Het Otler massief ligt in Italië in Zuid-Tirol, tegen Zwitserland aan.
De hoofdketen van de Ortler start vlak bij de grens met Zwitserland op de bij fietsliefhebbers wereldberoemde Passo di Stelvio / Stilfserjoch ; de zwaarste rit van de Giro. Van west naar oost volgen dan de Ortler / Ortles (3905), de Königspitze / Gran Zebru (3851) / Cevedale / Zufallspitze (3769). Daar splitst de kam zich in een zuidelijke bergkam en een westelijke bergkam.
Die drie kammen sluiten dus ook drie valleien in :
- in het noorden : Vinschgau : een brede zonnige vallei die afdaalt naar Merano met een hele reeks steile zijdalen ; die van Sulden, het Martell en het Ultental zijn de bekendste en interessantste
- in het zuidwesten : Bormio en omgeving : het hoogste deel van Valtellina
- in het zuidoosten : Nonstal / Val de Non
In Vinschgau is de invloed van Tirol overduidelijk. De beide valleien in het zuidoosten hebben dan weer een meer Italiaans verleden.
Het gebied ligt net te ver voor een vlotte auto of treinrit. De ene kiest voor een rit door Zwitserland, de andere voor een omweg langs Oostenrijk, de Brenner en Bolzano. In Vinschgau is er een treintje naar Merano, in de zijvalleien bussen naar Merano (Vinschgau), Sondrio (Bormio) of de vallei van Bolzano,
Het grootste deel van het gebied is beschermd als nationaal park. het Parco Nazionale dello Stelvio / Nationalpark Stilfserjoch. Dit nationaal park is op dat van de Gran Paradiso na, het oudste van Italië. Het is met 1340 km² ook een van de grootste van de Alpen. Daar staat dan weer tegenover dat de bescherming een stuk minder is dan in andere parken, bv. het skidomein van Sulden ligt binnen het park.
Het is een ideaal gebied voor de gemotiveerde bergwandelaar ; ook andere bergsporten komen hier ruim aan hun trekken.
Er is een dicht berghuttennetwerk. Deze zijn grotendeels clubhutten. De meeste clubhutten zijn van de CAI (Italiaanse Alpenclub), één enkel is van de Duitstalige AVS. In beide krijg je als KBF- of NKBV-lid een korting.