Enkele begrippen
Verdamping
het proces waarbij water overgaat van vloeibaar naar gasvormig. Hoe hoger de temperatuur en hoe droger de omgevingslucht, hoe gemakkelijker water verdampt.” Verdamping kost energie. Energie die uit de omgeving wordt gehaald en een afkoelend effect heeft. Je herkent waarschijnlijk het fenomeen van de natte dampende rug wanneer de rugzak wordt afgezet. Je kledij koelt af door de latente verdampingswarmte die op zijn beurt door conductie een koude gevoel geeft.
Dauwpunttemperatuur
De temperatuur waarbij lucht met waterdamp verzadigd geraakt (bij gelijke druk en vochtgehalte). Het geeft aan tot welke temperatuur de lucht ’s nachts moet afkoelen om condensatie te vormen. (bv bij het afkoelen van de lucht op een herfstige avond wordt er dauw gevormd. Zowel op het tentzeil als op het omliggende gras.)
Infra rood uitstraling
doorheen de dag ontvangt de aarde stralingswarmte van de zon. Iedereen voelt het verschil wanneer op een koude sombere winterdag plotseling de zon gaat schijnen. Omgekeerd, wordt tijdens de nacht warmte afgegeven aan het heelal. Je voelt dit verschil wanneer je op een heldere nacht eerst onder een boom zou staat en later in een open veld. Op een heldere nacht met weinig wind krijgt omwille van dit fenomeen het tentzeil en het gras een lagere temperatuur dan de omringende buitenlucht waardoor er dauw vormt indien de dauwpunttemperatuur hoger is dan de temperatuur van het tentzeil of het gras. Wolken, maar ook het bladerdek van een boom of een afdak van een schuur zorgen ervoor dat de nachtelijk uitgestraalde warmte vanaf het aardoppervlak gedeeltelijk wordt teruggekaatst. Het netto effect is dat het aardoppervlak onder wolken, bladerdek of een afdak minder fel afkoelt dan onder een open hemel. Bijgevolg koelt je tentstof ook minder fel af onder een wolkendek, bladerdek of een afdak en is de kans op condensatie op het tentzeil in deze situatie kleiner dan onder een open hemel. “Het fenomeen wordt bv zichtbaar wanneer er zich rijp heeft gevormd op het tentzeil terwijl de grond ijsvrij bleef. Het zeil koelde sterker af dan de omgevende lucht door uitgestraalde warmte. De grond profiteerde daarentegen van een constante aanvoer van warmte dieper uit de bodem waardoor de temperatuur hoger bleef.
Condensatie problemen bij tenten en shelters
Oorzaken, en hoe te beperken
Er worden op forums veel persoonlijke ervaringen uitgewisseld over condensatieproblemen in de tent. Helaas heb je weinig aan dergelijke ervaringen in het bepalen van je eigen tent keuze omdat twee gelijke tenten in elkaars omgeving verschillend kunnen reageren.
Wikipedia geeft een korte uitleg over de verschillende fases van water. We zijn vooral geïnteresseerd in het condensatieproces. Hoe wordt dit gevormd en hoe dit in het beste geval te beperken?
In bovenstaande schema wordt weergegeven hoeveel gram water één kubieke meter lucht kan opslaan op zeeniveau bij een bepaalde temperatuur. Water in gasvorm is onzichtbaar voor het blote oog. Hoe warmer de lucht hoe meer waterdamp hij kan bevatten. Bij een relatieve vochtigheid van 100 % is de lucht compleet verzadigd door waterdamp. Daalt de temperatuur dan gaat een deel van de damp over in vloeibare vorm tot het terug tot een evenwicht komt. Wanneer het vriespunt wordt bereikt gaat water over in een vaste vorm (ijs). Water beweegt zich constant tussen de fases vast, vloeibaar en gas en naargelang de omstandigheden van het moment gaan we daarmee worden geconfronteerd en niet alleen wat betreft het water dat uit de hemel valt of reeds in de lucht hangt. We komen daar later nog op terug.
Potentiële leveranciers van vocht
- Er is de waterdamp die al in de lucht hangt, zowel binnen als buiten de tent. De lucht kan al verzadigd zijn van waterdamp dan hebben we geen buffer bij een extra toevoer van waterdamp langs binnen. Zeker wanneer er geen wind is. Daalt dan ook nog eens de temperatuur dan kan alleen nog maar een zeemvel helpen. Bij een lagere luchtvochtigheid hebben we wat meer marge wanneer het buiten afkoelt.
- Bij iedere uitademing voegen we extra water toe aan de lucht. Hoe meer personen, hoe kleiner de ruimte, hoe hoger het risico dat er bij ongunstige omstandigheden condensatie optreedt.
