De Vogezen zijn het noordelijkste middelgebergte van Frankrijk en dus het snelst te bereiken vanuit Nederland en België.
De GR5 loopt van noord naar zuid door de Vogezen over de centrale kam. Er zijn echter tal van andere wandelroutes, die ook duidelijk op de kaart staan aangeduid.
Er is een opvallend verschil tussen beide kanten van die hoofdkam. Ten westen dalen de Vogezen in een reeks beboste valleien en heuvels relatief rustig af naar de vallei van de Moselle. Ten oosten ligt de vlakte van de Rijnvallei ; aan die kant is het reliëf veel meer bergachtig, met rotswanden, fraaie meertjes en diep ingesneden valleien die uitgesleten werden door ijstijdgletschers en met eindeloze wijngaarden aan de voet van de Vogezen. Hoe meer naar het zuiden, hoe meer uitgesproken dat bergachtig karakter.
Je stoot bij het wandelen voortdurend op sporen van de turbulente geschiedenis. De grens tussen Frankrijk en Duitsland wisselde voortdurend tussen de Rijn (zoals nu) en ergens dwars door de Vogezen. Middeleeuwse burchten, plaatsnamen in twee talen (bv. "Ballon" en "Kopf" voor de toppen op de hoofdkam), de lidtekens van wereldoorlog 1 op de topppen, ...
De lente en de herfst zijn het beste seizoen. De zomer is ook heel mooi maar is veel drukker.
De regio leent zich ook voor beginnende wintertrekkers, al zijn avontuurlijkere wandelpaden zoals de Sentier des Roches dan te vermijden. De GR5 is wel te volgen. Het hangt van jaar tot jaar af hoeveel sneeuw er ligt. In januari en februari heb je het meeste kans op sneeuw ; het beste is om flexibel in te spelen op een winterprik. Dan kunnen sneeuwraketten handig zijn. Het weer kan er wel guur zijn, op de bergkam kan de wind serieus aanzwengelen. Ga er dus in de winter niet onvoorbereid op pad.
Op weg naar de Hohneck (foto: Debbie Sanders).