Situering

Het Parc national des Écrins is een nationaal park in Frankrijk. Het is het grootste beschermd natuurgebied van de Alpen met 900 km² kerngebied en rondom een beschermde zone van nog eens 1800 km². Het ligt tussen de steden Grenoble, Gap en Briançon.  

De hoogste toppen van het park zijn Barre des Écrins (4102 m) met de bekende Glacier Blanc centraal in het Park, La Meije (3982 m) en Le Rateau (3809) aan de noordrand van het park en de imposante muur van Ailefroide (3954 m), Mont Pelvoux (3946 m) en Pic Sans Nom (3913 m).

Ecrins-2.jpg

Meije en Rateau vanop Plateau d’Emparis. Eén van de highlights van de GR54.

Het Parc met de aangrenzend valleien vormt een zeer gevarieerd geheel zodat elk type bergwandelaar er aan zijn trekken kan komen. 

De noordkant met de valleien van de Romanche en de Guisane, is het drukst en meest verstedelijkt. Daar vind je de skistations (Alpe d’Huez, les Deux Alpes, Serre-Chevalier) en de legendarische cols van de Tour de France (Alpe d’Huez, Lautaret, Galibier). Toch kan je er heerlijk wandelen met schitterende uitzichten op de vergletsjerde pieken van de Ecrins. 

De twee valleien, van La Bérarde en van Ailefroide, snijden diep in het massief. Deze twee dorpjes zijn in de winter zo goed als verlaten en worden in de zomer het basiskamp van veel alpinisten en rotsklimmers. In deze valleien kan je fraaie lustochten van 3 à 5 dagen maken. Doorsteken naar een buurvallei zit er meestal niet in tenzij je specifiek klimmateriaal mee hebt en het kan gebruiken. 

De zuidelijke helft van het massief, met Valjouffrey, Valgaudemar en Champsaur is het meest afgelegen. De dorpen en berghutten zijn geïsoleerd en de bergwereld ongestoord : een paradijs voor de bergwandelaar. In het zuidelijke kwart van het massief zijn zelfs helemaal geen GR-paden en berghutten : er zijn alleen enkele kleine schuilhutjes voor 2 à 6 personen die in het zomerseizoen gebruikt worden door de schaapherders. 

Soms worden de kleine massiefjes van de Taillefer en de Dévoluy ook nog bij de Ecrins gerekend. Het karakter is hetzelfde als in de zuidelijke helft van het massief : lager, ruiger, droger. Door de nabijheid van Grenoble zal je er - vooral in het weekend - echter wel meer mensen aantreffen. 

Wil je de hele diversiteit in één keer verkennen : zoek niet verder, neem de GR54. Deze Tour des Ecrins duurt 12 à 14 dagen. Je komt om de 2 à 3 dagen in een dorpje voor bevoorrading en kan met tent of met berghutten gedaan worden.

Zicht op Lac en Col de la Muzelle

Openbaar vervoer en bereikbaarheid

Met de TGV raak je vlot in Grenoble. Briançon en Gap zijn wat moeilijker te bereiken ; hiervoor neem je best de TGV naar Valence en stap je over op de lokale trein naar Gap en Briançon. De directe lijn Grenoble - Gap is vanaf 2023 terug in dienst na een ingrijpende renovatie. Een alternatief is de nachttrein van Parijs naar Gap en Briançon. 

Vanuit deze hoofdstations zijn alle logische vertrekpunten voor meerdaagse tochten bereikbaar per bus. Een overzicht vind je op de site van het Parc en op deze site. De ervaring van de voorbije 10 jaar leert dat er op dit vlak geen zekerheden zijn : krimpende of groeiende budgetten, grondverschuivingen waardoor bepaalde trajecten even niet meer berijdbaar zijn per bus enzovoort, zorgen regelmatig voor wijzigingen. Sommige trajecten worden alleen in het skiseizoen of in juli/augustus aangeboden. Zie Zou voor de uurregelingen.

Kaarten en topogidsen

Wie thuis dit gebied online wil verkennen kan net zoals in heel Frankrijk dit best met het IGN-portail.

Specifiek voor de GR54 en een aantal lokale varianten is er de app "Le Grand Tour des Ecrins".

De beste wandelkaarten zijn de IGN-kaarten op 1:25000. Volgende 4 kaarten coveren heel het Parc des Ecrins en ook de stukken GR54 die buiten het park lopen : 3336ET 3436ET 3437ET en 3437OT.

Circuits des Randonnées dans les Ecrins (Glenat) is een wandelgids specifiek voor meerdaagse tochten.

Ecrins-7.jpg

Bivakkeren

Bivakkeren is toegelaten binnen het hele Parc, met een aantal voorwaarden : geen kampvuur, enkel tussen 19 en 9h, max. 1 nacht op dezelfde plek, minstens 1 h stappen van de dichtste parking. Dit is ook doorgetrokken naar de interessante gebieden vlak bij het Parc : Plateau d'Emparis, Plateau de Taillefer. Er zijn enkele plekken waar er dichter dan 1 h van een parking kan overnacht worden ; in dat geval moet dit gebeuren op een aangeduide plek (Poursollet, Lauvitel, Chaumette, ...). Wie dicht bij een hut wil bivakkeren praat eerst met de mensen van die hut en volgt de lokale richtlijnen.

