Dit is het gebied rond de Aletschgletsjer en van de valleien van Zermatt en Saas en hun minder illustere maar even mooie buren. De Matterhorn is wereldwijd de bekenste top. Meer dan de helft van de Alpentoppen hoger dan 4000 m ligt in dit deel van Wallis bij elkaar.

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Situering

Het kanton Wallis wordt gevormd door de Rhônevallei stroomopwaarts van het meer van Genève. In het midden van Wallis liggen tientallen 4000-ers vlak bij elkaar. Weisshorn, Monte Rosa, Matterhorn, Finsteraarhorn, Dent Blanche... aan ronkende namen geen gebrek. De sterk vergletscherde toppen van de Walliser 4000-ers zijn een fantastisch decor voor elke bergwandelaar. Voor diezelfde bergwandelaar zijn die aangesloten muren van gletsjers en rotspieken ook een serieuze hindernis. 

Westwaarts liggen het gebied van de Grand Combin, het Montblanc gebied en het massief van de Diablerets. In deze gebieden kan je als wandelaar probleemloos de cols over en een mooi lustocht maken waarbij je beide kanten van de grens verkent. Ook aan de Oostkant in de Simplon / Gotthard regio, kan je als wandelaar probleemloos van de ene naar de andere vallei. 

In de regio van Matterhorn, Monte Rosa en Aletschgebied - wat we hier kortweg de "Walliser 4000-ers" noemen, kan dat niet. Er zijn geen cols met normaal bergpad. De valleien van Arolla (Val d'Hérens), Zinal (Val d'Anniviers), Zermatt (Mattertal), het Turtmantal en het Saastal aan de zuidkant en het Lötschental en Aletschgebied zijn volledig omringd door gletschers en steile rotswanden. Bergwandelen krijgt hierdoor een apart karakter, dat afwijkt van de rest van Zwitserland.

In deze regio is er een eigenaardige tweedeling naar natuurbescherming. Het grootste deel van het Aletschgebied is beschermd natuurgebied onder de paraplu van Unesco Werelderfgoed site.
In de rest van dit gebied is het beeld aan de Zwitserse en Italiaanse kant hetzelfde : er zijn een aantal kleine natuurgebieden beschermd, maar in de rest is het landschap sterk beïnvloed door grootschalige waterkracht enerzijds en door intensief skitoerisme anderzijds. Vooral in Saas Fee, Zermatt en Breuil-Cervinia worden de Alpen omgetoverd in een pretpark waar toeristen naar allerlei - liefst betalende - attracties geleid worden.

Interessante tochten

Wie in dit prachtige gebied een meerdaagse tocht wil plannen moet zich dus aanpassen. Grof geschetst zijn er drie manieren om dat te doen :

1) Een klassieke ronde van een 10-tal dagen, maar neem gletscheruitrusting mee en weet hoe dit te gebruiken. Wie kiest voor deze aanpak komt uit bij de Tour van de Matterhorn of de Tour van het Monte Rosa massief. De langere etappes en het meenemen van gletscheruitrusting in de rugzak maken dat deze rondes een maatje of twee zwaarder zijn dan de Tour du Mont Blanc. Meer details over deze beide trekkings hieronder en in aparte tochtfiches.

4000-Haut glacier Arolla.jpg

Tour du Cervin - Haut Glacier d'Arolla. Enkel bij perfecte omstandigheden (blank gletscherijs, geen mist, geen verse sneeuw, goede tredzekerheid bij heel de groep, ...) kunnen touw, gordel en crampons in de rugzak blijven. Foto Jean-Luc Lugon.

Theodulpass.jpg

Theodulpass eind juli. In de tochtverslagen lees je regelmatig dat trekkers probleemloos de Theodulpass afdalen via de zomerskipistes of laat op het seizoen op het blank ijs. Maar je leest even vaak dat ze bij verse sneeuw of mist een verkeerd spoor volgen en midden in een spletenlabyrint terecht komen. Gokken dat er geen verse sneeuw of mist zal zijn als je na 5 à 6 dagen trekking op de Theodulpass aankomt is een vorm van Russische roulette. Foto Jean-Luc Lugon.

2) Berghutten afvinken. Veel berghutten in het gebied zijn bedoeld voor alpinisten. Dit wil zeggen dat er een pad (soms een erg lastig pad) naar de hut loopt, maar dat alles voorbij de hut neerkomt op gletscherlopen, ijsklimmen of alpien rotsklimmen.
Bij deze wandelformule kies je iedere dag een andere hut en daal je na de overnachting rustig af naar de vallei om in de namiddag naar een andere hut te klimmen. Op die manier breng je iedere avond en ochtend door op de meest spectaculaire plekken die je als wandelaar kan bereiken in de Alpen. Enkele zeer mooi gelegen maar afgelegen hutten zijn niet bewaakt : er is een ingerichte keuken en slaapzaal, maar je moet zelf je eten meebrengen en klaarmaken. Echte bivakhutten waar je ook je matje en slaapzak moet meebrengen, vind je alleen aan de Italiaanse kant van dit gebied.

arbenbivak.jpg

Arbenbivak (3224m, T4) © SAC. Eén van de mooiste zonsonder- en opgangen van de Alpen. Respecteer als wandelaar steeds de alpinisten die morgen de Obergabelhorn zullen beklimmen.

3) Kortere meerdaagse routes, die eerder vooraan in de vallei blijven. In sommige valleien (bv. Val d'Hérens, vallei van Zinal) zijn er ook heel aantrekkelijke panoramawegen een stuk boven de boomgrens.
Vaak komt dit er op neer om één of enkele etappes van de Alpenpassenroute combineert met andere paden tot een 3 à 5 daagse tocht. Deze formule sluit het best aan bij families met kinderen.