- De ondergrond kan vocht afgeven. De verdamping is groter wanneer je geen grondzeil gebruikt. De grond in de voortent wordt meestal niet afgedekt.
- Vochtige natte plaatsen zijn potentiële leveranciers van extra waterdamp (een kamp naast beek of meer). Koude lucht is zwaarder en zakt af naar lager gelegen plaatsen in het landschap. Stel je je tent op in een depressie (laagtes in het landschap) dan kan extra koude accumuleren en daarmee vergroot het risico op condensatie.
- Aanvoer van waterdamp door het koken in de tent.
- Vochtige kledij die te drogen hangt in de tent.
Je kan je zo enkele scenario’s voorstellen waar condensatie onvermijdelijk gaat zijn. Wanneer de lucht verzadigd is met water na een storm of natte sneeuwval, de wind is weggevallen, de temperatuur beginnen zakken, dan wordt condensatie bijna onvermijdelijk. Je ziet soms ook condens verschijnen langs de binnenkant van het zeil tijdens regen omdat de regen het buitenzeil doet afkoelen tot onder de dauwpunttemperatuur van de lucht in de tent. De bewoner denkt dat zijn tentzeil water door laat terwijl het wordt veroorzaakt door condensatie op een zeil.
Hoe groot de ventilatie openingen ook zijn, bij wegvallende wind en dalende temperatuur gecombineerd met nachtelijke uitstraling is condensatie haast onvermijdelijk. Wind is nodig om goed te kunnen ventileren en tegelijk helpt de aangevoerde lucht om de temperatuurdaling (door uitstraling) van het zeil te beperken. Condensatie tref je niet alleen aan op het buitenzeil. Ook op het grondzeil, de ruimte tussen je slaapmat en een koude ondergrond (bv een tent opgesteld op een sneeuwlaag), kan condensatie optreden. Het hoeft niet te betekenen dat je grondzeil waterdoorlatend is geworden. De opstaande waterdichte wanden van de binnenkuip, zeker in de hoeken zijn gevoeliger bij dalende temperatuur.
Dubbel versus enkellaagse tenten
Bij gebruik van een tweelaagse tent (een combinatie van een buiten en binnentent) bouw je een buffer in en heb je een geleidelijke temperatuurdaling tussen de binnenruimte en de buitenwereld. De vochtige lucht beweegt zich dan via het luchtdoorlatende binnenzeil naar de ruimte tussen binnen en waterdicht buitenzeil. Het binnenzeil blijft door deze luchtlaag op een hogere temperatuur dan het buitenzeil dat onder invloed kan staan van de nachtelijke uitstraling. Mochten er zich toch vallende condens druppels vormen dan zorgt het binnenzeil ervoor dat deze worden opgevangen. Dichtere binnentent stoffen met meer massa werken beter dan tenten waar de binnentent uit mesh is opgebouwd. De conclusies in volgend filmpje zijn juist maar onvolledig.
De temperatuur kan in arctische omstandigheden zoveel dalen dat zelfs het binnenzeil het vriespunt bereikt ook al zou je kunnen vermoeden dat de menselijke activiteit als potentiële warmtebron de temperatuur binnenin hoog genoeg kan houden. Helaas is dat niet zo.
De ijs opbouw op luchtdoorlatende stoffen verloopt anders, en is veel fragieler dan op gladde oppervlakken. Bij een gesloten binnentent kan er ijs opbouw ontstaan op de wanden van de binnentent bij ventilatie doorheen het gaas. Er worden ook “enkel dak” alpine tentjes gemaakt voor winterse omstandigheden.
De (vroegere) Tenshi van Nemo als voorbeeld levert aanvullend een ademend doek dat in de tent wordt opgehangen. Het probeert de waterdamp op te vangen van je ademhaling zodat je in principe enkel het doek ijsvrij moet maken en de rest van de wanden van de tent minder condens vangen. Moet je dan weg blijven van enkele laag shelters of tarp? Alles staat of valt met de mogelijkheid om maximaal te ventileren. Je moet de kennis en kunde hebben om het probleem beheersbaar te houden of er mee kunnen leven wanneer het onvermijdelijke zich voor gaat doen.
Adviezen
- Blijf weg van tenten met beperkte ventilatiemogelijkheden
- Kies met zorg je bivakplek. Een kort overzicht zie je visueel voorgesteld in een kort filmpje.
- Ventileer maximaal. Ook een mesh deur werkt als rem. Het is zelfs beter om voor zover mogelijk je tentdeur gans open te laten en wanneer mogelijk rechtstreeks richting buitenlucht uit te ademen.
