Dit stukje van de Franse Alpen kent twee totaal tegenovergestelde gezichten. Aan de rand twee intensieve skigebieden en het mekka van wielrenners met Alpe d'Huez en Col de Galibier. In de kern een avontuurlijk wandelgebied waar je meer herders zal ontmoeten dan wandelaars en met nauwelijks gemarkeerde paden. Een bestemming voor tent-trekkers met zin voor avontuur.

Situering

De Grandes Rousses vormen een granietkam met enkel scherpe pieken (ca. 3400m) en gletschers. Voor de wandelaar zijn er een aantal plateau's met een hele reeks meertjes. Aan de zuidrand ligt het skigebied van Alpe d'Huez. Eén van de meest intensieve skigebieden van de Alpen en ook in de zomer druk met mountain bikers die de pistes afdalen, wegfietsers die de zelfde route willen fietsen als de sterren van de Tour de France enzovoort. Hoe meer naar het noorden, hoe wilder, puurder en leger het landschap. De Grandes Rousses lopen er langzaam uit op de Col de Glandon. Aan de overkant van deze col sluit dit gebied aan bij de Belledonne.

De drie markante kalkpieken van de Aiguilles d'Arves (ca. 3500 m) met hun opvallend silhouet zijn eveneens noord-zuid georienteerd. Hier ligt het skigebied aan de noordkant, in Valloire en la Toussuire. Kleiner, familialer. En eveneens zeer goed gekend bij wielrenners en tour de France liefhebbers met de Col de Télégraphe en Col de Galibier. 

Tussen deze twee heeft de ondergrond weer een andere samenstelling. De leisteen zorgt voor een afwisseling van brede kammen en scherp ingesneden ravijnen en kloofdalen. De hoogste toppen zijn net geen 3000m en toegankelijk voor bergwandelaars, met Pic du Mas de la Grave (3020m) als bekendste.
Dit deel heeft het statuut van militair oefenterrein ; in november of december en uitzonderlijk in mei voert het Franse leger hier grootschalige oefeningen uit. De rest van het jaar is dit een ongerept natuurgebied waar de enige infrastructuur bestaat uit een aantal herdershutten. Hier is de voorbije 10 à 20 jaar verandering in gekomen ; een aantal herdershutten zijn omgebouwd tot kleine berghutten en beetje bij beetje wordt het bergwandelpotentieel van dit gebied toegankelijk gemaakt. Daarvoor was alleen de zuidrand goed gekend bij bergwandelaars met de etappe van de GR54 over plateau d'Emparis als hotspot. 

Openbaar vervoer en bereikbaarheid

Noordkant : Zeer goede TGV-verbinding naar Saint-Jean de Maurienne of Saint Michel de Maurienne. Van daaruit is er een zeer beperkt busaanbod naar bv. Albiez, Saint Sorlin of naar Valloire. Het is best om altijd vooraf te reserveren ; de meeste bussen zijn TAD ("transport à Demande"). Maar vaak zal je voor het laatste kleine stukje een taxi moeten nemen. Zegden we al dat dit een afgelegen en erg rustig wandelgebied is ? 
De taxi heeft als voordeel dat die je een stuk hoger kan afzetten bv. op de Col de la Croix de Fer.

Zuidkant : TGV tot Grenoble en snelbus naar Bourg d'Oisans. Van daaruit lokale bussen naar l'Alpe d'Huez en zijn satelieten, het hele jaar door ; de uren van de lokale bus en de snelbus naar Grenoble zijn op elkaar afgestemd. Of je blijft nog even op de bus zitten en stapt uit in Le Freney. In l'Alpe d'Huez kan je in de zomer met de kabelbaan nog een stuk hoger.