Dag 1: Hachimette > Labaroche
Iedereen is tijdig aanwezig in Hachimette, plaats van vertrek. Er wordt kort kennis gemaakt, want de meeste mensen zijn onbekenden voor elkaar. De rugzakken gingen om de schouders en we beginnen aan onze eerste kilometers richting Labaroche. We nemen een korte stop aan een uitzichtpunt waar we met behulp van wat water, officieel gedoopt worden door Debbie.
Foto: Danny Coen
De wandelwegels blijken enkel een kleine aanloop naar een helse klim door het bos. In vogelvlucht naar Le Petit Hohnack. Onder het zachte geknetter van de hoogspanningsleidingen, dwars door een wei, steil omhoog het bos in. Voor de eerste keer draait onze motor te veel toeren, en de meter gaat in het rood. Is dit een voorbode voor de komende 3 dagen?
Uitgeteld op de top verkennen we de oude ruïnes van een middeleeuws kasteel. Er worden volop foto’s gemaakt en we hebben er prachtig zicht op het stadje Colmar dat vlakbij lijkt te liggen.
Foto: Matthijs Voschezang
Als iedereen terug op krachten is, gaan we terug naar beneden, richting eerste bivakplaats. Er wordt gekozen voor camping des deux Hohnack. We kiezen er een plekje op de weide, en die is op één Brits koppel na, volledig ter onze beschikking. Er wordt snel een eerste keer avondeten klaargemaakt voor de tent, en we krijgen zo de kans om eens rustig een praatje te slaan met onze compagnons voor deze 4 dagen.
Foto: Bjorn Desander
Even later zakken we af naar de bar van de camping, de stoelen worden rond een lange tafel gezet en de eerste pintjes worden soldaat gemaakt. Er wordt ook her en der van de plaatselijke wijn geproefd. De lokale mensen aan de toog zijn duidelijk niet aan het proeven, maar kiezen voor kwantiteit in plaats van kwaliteit. Er wordt al flink gelachen aan onze grote tafel en het is duidelijk dat de sfeer in de groep erg goed zit. En dit zal voor de komende dagen zo blijven, zal later blijken. Wanneer de avond valt, wordt er voor ’t eerst in de slaapzak gekropen. Altijd toch even wennen, dat kampeergevoel kruipt maar langzaam in je lichaam.
Dag 2: Labaroche > Chalet Erichson
De eerste nacht in de bivakzak zit erop. De nacht was woelig. Geslapen in stukjes. Maar wel met heel vaste slaapmomenten. Heerlijk om als eerste op te staan met gezang van vogeltjes. Uit de tent om 6u. Op weg naar sanitair, langsheen de verhakkelde jeep van de man met teveel bier en schnaps. Een heel warme douche kunnen nemen , want ’t zal de laatste zijn voor de komende dagen. Na een 3 kwartier worden de eerste van m’n compagnons wakker. Een reuze witte slak trok een spoor over de tent van m’n buurman, de fotograaf. Ik schud een meikever uit de bivakzak.
Om 7u komt Debbie iedereen wekken. Het is bewolkt en het belooft een druilerige dag te worden, maar ’t is voorlopig nog droog. Natte zeiltjes en tenten worden gedroogd en de rugzak terug gevuld. Iedereen betaalt zijn deeltje van de camping bij Debbie zodat we kunnen vertrekken. De gamaschen worden alvast aangedaan en het is twijfelen of de regenjas in de rugzak blijft of niet. Het eerste stuk van de tocht gaat het bos in en even later kunnen de regenjassen boven gehaald worden. Bovenop le Grand Hohnack vinden we de “heksenketels”, een heel mooie rotspartij waar een (slap) Keltisch kruis op staat. Maar een mooi rustmomentje en genieten van al die rotsenpracht met uitzicht op een stadje beneden in de vallei.
