidsgraden van het bergwandelen. De hoogste moeilijkheidsgraden T5 en T6 zijn geen bergwandelen meer maar zijn alpinisme in moeilijkheidsgraad F (Facile / Leicht) of zijn qua moeilijkheid hiermee vergelijkbaar. Ook via ferrata routes vallen hier onder.
De moeilijkheidsgraad wordt gegeven voor mooi zomerweer. Op een T1 of T2 pad volstaat het vaak om regenweer of slecht zicht de regenbroek en regenjas aan te trekken. Bij T3 en zeker bij T4 paden is het aanbevolen om bij slecht weer een plan B achter de hand te hebben.
|
T1 : Wandelen
|
Goed aangelegde, eenvoudige paden. Vlak of glooiend terrein, geen gevaar voor een val in de diepte. Ook te belopen met lichte schoenen. De oriëntatie is probleemloos en de wandeling is ook zonder kaart mogelijk.
|
|
T2 : Bergwandelen
|
Doorlopend aangelegd pad. Aanzienlijke hoogteverschillen. Deels steil terrein, gevaar voor een val in de diepte niet uitgesloten. Enige tredzekerheid noodzakelijk, (lichte) bergwandelschoenen aan te bevelen. Enige kennis van oriëntatie noodzakelijk.
|
|
T3 : Bergwandelen (Gevorderden)
|
Geen aangelegd pad, wel padsporen zichtbaar. Geëxponeerde passages kunnen met kabels of kettingen gezekerd zijn, eventueel heb je de handen nodig voor het evenwicht. Op sommige delen geëxponeerde stukken met steile afgronden: gevaar om te vallen, gruis en losse rotsen. Tredzekerheid en stevige bergwandelschoenen noodzakelijk, evenals een goed oriëntatievermogen en elementaire alpiene vaardigheden.
|
|
T4 : Alpien Wandelen
|
Pad niet altijd zichtbaar, deels padloos, op sommige plaatsen handen nodig voor de voortbeweging. Zeer steil terrein, linke grashellingen, losse rotsen, eenvoudige, apere gletsjer (aper = zonder sneeuw, alleen ijs, alle spleten zichtbaar). Vertrouwd zijn met geëxponeerd terrein en stevige bergwandelschoenen noodzakelijk. Je moet in staat zijn het terrein te beoordelen, je goed te kunnen oriënteren en alpiene ervaring hebben.
|
|
T5 : Alpien Wandelen (Gevorderden)
|
Vaak padloos, enkele eenvoudige klimpassages tot 2e-graads. Geëxponeerd (=gevaarlijk), zwaar terrein, puin/losse rotsen, redelijk eenvoudige gletsjers en sneeuwvelden. Stijgijzervaste bergschoenen noodzakelijk. Je moet het terrein feilloos kunnen beoordelen en je uitstekend kunnen oriënteren. Alpiene ervaring en elementaire kennis en ervaring met het gebruik van pickel, stijgijzers en touw zijn onontbeerlijk.
|
|
T6 : Moeilijk Alpien Wandelen
|
Geen paden of padsporen. Klimpassages tot 2e graads. Vaak zeer geëxponeerd, onstabiel puin/losse rotsen, steile gletsjers met gevaar voor uitglijden. Een uitstekend oriëntatievermogen is onontbeerlijk, evenals een brede alpiene ervaring. Je moet vertrouwd zijn met alpiene hulp- en zekeringsmiddelen.
|
Er zijn ook tal van ongemarkeerde paden of trails met een officieuze markering met verfstippen, steenmannetjes enz.
De afstanden worden in uur opgegeven. Dit zijn wandeltijden voor een gemiddelde Zwitserse bergwandelaar. Een goedgetrainde wandelaar is doorgaans wat sneller, met een zware rugzak of met kinderen zal het wat trager gaan dan deze tijden.
In het wit (1) : het knooppunt waar we ons bevinden en de hoogte. De bestemmingen geordend van dicht naar ver (2). Per pad een nieuwe wegwijzer of als dat niet praktisch is een dikke streep (5) die aangeeft dat er even verderop nog een splitsing is. De tip van de pijl is geel als het gaat om gewone paden zoals we die ook in België kennen of Rood/Wit (4) als het gaat om bergpaden. Alpiene paden (waar een touw, een ijsbijl en stijgijzers, een ferrataset nodig kunnen zijn of waar gemakkelijk rotsklimmen op het programma staat) krijgen een wit/blauwe pijlpunt of een volledig blauwe wegwijzer. Diezelfde kleuren worden ook onderweg gebruikt.
Stations, bussen en kabelbanen worden met een symbool weergegeven (6). Ligt dit knooppunt op een langeafstandspad dan wordt dit met een groen nummer aangegeven (7).
Rood/wit slaat dus op de technische moeilijkheid van het pad en heeft niets te maken met het langeafstandspad.
Links een T4 pad alpien wandelen (in dit geval steil puin en eenvoudig klimmen), rechts het bergwandelpad naar de hut.
Kaarten en topogidsen
www.schweizmobil.ch is het ideale startpunt bij de keuze en voorbereiding van een tocht. De online kaarten zijn dezelfde als de papieren kaarten die je op tocht meeneemt.
De papieren kaarten komen in 1:50 000 (groene reeks) of 1:25 000 (bruine reeks). Deze dekken heel Zwitserland. De kwaliteit van deze kaarten is lichtjaren beter dan wat men in Italië, Duitsland of Oostenrijk meegeeft aan de bergwandelaars. Tot voor kort was het enige nadeel is dat het gaat om “kale” kaarten, zonder de opdruk van extra informatie die interessant is voor de wandelaar. Sinds kort wordt dit nadeel weggewerkt en zijn gemarkeerde paden in de juiste kleur aangegeven.
