Langeafstandsroutes

Denemarken heeft in verhouding tot zijn beperkte oppervlakte wellicht de langste kustlijn van Europa : ca. 8000 km. Met veel afwisseling : zand of kiezelstrand, enkele kliffen, wadden, ... Er zijn geen bergen, de hoogste molshoop is de Møllehøj, de molenhoogte, met 170 m. Toch is het niet vlak, de ijstijdgletschers zorgden voor zandwallen, zwerfkeien, morene-resten, meren en inhammen, ... met als resultaat veel variatie in het landschap.
Het land bestaat grofweg uit drie delen :

  • Jutland (Jylland) is "het vasteland" : dit is het schiereiland dat zich vanaf de Duitse grens noordwaarts uitstrekt. Deens Jutland is ongeveer even groot als België, maar met slechts 2.5 miljoen inwoners. Het is een eerder vlak gebied met veel heuvels, veen, heide, duinen, ... en ook enkele steden en intensieve landbouw. Het noorden van Jutland wordt doorsneden door de Lymfjord, een groot en complex meer.
  • Een hele reeks eilanden in de Oostzee tussen Jutland en Zuid-Zweden. Seeland (Sjælland) is het grootste en dichtst bevolkte, met de hoofdstad Kopenhagen. Het andere grote eiland is Funen (Fyn). Hierbij horen een hele reeks kleinere eilanden : Lolland, Falster, Møn, Langeland, Ærø, Samsø en nog enkele honderden andere.
  • Het eiland Bornholm ligt helemaal apart, ten zuidoosten van Zweden. Het heeft een heel eigen karakter : zonniger, rotsachtig, ...
  • Groenland en de Faeroer eilanden (Færøerne) horen wel bij het koninkrijk Denemarken, maar worden in de praktijk als aparte landen aanzien.

Het weer en de seizoenen zijn vergelijkbaar met Vlaanderen of Nederland, alleen iets frisser door de meer noordelijke ligging. Zie DKI voor uitstekende weerberichten.

Je kan in Denemarken heerlijk uitwaaien op vlotlopende paden en in een aantal gevallen gewoon los over het strand of door de duinen. Wil je specifiek wandelen zonder asfalt en weg van de fietspaden komt er wel wat planning bij te kijken. Denemarken heeft geen uitgesproken traditie van lange afstands wandelpaden ; enkele evidente lange-aftandspaden zijn hooguit 15 à 20 jaar ingericht.
Denemarken heeft enkele relatief kleine nationale parken die ideaal zijn voor enkele dagen hiken en bivakkeren op familie-maat : Thy NP op de noordwestkust van Jutland met strand, stuifduinen en heide. Mols Bjerge NP op de noordoostkust van Jutland, gevormd door zandwallen en morenes van ijstijdgletschers. Roskilde Fjord NP vlak bij Kopenhagen en het Waddenzee NP zijn eerder geschikt voor wie wil vissen, vogelspotten, kayakken, zeilen enz.

Magische sfeer 's avonds op een bivakplaats met shelter in Himmelbjerget.

Denemarken kent een veel beperkte vorm van het "Right to Roam" dan de Zweden of Noorwegen bijvoorbeeld. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen publiek / openbaar domein en private gronden. Op openbaar domein mag je - te voet - vrij rondstruinen m.a.w. ook buiten de officiële paden. Het is ook toegelaten om je er 's nachts te bevinden. Op private gronden is dat alleen mogelijk van 6 uur 's morgens tot zonsondergang én als het niet door een afsluiting of verbodsbordjes weer niet toegelaten is én als het overduidelijk gaat om niet gebruikte grond m.a.w. een weide met vee of een akker mag je uiteraard niet betreden. Dit is de zeer korte samenvatting : voor meer informatie, lees bv. dit artikel.
Dat is de theorie. In de praktijk werkt dit als volgt :

  • In zones waar je van het gemarkeerde pad mag afwijken omdat het gaat om publieke grond zonder speciale bescherming, worden in principe roodgeschilderde paaltjes gebruikt als padmarkering.
  • je mag vrij bivakkeren, met een reeks strikte regels om overlast te vermijden, in staatsbossen. Echter niet in duinen, stranden, veengebieden. Meer hieronder, bij bivakkeren.