Je denkt best vooraf goed na over mogelijke bivakplekken. Door het ruige reliëf en - vooral in de zuidelijke helft - het beperkt aantal bronnen en meertjes, is het niet gemakkelijk om à l’improviste een goede plek te vinden. 

Ecrins-5.jpg

Bivakplekje met zicht op de Sirac (3411) bij Vallonpierre

 

 

Interessante tochten

Wil je de hele diversiteit in één keer verkennen : zoek niet verder, neem de GR54. Deze Tour des Ecrins duurt 12 à 14 dagen. Je komt om de 2 à 3 dagen in een dorpje voor bevoorrading en kan met tent of met berghutten gedaan worden. 

Wie niet zoveel tijd heeft kiest beter voor een kleinere lus. De GR54 voor de helft doen, is niet simpel, zeker als je met de auto kwam. Terugkeren naar het startpunt is een tijdrovende puzzel. Enkele interessante tochten van max. 1 week zijn : 

  • Tour du Vieux Chaillol al dan niet afgerond met de beklimming van de top (3163 m)
  • Danchère - Lauvitel - Valsenestre - Muzelle - Lauvitel die twee varianten van de GR54 combineert tot 1 lus
  • Huez of Venosc - Emparis - La Grave - Col d'Arsine - Monêtier via de GR54 (erg druk in juli/augustus). 
  • De huttenronde van de Vénéon : Venosc - Plan du Lac - Alpe du Pin - Le Lavey - La Bérarde of Carrelet. Ofwel met zeer korte etappes en zeer geschikt voor families met kinderen, ofwel op een 4-tal dagen met normale etappes.
  • Maak je eigen route vanuit Prapic of vanuit Freissinières in het meest “sauvage” stuk van het Parc. Enkel met tent.

Ecrins-4.jpg

Padloos naar de Mourre Froid (2993) in het zuidelijkste stuk van het Parc.

Een “Haute Route” dus een meerdaagse huttentocht met iedere dag een overschrijding van een pas of top via gletsjers, kan ook. De meest klassieke start in La Grave met de kabelbaan en steekt over via Dôme de la Lauze, Tête du Replat, Col du Pavé, Pic de Neige Cordier, neemt eventueel de Barre of Dôme des Ecrins mee en sluit af met de Dôme de Monêtier en Lac d’Eychauda : 6 à 8 dagen alpinisme niveau PD. Opgelet met oude verslagen van deze route : door de terugloop van de gletsjers wijzigt alles zeer snel en misschien zal deze route op een dag gewoon niet meer bestaan.
Een andere klassieke tour met eenvoudig rotsklimmen en gletscherlopen (niveau PD) is de "Tour du Barre des Ecrins". Deze verbindt La Bérarde met Pré de Madame Carle via de Col de Temple en de Col des Ecrins of eventueel Col du Sélé. Ook hier verandert alles heel snel. 2 dagen voor gedreven stappers die willen binnen slapen, interessanter op 3 à 4 dagen met bivak en met de top van Pic Coolidge of van le Gioberney als bonus.

Combinatie met andere bergsporten

De skigebieden aan het noordkant van het Parc willen natuurlijk hun kabelbanen en appartementen ook in de zomer wat laten bijverdienen. Daar vind je dus de adrenaline-junks van parapentes, downhill mountainbiken en sportieve via ferrata.    
Voor de ferrata-liefhebber die eerder kiest voor een intense beleving van het landschap en waar de ferrata gewoon een onderdeel is van een complete wandeltocht raden we Mine du Clôt en Freissinières aan. 

De centrale valleien van Ailefroide en La Bérarde zijn dan weer het domein van de hard core rotsklimmer die wil multipitchen op goede graniet en voor de old school alpinist die liefst vanuit een berghut vertrekt in plaats vanuit een kabelbaan.  

Wie een gemakkelijke gletschertop als afsluiter wil van een stapweek kan kiezen tussen de Dôme des Neiges (4015 m - geen échte top en het tracé over de gletscher wordt ieder jaar een stukje lastiger) en Pic Coolidge (3775 m). Zoals steeds met dit soort toppen : mooi maar druk en een gestresst sfeertje in de berghut. 

Ecrins-3.jpg

De Dôme des Neiges, een voortop van de Barre des Ecrins, domineert La Bérarde, een kleine 2500 m lager.

Insider tip

Mijn persoonlijke geheimtipp voor het massief des Ecrins is Dormillouse. Dit is het enige permanent bewoonde dorp binnen het Parc. Het is niet met de auto bereikbaar ; de bevoorrading gebeurt met ezeltjes. Overnachting in de omgebouwde dorpsschool. De koppige overlevingsdrang moet daar in de grond zitten : dit is ook één van de weinige dorpen waar het protestantisme overleefde, ondanks de extreme repressie waarmee de vallei van Briançon onder Lodewijk XIV zijn autonomie kwijtraakte en in Frankrijk ingepast werd. Wie liever bivakkeert : loop even door tot Lac Fangeas of één van de andere meertjes in de buurt.