Voorbij de clichés van de Provence ligt een zuiders stuk van de vooralpen. Zuidelijker, droger, mediterraan, met het parfum van de Provencaalse kruiden en lavendel. Ook wat zachter van reliëf.
Ver weg van alle steden en toeristische centra. Dit is een ideaal gebied voor de trekker die op zoek is naar authenticiteit, eenzaamheid en wijdsheid.
Ideaal in het voorjaar en in de herfst.

Situering

De bergen van Drôme en Vaucluse zijn een deel van de vooralpen. De hoogste toppen blijven ruim onder de 2000 m.

Ten westen dalen deze bergen rustig af tot aan de brede Rhônevallei. Ten oosten zijn ze gescheiden van de Alpen door de diep ingesneden vallei van de Durance.

Ver voorbij de drukte van deze valleien, voorbij de heroiek van de fietsers op de Mont Ventoux en voorbij de clichés van de Vlaamse en Hollandse tweedeverblijvers met een villaatje in de Provence, is dit een authentiek stuk gebergte gebleven. Geen grootschalige skitoerisme, geen militair verleden, geen stuwdammen of industrie.
De eeuwenoude symbiose van de bergbewoners met het berglandschap blijft zo goed en zo kwaad als het kan behouden. Schaapherders die in de zomer hun kuddes naar hier brengen, kleinschalige landbouw, productie van kruiden, boerenmarktjes, ... zijn nog sterk aanwezig. Maar je komt ook langs verlaten ruïnes waar de velden en estives langzaam terug opgaan in de natuur. De spontane herbebossing loopt hier in het droge zuiden via Maquis of Garrigue. Dit is een biotoop met struiken, ietwat vergelijkbaar met de struiken in onze kustduinen.

Een groot deel van dit stukje bergen is beschermd als natuurpark. Een natuurpark combineert natuurbeheer, zacht toerisme en lokale economie tot één logisch geheel.

Drome-Vaucluse01.jpg

De GR9 loopt dwars door deze noordkant van Mont Ventoux. De spierwitte kalksteen wordt soms verward met verse sneeuw en zorgt ervoor dat deze top dé landmark is van de hele regio. ®PNR Mont Ventoux.  

Bereikbaarheid

Per trein : via de TGV-stations van Valence, Montélimar of Avignon. Van daaruit met lokale treintjes richting Die en Veynes voor het noorden, met de bus richting Nyons voor de meer centrale delen. Dit is een erg vlotte verbinding. Die en Veynes zijn ook bereikbaar met een nachttrein.
Je kan ook met de trein naar Digne en Sisteron of met de bus naar Pertuis, Mirabeau, Manosque,... voor het zuiden / zuidoosten. Doordat je in de praktijk dan vaak omrijdt via Marseille of via het boemeltje over Veynes en Die, duurt het een aantal uren langer om een startpunt in het zuiden of zuidoosten te bereiken.
Door de schaarse bewoning zijn er alleen regelmatige busverbindingen naar de grootste centra. Daarnaast is er een belbus die 24 h op voorhand moet gereserveerd worden. Zie Zou! voor de Vaucluse en openbaar vervoer in La Drôme.

Met de auto is de logica vergelijkbaar : de Franse snelwegen (met tol) tot omgeving Valence en dan bergwegen tot het startpunt van jouw keuze. Wil je de oostkant bereiken, dan betekent dit een omweg via het zuiden (Aix-en-Provence) of een veel langer stuk over een route nationale door een bergachtige regio (via Valence of Grenoble).

Drome-Vaucluse02.jpg

De okergroeves in Lubéron, tussen Roussilon en Apt. Eén van de meest "buitenaardse" landschappen van de Alpen.

Enkele eigenaardigheden van deze streek

Water

Het gebied is zeer droog. Door de zuidelijke ligging is het weer er warmer en droger dan op vergelijkbare hoogte elders in de Alpen, en een groot deel van de streek bestaat uit kalkrots, waardoor beken vaak ondergronds gaan. In de praktijk moet je dus in ieder dorpje of bij iedere herdershut controleren hoeveel water je moet meehebben tot aan het volgende waterpunt.

Mistral

Dit is een felle wind uit het noorden en noordwesten die in de Rhônevallei vlotjes 100 km/h kan bereiken. Periodes met Mistral - 1 dag op 3 ongeveer - worden expliciet vermeld in de lokale weerberichten. De klassieke aanbeveling is om dan een stuk dieper de bergen van Drôme of Vaucluse in te trekken omdat de valleien daar vaak haaks op de Rhônevallei staan.
Dat klopt natuurlijk maar voor een deel. Op de toppen en kammen is de wind ook ongemeen hard bij mistralweer. In de winter is het bij mistral meestal zeer koud. In de zomer is het bij Mistral zeer droog en is er een hoog risico op bosbrand. Zie hieronder : brandgevaar.
Bij Mistral is de lucht altijd helder en open. 

Bivakkeren

Bivakkeren is over het algemeen mogelijk. Zie "Bivouac sans Couac" om de regels nog eens op een rijtje te hebben : geen kampvuur, niet roken, tentje pas 's avonds opzetten en 's morgens terug afbreken en verder trekken, afval meenemen, ...
Vooral op "geen kampvuur" en "niet roken" is men zeer precies. Een klein kookvuurtje kan wel. 
Bij code rood en code oranje voor brandrisico is bivakkeren verboden op een groot aantal plaatsen en moeten tent-trekkers uitwijken naar een officiële camping. Die zijn er trouwens meer dan genoeg, doorgaans goedkope en degelijke "municipals".