In de praktijk is het "Right to roam" alleen van toepassing in zones aangeduid met dergelijke rode palen. Het gaat om ca. 2000 km² vnl. strand, duinen en staatsbos, ongeveer 5% van de oppervlakte van Denemarken.

Overnachten en bivakkeren

Bivakkeren - dicht bij de natuur en maximaal 1 nacht

Denen zijn graag buiten en vinden buiten zijn en buitensport belangrijk. Dit gaat veel verder dan wandelen of fietsen promoten. Het houdt in dat je iedereen, van kinderen tot volwassen en ouderen, elke dag toegang heeft tot echte natuur. Die je ook mag ontdekken en beleven. Het Deense begrip Friluftsliv is dus een stuk ruimer dan "buitensport" of "outdoor sports" van bij ons. Dit wordt door regering en administratie erg serieus genomen en dat maakt van Denemarken een ideaal bivakland.

In Denemarken mag je - behalve in sommige bossen - niet wildkamperen. Maar overal in Denemarken vind je natuurkampeerplekjes die enkel te voet, met de fiets of met een bootje bereikbaar zijn. Ook in het centrum van Kopenhagen. Ze komen in veel maten en soorten. Van de kleine bivakplek waar vaak een vuurplaats (bålplads) en een drinkwaterkraantje (drikkevand) is, vaak ook een composttoilet. Tot shelters (schuilhutten) voor 4 à 8 personen, al dan niet met natuurdouche of zwemvijver, licht en een stopcontact voor de e-bike of de telefoon enz. Je blijft er maar één nacht, bij het vertrek zorg je ervoor dat het vuur volledig gedoofd is, dat alles netjes is en afval wordt meegenomen.

Soms moet je betalen, 5 à 20 € voor het groepje of gezin zijn typische bedragen. Dat is op zijn Scandinavisch : vertrouwen is de basis. Ook waar er helemaal niemand in de buurt is, houd je het systeem gaande door netjes het juiste bedrag digitaal over te maken.

Bivakplekken (primitiv overnatningsplads, teltplads) hebben een maximum aantal tentjes. Vaak is dat slechts enkele tentjes of 6 à 8 personen, soms zelfs maar 2 personen. Wie eerst toekomt heeft voorrang, wie boekt heeft nog meer voorrang. Als de bivakplek vol is of geboekt werd : niet zeuren en zoek een volgende bivakplek "first comes, first served". Wil je zekerheid, kies dan voor de grotere plekken of doe een boeking. De bivakplekken kunnen ook bij privépersonen in de tuin zijn, een micro-camping bij een boerderij of een hoekje van het schoolterrein.

Shelters (dat is ook het woord dat de Denen gebruiken) zijn kleine schuilhutten, in de eerste plaats bedoeld om te overnachten zonder tent ; je moet wel een matje en slaapzak meebrengen. Vaak nemen ze ook een tentvorm aan, en kan je er niet in rechtop staan. In de oervorm hebben ze drie muren en een dak en zijn ze dus aan één kant open. Maar je ziet ook meer creatieve varianten opduiken.
Als een shelter gereserveerd werd, kan je altijd voorstellen om in de buurt de tent op te zetten. Zijn het Denen die reserveerden, vraag dan na of ze blijven slapen. Het gebeurt ook dat ze de plek overdag gebruiken voor een gezellige barbecue onder vrienden en tegen de avond gewoon naar huis gaan. Een aantal shelters zijn recent. Veel zijn al lang in gebruik door de locals, als ontmoetingsplek, als schuilplekje bij het vissen, ... Je bent er te gast van de locals, behandel deze plekken dus met veel respect.