Mooie voorbeelden hiervan zijn :

  • de Tour du Val d'Hérens aan de Zwitserse kant (lus, 6-tal dagen).
  • de Tour des Six (2 lussen van 3 en 4 dagen vanuit Champoluc) in Valtrounanche, Greyssoney en Val d'Ayas aan de Italiaanse kant.
  • de Aletsch Panoramaweg : 2 à 3 dagen langs de twee grootste gletschers van de Alpen. Je kan dit verlengen tot 4 à 6 dagen door er enkele etappes van de Rode Via Alpina of de Goms-Hoogteweg voor en na te plakken. 2 imposante hangbruggen - over de kloven van Aletschgletscher en Fieschergletscher - maken dat dit sinds enkele jaren een heel aantrekkelijke route is geworden.
    Ondanks de enorme krimp van de Aletschgletscher blijft de grootste gletscher van de Alpen een impossante ervaring.
  • de La Gran Balconata del Cervino (Sentiero 107) aan de Italiaanse kant : 4-tal dagen met verblijf in dorpen of berghutten, in Valtournanche (tocht in lijn).
  • een doorgaande tocht : Haute Route, Alpenpassenweg of Via Valais. Deze routes lopen voor een deel samen.

Interessante tochten

Tour du Monte Rosa
11 dagen bergwandelen deels in Italië langs de imposante zuidwand van de Monte Rosa, deels in Zwitserland in de vallei van Zermatt en het Saastaal. Een stuk zwaarder dan de Tour du Mont Blanc maar haalbaar voor iedereen met bergwandelervaring

Tour du Matterhorn
9 dagen deels in Italië en deels in Zwitserland. Drie etappes in de tweede helft van deze ronde zijn er zwaar. Deze ronde in een schitterend en erg gevarieerd decor is bestemd voor ervaren en fysiek sterke bergwandelaars.

Meerdaagse gletschertochten voor wie een berggids inhuurt of een degelijke opleiding en ervaring heeft.
Hoewel de gletschers sterk teruglopen en de routes ieder jaar veranderen, blijft het toch nog te doen om via relatief lichte gletschers (F / PD) het hele gebied te doorkruisen via een "Haute Route". De oer-Haute Route loopt van Chamonix of Fionay tot Zermatt en je kan die na Zermatt nog enkele dagen verlengen via Italiaanse hutten, van Theodulpass naar Gornergrat. Als het meezit kan je op dit laatste stuk een 10-tal 4000-ers scoren.

Relax wandelen in herfst of lente.
Zonder de gletschers zou Wallis een kurkdroog gebied zijn. De bergboeren hingen heel sterk af van irrigatiekanalen ("Bisses" / "Suonen") die het smeltwater naar de akkertjes brachten. De Chemin des Bisses rijgt deze aan elkaar tot een 6 daagse tocht. Heerlijk zen, heel veel vlakke stukken, met het gekabbel van de kanaaltjes als begeleiding en met oerdegelijk Zwitserse brugjes bij een kloof of vertikale rotswand. Door zijn ligging ook geschikt midden in een hittegolf.
Een populaire relaxe voorjaarstocht aan de Italiaanse kant is de Stra' Granda. Deze tweedaagse volgt de valleibodem en de zuid-gerichte helling van de vallei van Macugnaga langs oeroude muilezelpaden. Te warm in de zomer, ideaal in het vroege voorjaar of herfst ; dan is de grensovergang naar Saas Almagell juist het interessantste.
Ook de Rhônevallei heeft zijn "sunny side" die interessante mogelijkheden biedt in de lente. Deze volgt grotendeels de Rode Via Alpina tussen Ulrichen en Leukerbad ; in de lente zijn de noordgerichten hellingen boven de Aletschgletscher niet begaanbaar en moet je uitwijken naar Fiescheralp en Bettmeralp. Deze lente-trekking is een stuk ruiger dan de Stra'Granda. Gevarieerde mix van bossen, panoramapaden en insteekjes in besloten zijdalletjes. Passeert enkele (toeristische) dorpen maar ook die zijn autovrij.

Relax wandelen op een historische handelsroute
De Theodulpas, Monte Moro pas en Colle Colon hadden vooral een lokale betekenis. Ze waren van belang voor de Walser gemeenschap die aan beide zijden van de grens dorpen gesticht had.
Een pas die wel van internationaal belang was, was de Antronapas. In de vallei van Antrona waren immers een aantal belangrijke ijzermijnen en het ijzer werd vandaaruit naar Zwitserland geëxporteerd. Dit gebeurde over het muilezelpad van Villadossola naar Visp. Dit pad was hoger en lastiger dan de Simplonpas, maar op die manier kon de handel gebeuren zonder invloed van de grote handelshuizen in Milaan en Brig.
De Strada Antronesca is terug hersteld over het bergtraject van Viadossola (zeer vlot bereikbaar per spoor) en de Saas Almagell. Reken 3 dagen. Een logisch vervolg in dezelfde rustige wandelstijl op merendeels vlotlopende paden en schitterend uitzicht, is de Alpenpassenweg die je in 2 dagetappes naar de Simplonpas brengt met uitstekende busverbindingen. Periode : half juni tot half september. 1 nacht in een goede bivakhut (waarmee de 1700 m+ van Antrona dorp naar de pas in 2 verteerbare stukken geknipt wordt), de rest in hotelletjes in de vallei. Of met tent, deels wildbivak en deels in campings in Antronapiana en Saas Grund.  

Deze vijfdaagse loopt door een veel authentieker stuk bergen dan de toeristische centra van Breuil Cervinia, Saas Fee en Zermatt, waar men 100% de kaart trekt van de verpretparking van de Alpen.