De tocht verloopt via een oude vuurlinie, en we nemen onze eerste break dan ook naast de krater van een bominslag. De sfeer in de groep is enorm goed en dat is te merken aan de veel lachpartijen en boeiende gesprekken. De tocht gaat verder langs o.a. overblijfselen van bunkers en loopgraven. Om spreekwoordelijk te eindigen bij een mooi gerenoveerde begraafplaats waar ik toch even stil word en wat foto’s neem.
Foto: Wilfried Vanweverbergh
Ons middagmaal nemen we in een grote ronde in ’t bos. Irish Beef vandaag. En een kippesoepje. Ik maak ook wat energiedrank. En het duurt niet lang of de tocht werd terug aangevat. En er moest geklommen worden. Veel geklommen. En het tempo lag weer hoog. Iets te hoog om echt van ’t uitzicht te kunnen genieten. Maar we bleven gespaard van echt felle regen.
Het verschil van natuur is prachtig. Het ene moment sta je in een naaldbomenbos met struikbegroeing, en even later lijk je plots in de alpen, met een mooie weide. De klim naar Altenkraenkopf is erg mooi en wordt door iedereen vlot verteerd.
Foto: Matthijs Voschezang
Door de lage bewolking en grauwe lucht is er natuurlijk weinig zicht op de verre landschappen maar soms worden de silhouetbeelden van de hikers die verdwenen in de mist, echt dromerig mooi. De afdaling naar Lac des Truites verloopt in iets fellere regen en we nemen een korte break in de overdekte melkinstallatie voor koeien, naast een auberge die vast heel gezellig is binnenin. Peter heeft zware heupproblemen en zijn rugzak wordt zelfs overgenomen voor een stuk door een sterke Nederlander.
Foto: Bjorn Desander
Het vlotte wandeltempo zorgt ervoor dat we reeds rond 15u op de bivakplaats aankomen. In de plaatselijke sauna-hut (lees : Chalet Erichson), zat nog een groepje hikers. De lokale taarten worden fel gesmaakt. Ook het gerookt spek met brood is hartig en lekker. Ik reserveer alvast een portie voor daags nadien.
We zijn vroeg daar en hebben dus alle tijd om onze bivak te installeren. Deze wordt voorzien van een spectaculair kampvuur, dat met veel animo en één tampon van Debbie wordt aangestoken. Iedereen duikt het bos in voor takken.
Foto: Wilfried Vanweverbergh
De honger wordt grondig gestild met een dubbele portie avondeten. Behoudens enkele die het vuur gaande houden, wordt de avond in een overvolle berghut afgesloten met pintjes, frisdrank, wijn en wederom taart. Om 21u is het felle vuur al fel verminderd. Want Bram kan vuur laten uitgaan met zijn ogen. Mysterieus…
Slaapwel !!!
Foto: Danny Coen
Dag 3: Chalet Erichson > Les Hobels
We worden om 5u gewekt door een koekoek die vlak boven ons in de bomen zat. Ik heb even de neiging om op te staan en hem te verjagen, want hij zou echt zelfs de meest vaste slapers gewekt hebben, maar hij besluit om een bos verder zich te laten horen. Soit. Ik ben wakker en besluit de zonsopgang mee te pakken.
Foto: Herwig Vandamme
Na een korte ochtendwandeling installeer ik mij in het bos met m’n koffie en schrijf aan mijn verslag. Als het bijna 7u is, word ik plots opgeschrikt door een beer van een everzwijn op dik 5m van me. Of omgedraaid, want voor ik m’n camera kan pakken, stuift hij steil naar beneden, het bos in. Mijn dag kan niet meer stuk. Het is een heldere ochtend en aangenaam om op te kramen want alles is droog. Of toch bijna. Ik haal mij nog een portie spek en brood, vul de camelbak en iedereen staat klaar om de zwaarste toch van de vierdaagse aan te pakken.