Bossen waar je vrij kan bivakkeren (fri teltning). Dit is de concrete uitwerking van het algemeen principe dat je op publiek land de nacht mag doorbrengen op een vrij te kiezen plaats, zolang dit geen overlast veroorzaakt. Je mag dus de tent opslaan in enkele 100-en stukjes staatsbos, met een aantal belangrijke voorwaarden. Het moet in het bos zijn : onder de bomen, en ver genoeg van pad en wegen dat de tent niet zichtbaar is voor de gebruikers van dat pad / die weg. Idem tenopzichte van huizen. En je moet de 1-2-3 regel toepassen : maximaal 1 nacht op dezelfde plek, maximaal 2 tenten op die plek, maximaal 3 personen per tent. Meer info op de website van Naturstyrelsen (equivalent van Vlaamse Natuur & Bos of Nederlandse Staatsbosbeheer).

Opzoeken en reserveren doe je met enkele Deense websites en apps. De meest gebruikte is Udinaturen.dk waar je de regio en type bivakplaats of shelter kan aanvinken.  Er bestaat ook een app-versie van en die heet gewoon shelter.

De meest klassieke sheltervorm : een houten platform op zitbankhoogte, 3 wanden en een dak. Op een rustige open plek in een bos of parkje.

Specialere versies : op het water, met zicht op de sterrenhemel of op het water, met een andere indeling, ...

Klassieke campings, hotels, B&B's, hostels ...

Wie kiest voor een meer klassieke camping met het bijhorende comfort, dikwijls ook met de mogelijkheid om fietsen of kajaks te huren, of om voor één nacht een "hytte" te huren met wat meer comfort en privacy dan een shelter, kan hiervoor terecht op de ruim 400 klassieke campings. De meeste zijn opgenomen op www.dk-camp.dk

Denemarken kent geen overnachtingen vergelijkbaar met berghutten. Voor wie "binnen" wil slapen verwijzen we door naar de gewone bookingsites. Het enige dat in de buurt komt van een berghut zijn de hostels van Danhostel of de hostels langs stukken van de Hærvejen.

Wel of geen kampvuur

Kampvuur is toegelaten op de hiervoor ingerichte vuurplaats (bålplads). Lokale besturen kunnen als het weer dat vereist een verbod op open vuur (Afbrændingsforbud) afkondigen. Check dit op de BRS website.

Openbaar vervoer

Denemarken is vlot bereikbaar

Met de auto : in een 12-tal uur via het Duitse snelwegennet. Het Deense autowegennet is tolvrij. De grotere bruggen en tunnels en de ferries naar de eilanden zijn betalend. De ferries zijn doorgaans goedkoper.

Met de trein : eveneens in een 12-tal uur met de Duitse ICE-treinen en Deense treinen. Eventueel nog aan te vullen met een lokale trein- of busrit.

Met de bus : goedkoper, maar langzamer, en in de praktijk vaak aan te vullen met nog een lokale trein- of busrit.

Lokale verplaatsingen

Er is een uitgebreid lokaal bus- en treinnetwerk. Treinplanner voor de Deense spoorwegen DSB. Voor de trein zijn serieuze kortingen voor vroegboekers en voor minder drukke uren - kijk uit naar de "orange ticket". Geïntegreerde trein + bus planner. Wie meerdere verplaatsingen wil doen is soms voordeliger met een dagpas (togbillet) ; dit kan wel niet op alle lijnen. Zie GoCollective voor verschillende ticket-types en passen.

Beste periode

In principe kan je in Denemarken het hele jaar door hiken, vergelijkbaar - maar iets frisser - met Nederland of Vlaanderen.