- Verpak je klammig geworden kledij/handschoenen in een dampdichte zak (bv plastiek) wanneer je overnacht in diepvriestemperaturen en neem die mee in de slaapzak of steek hem tussen slaapzak en slaapmat om bevriezen te voorkomen.
Enkellaagse shelters
Zolang condensatie tegen het zeil niet hinderlijk blijft gedurende de nacht kan je er beter niets aan doen. Condens wegvegen heeft immers tot gevolg dat doek weer sneller afkoelt en zich snel nieuwe condens vormt die dan sneller gaat beginnen druppen gezien je het evenwicht in de druppelvorming hebt verstoord. Als het in de tent effectief begint te druppen veeg je beter je zeil droog.
In de winter kan een borstel met blik handig zijn om gevormd ijs en sneeuw te verwijderen uit je binnentent. Zeker wanneer je stuifsneeuw of ander fijnkorrelig ijs moet verwijderen. Aan een zeemvel of iets dergelijks heb je dan niet veel. Draag er zorg voor dat kritisch gerief (kledij,slaapzak) beschermd worden. Het heeft weinig zin om wanneer je een meerdaagse tocht onderneemt in de ochtend te wachten tot je tent droog is. Zit je met condensatie opgescheept dan is vermoedelijk de luchtvochtigheid toch te hoog. Zeem het zeil zowel langs buiten en langs binnen zo droog mogelijk. Voor een tweelaags tent waar de binnentent is opgehangen aan de buitentent vraagt dat een extra inspanning omdat je ze moet loskoppelen. Pak je tent in om ze bv tijdens de middagpauze op te stellen. Wanneer het wat warmer is, de luchtvochtigheid lager is, droogt ze wel sneller. Ook het moment om je slaapzak of ander klammig geworden materiaal te laten luchten.
Condensatieproblemen in kledij
In ons artikel over buitensportkledij voor de winter geven we reeds veel informatie omtrent de kledij zelf.
Hikers denken vaak, bij het verleggen van hun ambities richting winter, dat vochtproblemen definitief tot het verleden behoren. Gedaan met regen, vaarwel nattigheid. Lang leve de (droge) sneeuw. Daarin vergist men zich uiteraard. Het vochtprobleem komt in de winter niet langs buiten, maar van binnenuit.
De wortels van de mensheid ligt in meer tropische gebieden. Over het algemeen kan een mens beter om met warmte dan met koude. Anders dan de dierenwereld dragen we kleding om ons te beschermen tegen negatieve invloeden van buiten om zo onze lichaamstemperatuur constant te houden. Zowel een bescherming tegen koude als vocht omdat met het vochtig worden van onze kleding het isolerend vermogen van de kledij er dramatisch op achteruit gaat. Tegelijk moeten we flexibel kunnen anticiperen op de omstandigheden van het moment. Het gaat dan over de wisselende weersomstandigheden, het variabel inspanningsniveau op onze tocht tot het moment wanneer ons lichaam in rust is. We moeten naast onderkoeling immers ook vermijden dat ons lichaam oververhit geraakt wat in winterse omstandigheden bijkomende problemen geeft.
Thermodynamisch evenwicht: warmteverlies = warmteproductie
Warmteverlies
E: Evaporatie staat voor verdamping. Hoe hoger het inspanningsniveau hoe meer vocht er onder de vorm van transpiratie via de huid wordt geproduceerd. Verdamping zorgt voor afkoeling. Het uiteindelijk doel is om de transpiratie zo laag mogelijk te houden omdat het vocht hier geproduceerd negatief in kan werken op onze beschermende kledij. Vermijden kunnen we het niet. Beperken wel door het bijsturen van ons inspanningsniveau en/of kleding om oververhitting en daarmee overbodige transpiratie te voorkomen. Onze huid is ademend en er zal altijd een uitwisseling zijn van (water)damp. Wat grof gesteld: wij zijn gewoon een poreuze dampende warmwaterzak waarbij onze huid bij oververhitting de radiator is om ons af te koelen.
RS: Respiratie bij iedere ademhaling wordt er warmte en waterdamp afgegeven. Dit verlies is onvermijdelijk.
Cd: staat voor conductie. Het warme lichaam verliest warmte door aanraking van een koud en goed warmtegeleidend voorwerp. Te vochtige kledij geleidt de warmte ook beter. Door te isoleren kan je dit warmteverlies beperken (bv de zitlap wanneer je op een koude steen gaat zitten, de isolerende handgreep van een wandelstok of het wisselen van natte kledij door droge.)
CV: staat voor convectie. Er is uitwisseling van warmte tussen de koudere omringende lucht en het warmere lichaam. Ook nog eens opgedreven door de heersende wind (zie ook windshill wat verder in dit artikel). Een wind blokkerende toplaag boven de isolerende lagen wordt dan een noodzaak. De mate van isolatie hangt alleen maar af van het vermogen van de stof om de lucht rondom het lichaam in een laag vast te houden. Stilstaande lucht is immers een goede isolator.
