Door de nabijheid van Grenoble en Chambéry was de Belledonne zeer lang beschreven als een bestemming voor dagtochten of weekendtochten. Zie bijvoorbeeld AltitudeRando en IsèreRando.
De GR738 Haute Route de Belledonne
Maar dat is onterecht. Het padennetwerk is zeer uitgebreid en er zijn voldoende berghutten en onbewaakte bivakhutten om een zeer gevarieerde meerdaagse tocht in elkaar te steken. Sinds 2017 is er een bewegwijzerde GR die het hele gebied doorkruist : de GR738. Met 130 km / 10000 m+ en 9 à 12 etappes ligt dit naar moeilijkheid ergens tussen de TMB en de GR20 in. Aangeraden periode juli tot september. De hutten zijn al bemand van half juni ; in juni is er wel nog veel sneeuw.
Wie voor de formule met hutten kiest loopt best van noord naar zuid (Aiguebelle naar Chamrousse) omdat dan de twee onbewaakte hutten waar je zelf moet koken vooraan komen (Refuge de la Perrière en Refuge Pierre de Carre - er zijn matrassen en kookgerief) en omdat je dan rustig opbouwt.
Halfweg is er mits een kleine omweg bevoorrading in een supermarkt mogelijk (Sherpa in Le Pleynet, enkel tijdens ski-seizoen en schoolvakantie, dorpswinkel in La Ferrière, -/+ heel het jaar open). Veel hikers maken ook de tussenstop in La Martinette : gîte d'étape met bivakweide, heeft een microwinkeltje alleen voor trekkers (ook gas van Camping Gas).
Er is ook een kortere variant zonder onbewaakte hutten die start in Allevard ; je volgt dan eerst de GRP Tour du Pays d'Allevard.
Topo van de GR738 en portaal van de Haute Route de Belledonne en zijn varianten.
Onbewaakte hutten
Je kan je natuurlijk ook laten verleiden door het netwerk van onbewaakte bivakhutjes. Vaak een gerenoveerde herdershut met een tafel en enkele stoelen en soms een kachel beneden en een slaapzolder waar je je eigen matje en slaapzak kan uitrollen of waar soms matrassen beschikbaar zijn. Zeker in de meer afgelegen uithoeken van de Belledonne, ver weg van de dagjesmensen, zijn deze gratis bivakhutten van verrassende goede kwaliteit. Dat blijft alleen maar zo als alle bezoekers zich aan de bivakhut-etikette houden : afval terug meenemen, hout gebruiken in de kachel mag op voorwaarde dat je minstens evenveel droog en op maat gezaagd hout klaarlegt voor de volgende bezoeker, geen eten achterlaten of als je toch die halve doos muesli achterlaat, dan zeker op een knaagdiervrije plek, toiletrituelen minstens 50 m verderop als er geen toilet voorzien is, voor je vertrekt opruimen en vegen en de luiken + deur zorgvuldig terug afsluiten, en daar waar er cohabitation is met een herder, uiteraard deze herder maximaal respecteren)
Voor een overzicht van de onbewaakte hutten : zie Refuges.info. Voor de hutten die het meest gesoigneerd worden zie Tous à Poêle.
Cabanne Merlet : bivakhut voor 8 à 10 personen in vallon du Veyton, een hoogveengebied waar nauwelijks mensen passeren.
Bivakkeren
Of je kan kiezen voor de tent bij één van de vele kristalheldere meertjes. Bivakkeren met gezond verstand is in zo goed als het hele massief mogelijk. In de omgeving van het skistation van Chamrousse en Refuge de la Pra zijn er enkele zones met bivakverbod. Niet toevallig het meest toeristische stukje van de Belledonne dicht bij de parkings en kabelbanen van Chamrousse : deze beperkingen zijn er gekomen door te vaak niet respecteren van de regels (geen kampvuur, alle afval terug meenemen, geen grafwerken, herders in alle rust hun werk laten doen, enz.).
Bivak bij Lac Merlat. Toplocatie, maar niet toegelaten in het hoogseizoen. Er zijn nog tientallen andere meertjes waar dit wel kan.