In de praktijk zijn de beste seizoenen maart - juni en eind augustus - begin november :

  • in de wintermaanden is het eerder kil, zijn de dagen relatief kort en zijn er op heel wat plaatsen bv. in duinen paden waar enkele tientallen cm water blijft staan
  • in de zomer is het drukker en moet je bij mooi weer rekening houden met veel muggen
  • de herfst zorgt voor een mooi kleurenpallet. Er wordt gejaagd in Denemarken ; voor zover ons bekend heeft dit weinig impact op de toegankelijkheid van bewegwijzerde paden.
  • in de lente worden echter sommige gebieden met broedvogels afgesloten
  • de passerende trekvogels zijn op sommige momenten en plekken in herfst en lente een waar spectakel.
Bewegwijzering en paden

De bewegwijzering is niet uniform. Als een pad bewegwijzerd is, is dat wel consequent en van degelijke kwaliteit. Vaak zijn het paaltjes met een logo, aangevuld met pijlen. Knooppuntennummers of wegwijzers met vermelding van de afstand of het aantal stapuren kent men niet in Denemarken.
Voor sommige trails is er geen bewegwijzering en is er enkel een gpx beschikbaar.

Kaarten en topogidsen

Dit blijkt het heikele punt te zijn van wandelen in Denemarken. Er zijn weinig kant en klare wandelgidsen waarmee je gewoonweg aan de slag kan. Rother heeft er eentje, de andere klassieke uitgevers hebben er geen. Er is geen organisatie (zoals DNT in Noorwegen, GR-paden in Frankrijk / België / Nederland, ...) met lange staat van dienst voor het onderhouden van lange afstands wandelpaden. Voor de interessantste wandelgebieden is er heel veel online (pdf, specifieke apps, ...).

De paden zijn dus ook niet op uniforme manier gemarkeerd (skiltet), en vaak ook niet gemarkeerd. 

Paden zijn veeleer een manier om de natuur te ontdekken. Ook meerdaagse routes worden opgeknipt in relatief korte dagetappes, die goed doenbaar zijn door families met kinderen en die liefst een duidelijk thema hebben. Niets weerhoudt de gedreven trekker om meer uren te stappen en om meer extraatjes in te lassen langs zijpaden.

Er zijn wel degelijk paden (Stien) voor enkele dagen tot een week, 80 à 150 km, met beschrijving en gpx-file. Dit zijn een aantal bruikbare portals en overzichten :

Calazo geeft klassieke papieren wandelkaarten uit van de belangrijkste wandelgebieden van Denemarken. Daarnaast zijn er goede online-pdf kaarten die je zelf kan printen.

Dit zijn enkele klassiekers die hun strepen verdiend hebben :

  • Gendarmstien : 5 vrij korte etappes met elk een eigen thema, 84 km. Vlotlopend kustpad langs de zuidoostrand van Jutland, dicht bij de Duitse grens. Website. Verschillende topogidsen.
  • Hærvejen : dit pad is tegelijkertijd oeroud en zeer jong. Het volgt een oeroude handelsroute die al duizenden jaren geleden gebruikt werd en is in pas in 2008 - 2014 als langeafstandspad ingericht. Het karakter is dat van een Vlaams of Nederlands GR-pad : oude paden, grindpistes, kleine asfaltwegjes, door het golvende Deense binnenland. In de zomermaanden deels wandelbaar als pelgrimspad, met goedkope hostelservice om de 15 à 25 km. Doorkruist heel Jutland van noord naar zuid en heeft alles om dezelfde status te krijgen als bv. het Pieterpad in Nederland. Website. Goed overzicht vandreruter.dk.
  • Thy Rescue Road / Redningsvejen : 67 km door de wilde duinen van het Thy Nationaal Park. In winter en voorjaar / in natte jaren lastig omdat het water lokaal hoog staat. Website.
    Deze kan ook verder gevolgd worden tot Skagen : zie Nordsøstien (blijft waar dat kan dicht bij de kust of in beboste duinen (Klitplantage) en Hærvejen (zoekt historische plekken op eerder dan natuur). Het geheel Thyboren - Skagen is dan een kleine 2 weken, ca. 250 km.
  • De Camøno of Møn Rundt : een erg recente route, die de kusten van het eiland Møn volgt. Erg gevarieerd, met als speciale attracties de spierwitte krijtkliffen (klint) en de sterrenhemel die in deze uithoek van de Oostzee meer schittert dan elders. 175 km op 7 stapdagen. Erg relax : men promoot zichzelf als "the friendiest hike of the Kingdom
  • Øhavsstien : ook deze trail is vrij recent. 220 km door Zuid-Funen en enkele eilanden. Erg gevarieerd - dank zij een eerder complex routeverloop - en volgens sommigen de mooiste trek van Denemarken. Website.

