De Dolomieten zijn wereldwijd bekend om hun spectaculaire rotstorens, vaak in contrast met vredige alpenweitjes of bossen. Ze bieden voor alle bergsporters heel wat mogelijkheden : wandelen vanuit een vast verblijf, meerdaagse trektochten, rotsklimmen en via ferrata (klettersteig), ... noem maar op.
De Dolomieten zijn het bekendste deel van de Zuidelijke Kalkalpen, een kalksteenrijk gebergte in het noorden van Italië en Slovenië en in het zuiden van Oostenrijk. Andere interessante massieven in de Zuidelijke Kalkalpen zijn Bergamasker Alpen / Alpi Orobie ten westen van de Dolomieten en Karinthië in Oostenrijk en de Julische Alpen met de Triglav in Slovenië. Ten noorden van de Dolomieten ligt Tirol met de voornaamste toegangsweg over de Brennerpas. Ten zuiden ligt de Po-vlakte met het Gardameer.
De hoogste top is de Marmolada (3342 m), de tweede hoogste de Antelao (3264 m). Dit zijn (voorlopig toch nog) de enige toppen van de Dolomieten met een gletscher. Voor de rest hebben de beide bergen ook de typische Dolomieten-look : hoog, verticaal. met toch een paar rotsbanden en couloirs waar heel misschien een pad loopt ...
De eigenlijke Dolomieten liggen ten oosten van de vallei van Bozen / Bolzano, voor de helft in de regio Trentino-Alto-Adige en voor de helft in de regio Belluno. Vaak neemt met ook gebieden die er tegenaan leunen mee met de Dolomieten : de Dolomiti di Brenta, Dolomiti Friulane, ...
Het gebied is omvangrijk en complex. Daarom zal je in reisgidsen en dergelijke vaak een meer specifieke verwijzing vinden. Dit Italiaanstalig kaartje zou daarbij een hulpmiddel moeten zijn.
In de Dolomieten zijn er verschillende alta via’s (höhenwege) die door het gebied lopen, ze verschillen in lengte en moeilijkheidsgraad. Ze zijn 8 à 12 stapdagen lang en blijven zoveel mogelijk boven de boomgrens, ver weg van de dorpen en centra in de valleien. De normale manier is om ze te lopen is als een huttentocht. Enkele van deze alta via's zijn geschikt voor klassiek wandelen ; de Alta Via 1 (AV1) is daarvan de meest populaire en bekende. De meeste andere alta via's bevatten meerdere stukken klettersteig (via ferrata) in combinatie met lange etappes over zwaar terrein. Zie aparte pagina.
Langs de Alta Via nr. 4 in de Dolomieten (foto: Debbie Sanders).
De Dolomieten liggen volledig in Italië. Maar er is een speciale voorgeschiedenis. Een deel van de Dolomieten liggen in Zuid-Tirol / Trentino Alto Adige. Deze regio is eeuwenlang een deel van Oostenrijk geweest en in delen van deze regio is Duits de normale voertaal. De zuiderlijker delen, in de regio Veneto, zijn altijd Italiaans geweest. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de Dolomieten het decor van een intense loopgravenoorlog hoog in de bergen. Een trektocht door de Dolomieten loopt onvermijdelijk langs schuilplaatsen, tunnels, militaire paden en via ferrata's die toen zijn aangelegd.
Wie de Dolomieten bezoekt profiteert van de dubbele wortels van deze streek. Duitstalige degelijkheid en Italiaanse flair en goede smaak gaan hand in hand. Of heel down to earth en met wat overdrijven : het eten in de hut is lekkerder en gevarieerder dan in Oostenrijk en het uur van het diner en de ontbijtporties zijn meer geschikt voor een trekker dan in Italië.
Over het algemeen is de noordelijke helft van de Dolomieten (Duitstalig gebied + omgeving Cortina d'Ampezzo) toeristischer, zijn er meer berghutten en kabelbaantjes en zijn de paden een stuk - ja hoe zeg je dat - gemutlicher. In de zuidelijke helft zijn er nog steeds veel paden, berghutten en andere voorzieningen, maar het is ruiger, de afstanden en hoogteverschillen zijn groter. Er zijn minder kabelbanen en paswegen die de wandelaar "vanzelf" tot ruim boven de 2000 m brengen dan in het noorden. De tussenzone met Alpenweiden is er kleiner of ontbreekt en de rotswanden reiken er tot in de beboste valleien. Langs de zuidrand van de Dolomieten is er ook meer kans op mist.
De naam "Dolomieten" is afkomstig van de eerst bergtoeristen : in de 18° eeuw waren dat wetenschappers die de bergen introkken als geoloog of fossielenjager. Voor de rest van de mensheid waren de bergen ofwel "thuis" ofwel een plek met monsters en zo waar je beter wegbleef. De Dolomieten werden toen de "Monti Palidi" genoemd : de bleke bergen die met hun witte kleur opvallen tegenover de veel donkerder bergen elders. Een Franse geoloog Dolomieu ontdekte dat de rotsen in deze streek een eigen en heel speciale samenstelling en geologie hadden, dus begonnen de andere wetenschappers dit massief aan te duiden als de Dolomieten.