Dit stukje Italiaanse Alpen was tot 1918 een deel van Oostenrijk.
De bergen zijn bij de hoogste van de Oost-Alpen : Ortler, Gran Zebru, de dubblespits van Monte Cevedale en Zufallspize zijn kleppers met fraaie gletschers. De valleien zijn diep, wild en vol rijke natuur .
De namen van de toppen zijn een teken : dit stukje Zuid-Tirol is een geslaagde fusion van Oostenrijkse degelijkheid en Italiaanse flair.

Situering

Het Otler massief ligt in Italië in Zuid-Tirol, tegen Zwitserland aan.

De hoofdketen van de Ortler start vlak bij de grens met Zwitserland op de bij fietsliefhebbers wereldberoemde Passo di Stelvio / Stilfserjoch ; de zwaarste rit van de Giro. Van west naar oost volgen dan de Ortler / Ortles (3905), de Königspitze / Gran Zebru (3851) / Cevedale / Zufallspitze (3769). Daar splitst de kam zich in een zuidelijke bergkam en een westelijke bergkam. 

Die drie kammen sluiten dus ook drie valleien in :

  • in het noorden : Vinschgau : een brede zonnige vallei die afdaalt naar Merano met een hele reeks steile zijdalen ; die van Sulden, het Martell en het Ultental zijn de bekendste en interessantste
  • in het zuidwesten : Bormio en omgeving : het hoogste deel van Valtellina
  • in het zuidoosten : Nonstal / Val de Non

In Vinschgau is de invloed van Tirol overduidelijk. De beide valleien in het zuidoosten hebben dan weer een meer Italiaans verleden.

Het gebied ligt net te ver voor een vlotte auto of treinrit. De ene kiest voor een rit door Zwitserland, de andere voor een omweg langs Oostenrijk, de Brenner en Bolzano. In Vinschgau is er een treintje naar Merano, in de zijvalleien bussen naar Merano (Vinschgau), Sondrio (Bormio) of de vallei van Bolzano,

Het grootste deel van het gebied is beschermd als nationaal park. het Parco Nazionale dello Stelvio / Nationalpark Stilfserjoch. Dit nationaal park is op dat van de Gran Paradiso na, het oudste van Italië. Het is met 1340 km² ook een van de grootste van de Alpen. Daar staat dan weer tegenover dat de bescherming een stuk minder is dan in andere parken, bv. het skidomein van Sulden ligt binnen het park.
Het is een ideaal gebied voor de gemotiveerde bergwandelaar ; ook andere bergsporten komen hier ruim aan hun trekken. 

Er is een dicht berghuttennetwerk. Deze zijn grotendeels clubhutten. De meeste clubhutten zijn van de CAI (Italiaanse Alpenclub), één enkel is van de Duitstalige AVS. In beide krijg je als KBF- of NKBV-lid een korting.  

Interessante tochten

Ortler Höhenweg : technisch zware 7-daagse huttentocht in alpien gebied met cols bovan 3000 m. Het is een lus omheen de Ortlerberg. De route wordt beschreven met startpunt op de Stelvio pas ; logischer startpunten zijn in de buurt van Bormio of in Stils. Er zit één gletscherpassage bij waarbij je min of meer horizontaal over een gletscher met kloven moet passeren. Dit is een maatje of 2 zwaarder dan bv. een tour du Mont Blanc. Je beslist zelf of een berggids nodig is. Is dat het geval, dan is het aanrader om ineens de Monte Cevedale als extraatje mee te nemen. Dit is grotendeels eenvoudig gletscherwandelen.
120 km, 8100 m+, 7 stapdagen. Deze tocht is vrij nieuw (ca. 2020) en op het terrein gemarkeerd.

De andere trekkings in het gebied vermijden om de hoofdkam over te steken en hebben dus niet het probleem van de gletscheruitrusting die je moet meeslepen en kunnen gebruiken.

Aan de zuidkant : het stuk van de Sentiero Italia van Val Rabbi tot Bormio, of nog 1 etappe verder tot de Stelvio pasweg. 7 etappes. Het stuk tussen de hoofdvallei van Bolzano naar Val Rabbi blijft eerder laag, en ingesloten in bossen. Wie een aanloop vanuit die hoofdvallei er bij wil nemen, kan beter de CAI Segnavia 133 "Sentiero Bonacossa" nemen die hiermee parallel, maar hoger, loopt. Die aanloop is een 4-tal dagen extra.
Deze doorsteek heeft als nadeel dat het vrij complex is om terug bij  het startpunt te raken als de reis gemaakt werd met de auto.

De traverse van het Ortler gebied aan de noordkant heeft dat nadeel niet. Start en eindpunt zijn vlot te bereiken vanuit Merano. Het gaat om de doorsteek van Santa Gertrude / Sankt Gertraud in het Ulental (bus) naar Trafoi op de Stelvio pasweg (busrit, en treintje naar Merano). 7 dagen. Deze route kreeg geen specifieke naam en markering (dat wil zeggen : de markering is de standaardmarkering van Italiaanse bergpaden nl. rood/wit + padnummers). Ze is in detail beschreven in Oppad. Er zit één stuk bij dat 10 - 20 jaar geleden nog wel een gletscher wass, maar dat nu herleid is tot een puinhelling.
Ook bij deze kan je er een aanloop van enkele dagen aanplakken via een reeks op elkaar aansluitende panoramische paden die de hele tijd op 2000 à 2500 m blijven. Deze paden lopen aan de noordkant (= the zonnige kant) van het Ultental, met prachtig zicht op de toppen aan de overkant.

Deze twee traverses zijn ook huttentochten met -/+ dagelijks een bergpas van rond 3000 m hoog, die een goede conditie en al enige bergwandel-ervaring vragen. 

Deze drie tochten kunnen via aan elkaar geschakeld worden tot één lange hike van ruim 2 weken boven de boomgrens, met net voor de helft een afdaling + bevoorrading in Bormio.

Andere wandeltochten

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Tochtverslagen

Zomer