Wie inspiratie zoekt voor extraatjes :

Bevoorrading en water

In de praktijk geen probleem.
Ook op de meest rustieke bivakplekken is vaak een drinkwaterpunt beschikbaar ; soms op de bivakplek zelf, maar evengoed bij een boerderij of particulier even verderop.
Ook in de meer afgelegen uithoeken van pakweg Noord-Jutland passeer je om de 1 à 2 dagen wel een dorpje met een kleine supermarkt. Je kan best een kookvuurtje meenemen waar je alle kanten mee uitkan volgens wat er te koop is.

Kustpaden - het getij - stromingen

Voor wie het vrij forse getij van de Vlaamse kust gewoon is : het getij langs de Deense kust is een stuk minder.

Aan de Noordzeekust is het verschil tussen laagtij en hoogtij ongeveer 2 meter (minder dan de helft van de Vlaamse kust). Aan de Oostzeekust is het getij nog een stuk minder, aan de zuidkant van Funen en Seeland minder dan een halve meter. Dat heeft als nadeel dat de klassieke oplossing van het kustpad om bij laagtij een paar uur uit te wijken naar het strand, minder goed werkt in Denemarken dan bv. op de kustpaden in Frankrijk of Engeland. Factoren als golfhoogte, luchtdruk, windrichting, ... zijn immers bepalend. Zie hiervoor deze algemene website voor getijden ; deze geeft ook golfhoogte en windsnelheden. Of bekijk de site van het Deense Meteo-Instituut DMI : zij geven uur per uur de prognose van de waterstand (Vandstand) onder invloed van getij, luchtdruk, wind-effect, ...

Bij laag tij en kalme zee kan je de kliff (klint) van Bulbjerg, één van de landmarks van Noord-Jutland, van op het strand bewonderen.

Let wel op voor de enkele plekken met lokale stromingen. De bekendste en meest bezochte is de "botsing" van Noordzee en Oostzee bij Skagen. Ook bij enkele getijkreken in het waddengebied en bij enkele estuaria en op de smalste stukken Oostzee tussen de Deense eilanden kan er lokaal een sterke stroming zijn ; voor dat laatste maakt BOOS iedere dag een voorspelling.

Goede zwemstranden vind je eveneens terug op Udinaturen.dk.

Mobiel netwerk - noodnummers - digitaal betalen

Dekking :
Denemarken heeft een uitstekend mobiel netwerk, wellicht een van de beste van Europa. 4G / 5G dekking op heel het grondgebied. Er zijn geen roaming kosten.De snelheid ligt een stuk lager in sommige wat meer afgelegen gebieden. Check bv. op deze "daekningskort".

Noodnummer : dit is ook in Denemarken 112.
Denemarken raadt af om met een SMS of 112-app een oproep te doen en maakt integraal gebruik van de AML-functie die in het overgrote deel van de smartphones aanwezig is. Het is dus belangrijk om na een noodoproep de telefoon ingeschakeld te houden.

Digitaal betalen : Denemarken koos ervoor om uit de Eurozone te blijven en behoudt zijn eigen munt, de Deense Kroon. Digitaal betalen is algemeen ingevoerd. Voor sommige toepassingen (bv. bustickets, lokale ferry's, ...) vraagt men om dat via een specifiek app te doen, die je dus best vooraf installeert. Voorzie best toch wat cash in kleine biljetjes en muntjes, bv. om wat verse producten in het boerderijwinkeltje (gårdbutik) te kopen of om die ene betalende shelter of die ene afgelegen camping te betalen.