De Vercors heeft een grote variatie :
- De noordelijkste uithoek dichtst bij Grenoble is het drukst. Saint-Nizier, Lans, Villard, ... zijn goed bereikbaar met de bus vanuit het centrum van Grenoble. Er zijn enkele kleine skistations en zeker in het weekend is het er erg druk met sportieve Grenoblois die hier komen stappen, fietsen, mountainbiken, enz.
- De centrale vallei met Corrençon, La Chapelle, Vassieux, ... is veel rustiger. Weiland en bossen wisselen er elkaar af.
- De Hauts-Plateaux en zijn uitlopers (Font d'Urle, Glandasse, Ambel) zijn erg ruig. In dit gebied zijn behalve enkele kleine onbewaakte berghutten geen voorzieningen. Ideaal voor een trekking met de tent. In weekends met mooi weer zijn de bekendste onbewaakte hutten overvol.
- De zuidelijke rand heeft een heel ander karakter. Dit is echt de Provence, met kleine afgelegen dorpjes in een adembenemend decor van rotswanden.
De Tour du Vercors en de Traversée du Vercors laten je kennis maken met al die variatie. Je kan ook zelf routes uitstippelen op basis van de topografische kaarten. Meer info op http://www.vercors-gtv.com/.
Vaker zal je juist dat aspect van de Vercors uitkiezen dat je het meest ligt.
De beste trekking met verblijf in een dorpje iedere avond verkent de zuidelijke rand. Start in Die (trein) en via Valcroissant, Chatillon, Archiane, Bénévise ; dan is er de keuze tussen Chichilianne (bij de Mont Aiguille) of naar Lus-La-Croix-Haute. Van daaruit trein (of snelbus) via Veynes terug naar Die of naar Grenoble. Etappes van 4 à 6 uur, ideaal in het voorjaar of in de herfst en voor wie opteert voor de relaxe Provencaalse zuidkant van de Vercors.
Een andere trekking met verblijf in dorpjes volgt de sporen van het Verzet in 1944. Dit zorgde ervoor dat de Vercors 6 weken lang bevrijd gebied was, maar is daarna bloedig onder de voet gelopen door het Duitse leger. Deze periode tekende de Vercors voor vele generaties lang. Start in Saint-Nizier, langs de voet van les 3 Pucelles naar Lans, via sentier Gobert naar Villard, over Valchevrière boven de gorges de la Bourne naar Herbouilly, verder naar La Chapelle en Vassieux en tenslotte toch één nacht in een onbewaakte hut op de Pas de l'Aiguille. Startpunt in Saint-Nizier en eindpunt in Chichilianne vlot bereikbaar vanuit Grenoble. Landschappelijk heel gevarieerd. Ook uitvoerbaar in de winter met raquettes (maar met enkele aanpassingen ivm. vermijden van het lawinerisico).
Wie opteert voor de ruige leegte van de Hauts Plateaux heeft heel veel mogelijkheden. Een logisch circuit van 5 à 7 dagen start in Saint-Agnan, La Chapelle of Vassieux, komt dan via de Veymont en Chaumailloux in Archiane of Bénévise terecht en vervolgt dan via de Glandasse en de zuidrand van de Vercors (GR93) om opnieuw op het startpunt uit te komen. De etappes liggen min of meer vast namelijk in de omgeving van de schaarse betrouwbare bronnen in het gebied. Uitvoerbaar als wintertrekking (raquettes) of klassieke trektocht (met de tent of - voor wie de weekends vermijdt - in kleine bivakhutjes) in juni / juli. Later in de zomer zijn de bronnen niet meer betrouwbaar.
Bij Col de Vassieux.
Een andere optie is de noord-zuid doorsteek. Die volgt in essentie de GR91. Strikt genomen loopt die van Chatillon naar Grenoble, maar logistiek is het eenvoudiger om te starten in Die (station) en via Valcroissant (Romaanse abdij, nu gîte d'étape) op de Glandasse en de GR91 te komen. 4 à 6 dagen afhankelijk van jouw ritme.
Wie op zoek is naar een technische uitdaging kan voor elk deel van de doorsteek een technische variant volgen, vaak op pittige en niet gemarkeerde paden. Interessante varianten over Col de Bachassons en Plautret (deels padloos), Croix de Lautaret (volledig padloos), Peyre Rouge (historische paden - beperkte markering met cairns of helemaal padloos over de Rocher de Parquet), de Grand Veymont (klassieke en veel belopen oversteek), de balcon est via Pré Achard (technisch pad met tot laat in juni nog resten lawinesneeuw), le sentier Peronnard, le sentier Gobert (of voor wie écht tredzeker is le sentier des 2 cols) en de kamlijn tussen Pic St-Michel en de Moucherotte (geen aangelegd pad, wel padsporen). Aangeraden in juni/juli, met tent of in bivakhutjes. Die zwaardere doorsteek vraagt 6 + 2 halve etappes die grotendeels vastliggen in functie van de schaarse bronnen. Bij slecht zicht of bij slecht weer zijn de meeste van deze varianten te mijden en val je terug op de GR91.
Inspiratie voor varianten :