Foto: Herwig Vandamme
Een prachtig blauwe lucht boven ons en een mooie beklimming naar de kam voor ons, langs Lac Vert. De opgedane energie wordt snel verbrand. Maar de beloning is enorm. Wat een verschil met gisteren. Zicht op de heuvels en rotspartijen.
Zicht ook op de melkerij met meer, Lac des Truites, van gisteren. Zo mooi dat we veel korte pauze inlasten en genoten van het uitzicht. Maar ook veel kostbare tijd verloren om de vooropgestelde 21km te halen.
De wandelroute wordt hier druk bewandeld en de avontuurlijke afdaling van de kam is moordend voor de knieën. De vele tegenliggers op het erg steile stuk naar beneden zorgen voor nog extra vertraging. We komen enkele klimmers met touw tegen die waarschijnlijk de rots met uitstekende fallus gaan beklimmen.
Foto: Matthijs Voschezang
Dat ieder zijn eigen hobby heeft, wordt duidelijk toen we de opgefokte felle subaru’s en soortgenoten met veel lawaai rond het meer Lac Blanc, zien verzamelen. We besluiten dan ook om ons middagmaal wat verderop te nuttigen op de rotsen naast het water.
Het is al een stuk in de namiddag als we de vallei doorkruisen om nog 2 topjes mee te pakken. Hier is het veel rustiger om te wandelen, maar het vele stijgen en dalen begint zijn tol te eisen. Het tempo zakt en het wordt duidelijk wie de doorwinterde hikers zijn. Maar er wordt gewacht, zoals het hoort en bemoedigende woorden klinken van voorop. Er wordt nog even gestopt aan een Franse begraafplaats en we pauzeren wat verderop aan een wit kruis waar we wat extra energie opdoen.
Een heel eind verder komen we aan een zeer idyllisch mooie plaats : “l’étang du Devin”. Hier wordt languit genoten van het meer dat ooit een veen was. Ontelbaar veel kikkervisjes brengen enige beweging in het ondiepe water. Is dit de mooiste plek die we mogen aanschouwen? Wat mij betreft wel.
Foto: Bjorn Desander
Aangekomen in de vallei wordt er aan een kerkhof in t dorpje water ingeslagen en ontsmet. De 3l water in de Camelbak waren nagenoeg op. Dat is te merken aan de rugzak die zo verdacht licht bleek. “Ons Debbie” zoekt in het dorp, Le Bonhomme, naar enkele flesjes rood, en vindt die ook. Plots wordt iederéén weer heel vriendelijk tegen Debbie. -(kuchje)-
De klim naar de bivak wordt voor vele van de hikers een ultieme beproeving. Er wordt niet veel meer gesproken met elkaar. Met de avondzon op ons hoofd volgen we de moeizame stappen van de voorligger. Het lijkt soms op de wandeltred van alpinisten in het hooggebergte, waar de lucht veel ijler is. Er blijkt ook geen eind aan te komen. Het is intussen 19u en iedereen snakt ernaar om zijn tentje of tarp recht te zetten en vervolgens neer te ploffen. Maar dan in omgedraaide volgorde.
De wind blaast fel op de heuveltop, en we zoeken wat beschutting achter grote houtstapels om afkoeling te voorkomen. Uit de wind is het genieten van de avondzon, vooral in horizontale positie. Debbie gooit haar rugzak af en trekt nog een spurtje naar de boer wiens veld zou ingepalmd worden. Nadat hij zijn akkoord geeft, zoeken we een vlak stukje grasland om onze tent of tarp neer te poten.
Sommigen onder ons sprokkelen alvast wat klein hout bij elkaar om nog een vuurtje te kunnen maken. Bjorn, onze vaste vuurmaker heeft weinig moeite om er de vlam in te zetten, want al het hout was goed droog. Er wordt gretig getrakteerd met kleine versnaperingen van verscheidene wandelvrienden. We verzamelden met z’n allen rond het vuur en nuttigen er ons laatste avondmaal. Enkele andere zoeken de welgekome rust voor hun tent op om de lange wandeling te laten bezinken. De flesjes rood worden gekraakt en er verschijnen zelfs enkele Oostendse spa-flesjes die duidelijk gevuld zijn met iets anders dan water. Iedereen draagt zijn steentje (of moet ik hier houtje zeggen) om het vuur van brandstof te voorzien. Vooral de jongsten van de groep laten zien dat ze nog wat kracht over hebben en brengen armen vol brandhout.