Voor de langeafstandswandelaar is de nieuwe reeks op 1:33 333 (gele reeks) wellicht het interessantst om mee te nemen op de tocht. Het is een goed compromis tussen detail en prijs/gewicht en de specifieke informatie voor wandelaars is bij deze reeks altijd toegevoegd.
Die overlays zijn ook beschikbaar op de app SuisseMobil / SchweizMobil. Deze app is zeer aan te bevelen en veel rijker aan informatie dan wat de klassieke wandelapps aanbieden. En ze is ondertussen ook gratis geworden.
De papieren kaarten kan je kopen of bestellen via gespecialiseerde reisboekhandels of online via de shop van Schweizer Wanderwege.
De online kaart toont een aantal overlays. Voor wandelen volgt die consequent de indeling op het terrein van de gemarkeerde wandelwegen (geel), bergwandelwegen (rood) en alpiene wandelroutes (blauw). Ook de nationale en regionale meerdaagse tochten zijn aangeduid.
Je kan dezelfde kaart ook in winterversie openen en alle gemarkeerde langlauf- en raquetteroutes zichtbaar maken.
Diezelfde basiskaart wordt ook hernomen voor andere doelgroepen. Voor wintertrekkings of voor mensen die alpien wandelen op niet gemarkeerde paden willen doen, is het tourenportaal / portail des courses van SAC / CAS heel interessant.
De winterversie van het SAC / CAS wandelportaal toont ook de hellingsgraad wat erg nuttig is om het lawinerisico in te schatten en toont natuurgebieden waar je niet in kan of alleen op specifieke paden.
De meest populaire site waarop Zwitsers (vaak vrij goed gedocumenteerde) verslagen zetten van bergwandelingen is Hikr.org. Niet direct de plek waar je info zoekt over klassieke meerdaagse tochten. Wel de plek waar iemand die zelf een meerdaagse tocht in elkaar puzzelt op zoek gaat naar info over ongebruikelijke passages of uitdagende varianten.
Taal - Geld - Douane - Eten & drinken
Zwitserland is officieel viertalig Duits / Frans / Italiaans / Reto-Romaans. De meeste Zwitsers spreken meerdere van deze talen en vaak nog Engels er bij. Toch zijn er enkele gevoeligheden. De meest opvallende is Zwitsers Duits. Schwyzerdütsch is een eigen variant van het Duits en de Zwitsers zijn daar fier op. Wie wil uitpakken met het Duits dat op school is aangeleerd of via contact met Duitse vrienden, zal merken dat de Zwitsers snel op Engels overschakelen : Hochdeutsch, dat is iets voor op school, dat is de taal van business en administratie en die kan je toch niet in een vakantiecontext gebruiken.
Net als in België zijn de Franssprekende Zwitsers een heel stuk opener naar hun Franse buren dan hun germaanse landgenoten dat zijn naar taalgenoten aan de andere kant van de grens. En net als in Wallonië zijn is men er meer vergevingsgezind naar taalfoutjes dan in Frankrijk.
Vier onmisbare woordjes Zwitsers Duits.
Tegen wandelaars die je kruist : Grüezi (in plaats van Guten Tag) als het wat oudere ernstige mensen zijn of Hallo of Hoi bij alle anderen. Mersi (in plaats van Dankeschön en met het accent op “mer” dus niet zoals Udo Jürgens). En Guete (in plaats van Guten Appetit) aan tafel. Tsjau (Tsjau mittenand als je het tegen iedereen tegelijk zegt) of Ade (in plaats van Auf Wiedersehen) bij het verlaten van de berghut.
Je ziet het al : Schwyzerdütsch leent vrolijk woorden uit Frans en Italiaans. Zie deze korte video.
|
Zwitserland heeft een eigen munt de Zwitserse Frank of CHF. Wie cash betaalt (en dat zal vaak het geval zijn in een berghut) kan overal terecht met euro-biljetten maar zal niet de meest gunstige koers krijgen en zal wisselgeld in zwitserse munten terugkrijgen. Wie met credit- of debet kaarten betaalt krijgt vaak de keuze om in EUR of in CHF te betalen. Betalen in CHF is in "normale" periodes blijkbaar iets gunstiger. In periodes met veel economische onzekerheid schommelt de koers van de Zwitserse Frank mee met de grillen van de beurzen. Het is vaak ook interessanter om het cash geld dat je nodig hebt ruim op voorhand op de ouderwetse manier om te wisselen in de bank op een moment dat de koers wat interessanter is.
Sinds 2008 zijn alle douanecontroles afgeschaft. Zwitserland hoort bij de Schengenzone. Als er toch files zijn aan de grens heeft dit te maken met aankoop van het autowegenvignet of - zoals aan de grenzen van veel EU-lidstaten - met speciale controles die gemotiveerd worden ifv. terreurpreventie, pandemiemaatregelen enz.
Iedereen kent de kaasfondue en de raclette. In een berghut zal de gesmolten kaas eerder geserveerd worden als Rösti (een caloriebom met aardappelschijfjes en gesmolten kaas) of Älplermagronen (idem, maar met macaroni erbij). Zwitserland koestert zijn diversiteit : elk kanton heeft wel zijn eigen typisch gerecht.
Voor de snelle dorstlesser : kies eens een oerzwitserse Rivella in plaats van de het gebruikelijke Amerikaans drankje.