Het Nationaal Parc de la Vanoise is het oudste nationaal park van Frankrijk, opgericht in 1963. Het was toen één van de wildste en meest afgelegen stukken van de Alpen. Het ligt tussen twee valleien met een totaal verschillend karakter.
Aan de noordkant grenst het park aan de Tarentaise. Deze vallei zet voluit in op intensief ski-toerisme met La Plagne, Les Arcs, Tignes en Val d’Isére. De pieken van de Mont Pourri (3779) en Grande Casse (3855) zijn de hoogste van het park.
Aan de zuidkant ligt de Maurienne. Deze vallei is zeer groen en ruraal gebleven. 1 à 2 generaties geleden was dit een nadeel ; inwoners van de hoogste dorpen weken massaal uit naar de rest van Frankrijk voor werk. Nu is dit een voordeel en boomt het groen toerisme. De meest opvallende berg van dit zuidelijke deel van het park is de Vanoise-gletscher. Hij vormt niet meer zo’n dôme zoals vroeger, maar is nog steeds indrukwekkend.
De regio is zeer geschikt voor trektochten zowel voor beginnende trekkers of families als voor de meer ervaren trekkers. Er is een uitgebreid huttennetwerk en de hoogteverschillen zijn minder uitdagend dan in de twee andere nationale parken Ecrins of Mercantour.
Wie het wat ruiger en avontuurlijker wil, kijkt best eens naar de zuidrand van de Maurienne, het grensgebied met Italië. De valleien van Ambin (ten zuiden van Bramans/Aussois) en Avérole (ten zuiden van Bessans) zijn veel minder bekend. Hoewel ze buiten het park liggen, is de natuur er even ongerept en de fauna even rijk als in het park zelf.
http://www.vanoise-parcnational.fr
Col de Pariotes 3034. Op de hoogste cols kan je tot begin augustus nog sneeuw verwachten