Maar de meesten zijn moe, en verlangen naar hun slaapzakje. De overschot aan brandhout de dag nadien zal dit bewijzen.
Het begint al snel te overtrekken en de nacht belooft nat te worden. Heel nat zelfs …
Foto: Danny Coen
Dag 4: Les Hobels > Hachimette
Iedereen (of toch bijna) ligt om 7u nog te slapen, of geraakt gewoon niet uit de tent met de verlamde benen van de dag voordien. Maar Debbie doet zonder verpinken haar ronde om iedereen te wekken. Ze bekijkt voor een laatste keer welke paden ons naar onze startplek La Hachimette, zouden terug brengen.
Foto: Danny Coen
Het hoge gras in de bivakweide is kletsnat, en de lucht is wisselvallig. Zal het opklaren, of komen die donkere wolken toch onze richting uit? Maar er valt geen neerslag, en dat is toch altijd aangenaam om de spullen voor de laatste keer in de rugzak te proppen. Er komt zelfs wat medische verzorging aan te pas om nog iemand wandel-klaar te krijgen. Ieder neemt zijn ontbijtje en rond 8u30 zijn we weer vertrokken voor we het goed en wel beseffen.
De zon twijfelt nog even maar besluit dan toch om ons te vergezellen op weg naar de vallei. Aan een riviertje worden de drinkbussen voor een laatste keer gevuld.
We beklimmen nog eens een heuveltje en Debbie moet wat aandringen om iedereen naar het “point-de-vue” te lokken. We laten onze rugzakken beneden, en dé fotograaf van dienst zorgt met statief en zelfontspanner voor wat een heel mooie groepsfoto moet worden. Er wordt wederom flink gelachen, wat op deze foto wel zal blijken.
Een eindje verderop besluiten we nog een korte snackpauze in te lassen, op een heuvelwand, in de halfschaduw van een comfortabel bos, met zicht op de vallei en een reusachtige bloemenwei. Genieten in het kwadraat. We krijgen zicht op de laatste heuvel die het zicht op onze auto’s nog even belemmert.
Foto: Herwig Vandamme
Er wordt voor de laatste dag blijkbaar nog flink doorgewandeld, maar het valt niet op omdat er gezellig gekeuveld en gelachen wordt. Groot is dan ook de verbazing als blijkt dat we 1 persoon missen. Er wordt halt gehouden, rugzakken worden op de grond gezet, en een korte zoekactie wordt op touw gezet door Debbie en twee Nederlandse trailrunners, zo blijkt. Het duurt een tijdje maar iedereen is uiteindelijk tevreden dat de persoon (iets te laat) zijn telefoon gebruikt en er niets ernstig gebeurd is. Licht aangeslagen door dit gebeuren worden de laatste kilometers door het bos afgerond, om daar de “verloren zoon” aan zijn auto te zien staan. Het fruit smaakt lekker op de tong, frisse kledij werd aangetrokken, deodorant wordt onder de armen gespoten en er wordt nog een tweede zoekactie op touw gezet. Deze keer op zoek naar startkabels, om een platte batterij terug tot leven te wekken. Het is intussen 13u als er geknuffeld, ge-hand-shaked en ge-schouder-klopt wordt. Sommigen hebben nog +700 km autoweg voor de boeg, dus er kan niet al te lang getreuzeld worden.
De allerlaatste zoektocht, naar een lekker pakje friet, loopt echter op een sisser af. Ik kan besluiten dat we dit dus nog eens zullen moeten overdoen …