Brandgevaar en toegangsverboden

Er is een algemeen rookverbod en een heleboel beperkingen op het maken van een kampvuur (maak er best geen).
Het brandrisico wordt aangegeven op een schaal van groen tot rood.

  • Bij code rood (risque exceptionel) is het verboden om zich in om het even welk bos te bevinden
  • Bij code oranje (risque très sévère) is de toegang tot een aantal bossen verboden, of verboden behalve tijdens de voormiddag of voor sommige toeristische hotspots verboden behalve de normale daguren. Overnachten / bivakkeren is er dan met andere woorden verboden.
  • Bij code groen (faible), geel (modéré) of blauw (sévère) zijn er geen beperkingen op de toegang.

Meer informatie :

Je zal ook een aantal toegangswegen, parkings en watervoorraden aantreffen die bedoeld zijn om een beginnende brand efficiënt te kunnen blussen. Gebruik die zone's dus niet om te bivakkeren - dit is verboden.

Village Perché

Letterlijk : hellingdorp. Het gaat om eeuwenoude nederzettingen in arme regio's zonder grootgrondbezit. De dorpen liggen op een terras of een helling hoog boven de vallei, bij een betrouwbare bron en op een kruispunt van logische paden naar de schaarse veldjes en weilandjes in de omgeving. De Drôme en Vaucluse beschouwen dit als een bijzonder erfgoed.

Extreemklimmen

Enkele rotsmassieven in deze regio behoren tot het beste wat er bestaat in outdoor klimmen. Klimmers van heel Europa komen hier vooral in voorjaar en herfst naartoe. Denk aan Buoux, St-Léger-de-Ventoux, Buis-les-Baronnies, ... Naast het spectakel van de klimmers zijn de grote klim-hotspots ook interessante plekken om als trekker te passeren : goedkope camping, supermarktje, sportwinkel met outdoor-gerief, ... alles is er. Spiek bv. even bij grimper.com.

Donkere nachten

In deze regio is licht-polutie zo goed als afwezig. Ideaal wie dus eens de melkweg in al zijn glorie wil beleven of wie een nachtje vallende sterren wil spotten.

Berghutten of Gîte d'étape ?

Klassieke berghutten zal je niet vinden in deze streek. Er is wel een netwerk van gîtes d'étape. Sommige zijn huizen met een slaapzolder in een dorpscentrum waar je zelf kan koken of iets kan gaan eten in het lokale restaurantje. Meestal zijn het low profile hotelletjes met enkele kamers voor koppels en enkele kamers of een slaapzaal voor groepen of trekkers, met een ontbijtbuffet en een superlekker avondeten met lokale producten.

In de bergen vind je enkele (zeer) spartaans ingerichte berghutten. Laat je niet in de war brengen door de naam "cabane" of "refuge". Vaak is er niet meer dan een tafel en een paar stoelen en een kachel. 

Drome-Vaucluse03.jpg

Sommige bories - oude herdershutten in gestapelde steen - zijn bruikbaar als bivakhut.

Interessante tochten

De ideale periode is dezelfde voor al deze tochten. Ze kunnen in principe het hele jaar door gedaan worden. Maar eigenlijk is de zomer te heet. In de winter kan er sneeuw liggen, met alle bijhorende risico's op de toppen en kammen (ijsvorming, lawine-risico, ...). De lente en de herfst zijn veel interessanter. In de lente is alles groen en in bloei. In de herfst zijn het licht en de uitzichten het interessantst.

Wie het hele gebied van noord naar zuid wil doorkruisen, kiest voor het stuk van de GR9 tussen Saillons (station op de lijn Valence - Die - Veynes - Gap) naar Mirabeau (bus naar Marseille of Avignon). Voor dit stuk rekent men op een 2-tal weken. Buis-les-Baronnies ligt ongeveer halfweg. Saillons - Buis / Buis - Cucuron / Cucuron - Mirabeau.

Enkele logische lusroutes zijn :

  • GRP du Diois ook GRP de la Roanne genoemd. Deze verkent in een 7-tal etappes de bergen ten zuiden van Die. De uitzichten op de Vercors en de Alpen (Devoluy, Ecrins) zijn een extra troef.
  • GRP des Baronnies. Lustocht met Le Buis als logisch startpunt. Duur 7 dagen (oorspronkelijke route van 2000) tot 12 à 14 dagen (huidig parcours). Lees ook artikel op carnetsrando.
  • De GR9 combineren met één van de lokale varianten (GR95, GR91, ...).
    Opgelet : vaak zijn de voorzieningen (winkeltjes, B&B's, ...) eerder beperkt - in elk geval beperkter dan op de GR9.
  • GRP Tour de la Montagne de Lure. De gekendste is de "Petit Tour" : 4-tal dagen.
  • GR97 of GRP Grand Tour du Lubéron. 5 à 6 dagen

Het is vrij eenvoudig om zelf een circuit in elkaar te steken met de klassieke hulpmiddelen die in heel Frankrijk voorhanden zijn (refuges.info, IGN-kaarten, ...). Voor specifieke varanten kan je terecht op :