Meer informatie over bivakkeren in de Belledonne in dit online-boekje
Varianten op de GR738, kortere tochten en lustochten
Wie het niet zo heeft op een tocht in lijn en toch een mooie gemarkeerde lustocht zoekt, start best in Allevard. Tour du Pays d'Allevard (4 volle etappes en 2 korte halve etappes, -/+ half in bossen en half in berggebied), uitbreidbaar met 2 extra dagen op de lus van Tour de 7 Laux. Deze 7 meertjes zijn stuwmeertjes die al bij al mooi geïntegreerd zijn in het landschap. Hier zal je als bergwandelaar het landschap delen met sportvissers.
Op de IGN-topokaart vind je ook de GR549 terug. Deze GR is nog perfect bewandelbaar, maar wordt niet meer ondersteund. Een deel is hernomen als de GR738 ; van de rest zijn de markeringen grotendeels verwijderd. Deze route had als doel om een verbinding te maken tussen Grenoble en de GR54 (Tour des Ecrins). De route is niet homogeen : 1/3 erg warm in de vallei op zuidgerichte hellingen, 1/3 hoog in de Belledonne, 1/3 in intensieve skigebieden.
De GR738 is naar GR-normen al vrij ruig maar er zijn altijd mensen die nog technischer paden en nog meer afgelegen colletjes opzoeken. Een reeks mogelijke varianten vind je bij Camp to Camp. Topo's voor afgelegen colletjes en toppen vind je op AltitudeRando. De informatie van deze beide laatste site is aangemaakt door gebruikers.
Wie nog meer ruigheid wil zoeken kan via de Combe Madame en de Col de la Croix een doorsteek maken naar het oosten, richting Grandes Rousses en Aiguilles d'Arves. Deze beide massieven zijn telkens langs één kant volledig omgezet tot skigebied, maar de zone ertussenin is erg ruig, nauwelijks voorzien van berghutten en een droom voor de bivakkerende trekker die naar absolute eenzaamheid op zoek is.
Ruisseau de Doménon. Hier start de variant van de GR over de Col de Freydane en Croix de Belledonne. De blokkenchaos links van de waterval is meteen een voorproefje van het technisch lastig terrein dat deze variant voorschotelt.
Waarom is wandelen in de Belledonne pittiger dan in andere massieven
Dat is een favoriet gespreksonderwerp onder wandelaars in de regio. Of je dit nu vraagt aan GR-trekkers of aan trailrunners die zich voorbereiden op de Echappée Belle, men is redelijk unaniem dat een lange afstands route in de Belledonne pittiger is dan in andere Franse bergmassieven. Men wijst dan op de vele stukken blokkenterrein en op het feit dat men zo goed als nergens kabels of treetjes voorziet op technische passages. Gemiddeld genomen zijn er meer steile hellingen dan in andere massieven en is alles wat kleinschaliger.
Maar een ander punt zijn de vele extra hoogtemeters door onverwachte dalingen en stijgingen. Je raakt nergens goed in een ritme en als je de hoogtes van begin- en eindpunt van een pad van elkaar aftrekt, heb je vaak een onderschatting van het werkelijk aantal hoogtemeters met pakweg 20%.
Waarom dit zo is, is niet echt duidelijk. Mogelijks heeft het er mee te maken dat veel paden eigenlijk de weg van de minste weerstand zijn : de paden die een groep koeien of schapen spontaan neemt om van A naar B te trekken. Dat is niet noodzakelijk de vlakste of de meest regelmatig stijgende route. Anders dan in andere massieven had je hier nooit een andere instantie die efficiënte en goedlopende paden aanlegde : er passeerden nooit handels- of pelgrimsroutes dus zijn er geen muilezelpaden aangelegd, het leger was nooit actief in de Belledonne behalve in het noordelijkste puntje bij Montgilbert, er was nooit een koninklijke investering in jachtpaden, enzovoort.
De bijnaam van de GR738 is niet voor niets "Le GR des Sentiers des Bergers" (de GR van de herderspaadjes).
Les Grands Moulins en Col de la Frèche. De GR volgt een vernuftige route tussen de verschillende colletjes op deze kamlijn.