R: staat voor Radiatie.De warmte uitstraling van het lichaam naar de omgeving.
Warmteproductie
Cd: conductie staat voor de inname van warmte via voeding (bv warme thee) of het gebruik van warmte pads in sokken of handschoenen.
R: stralingswarmte door de zon (of bijvoorbeeld van een kampvuur).
Cv: convectie door andere externe warmtebron (bv warme lucht van kampvuur).
W: work staat voor inspanning. Hoe groter de inspanning hoe meer warmte er wordt geproduceerd door het lichaam in arbeid.
M: staat voor metabolisme. De inname van voeding en het omzetten in brandstof voor het lichaam. Hoe hoger de inspanning hoe minder behoefte aan isolatie hoe groter het belang van de voeding om het systeem op temperatuur te houden.
Algemeen schema
We overlopen de algemene conclusies van onderstaand schema.
Het is vrij complex om zelf aan de slag te gaan met het berekenen van je kledij/voeding in functie van temperatuur en inspanning.
F: temperatuur in fahrenheit
omzetter fahrenheit naar celsius
Bij zware fysieke inspanning heb je ook bij lage temperatuur weinig isolatie nodig om tot een thermisch evenwicht te komen (groene lijn). Deze behoefte neemt bij lage intensiteit of bij het slapen (blauwe lijn) flink toe. Het activiteitenniveau is tijdens een tocht erg dynamisch. De stevige klim bergop, de rustmomenten wanneer je een pauze neemt. De kamp activiteiten op het eind van de dag. Bij het opzetten van je tent ben je nog flink in de weer maar mogelijk, zeker bij arctische omstandigheden krijgen de handen het koud. Bij koken en sneeuw smelten komt er weinig fysieke activiteit kijken en neemt de noodzaak van isolatie toe. Onderweg kan er een groot verschil zijn in temperatuur (denk aan dag/nacht, plotse omslag van het weer…). Het gevolg is dat je aan de slag moet met een vrij dynamisch kleding model en moet je leren anticiperen om niet oververhit of onderkoeld te raken. Sta je stil voor een pauze dan doe je bij winterse omstandigheden direct een extra laag isolatie aan om afkoeling te vermijden . Vertrek je opnieuw en weet je dat je gelijk een inspanning moet leveren is het logisch dat je deze laag uit doet voor vertrek om te vermijden dat je pas bij oververhitting en zweten stopt om een kledingstuk uit te doen. Op dat moment is mogelijk je isolerende laag vochtig geworden door interne condensatie en voel je het afkoelend effect. In winterse omstandigheden is het zelf niet onmogelijk dat er intern bij het bevriezen ijs wordt gevormd en wanneer je je materiaal niet tussendoor kan drogen zit je in een vicieuze cirkel waarbij de vochtigheid in je kledij de isolatie steeds verder naar beneden haalt (conductie ipv isolatie).
Temperatuur versus gevoelstemperatuur
Niet alleen de luchttemperatuur is belangrijk om weten. Misschien nog wel belangrijker is de gevoelstemperatuur. We stralen warmte af naar de omgeving. In een windstille omgeving vormt er zich een soort warmteschild rondom ons afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Wanneer het waait is er een geforceerde convectie van warmte rond de huid die wordt afgevoerd door de wind. Dit noemt men de gevoelstemperatuur. Vergelijk het met het blazen bij een te warme soep. Hoe harder de wind waait hoe lager de gevoelstemperatuur hoe hoger het risico op onderkoeling of bevriezingsverschijnselen. In onderstaande grafiek kan de bevriezing risico’s aflezen van de huid.
Vanaf een windchill onder -27°c neemt het risico op frostbite snel toe. Eenmaal in een situatie met wind chill onder -27°c moet alle huid bedekt zijn met isolerende kledij (bv balaclava). Of de winter capuchon door de Lappen uitgevonden, die door zijn specifieke vorm de windsnelheid en dus ook wind chill rond het gezicht beperkt.(bv Expedition Down Parka van Fjällräven). Vergeet ook niet je bril en hou er rekening mee dat wind ook negatief inwerkt op de isolatiedikte.
Oorzaken van condensatie en hoe te beperken
Het beheersen van de vochtigheid in kledij is de sleutel voor een comfortabel gevoel in winterse omstandigheden. We keren terug naar het schema van de opslag van waterdamp in de lucht in functie van de omgevingstemperatuur
Onze huid is ademend en hoe dan ook, er is altijd in meer of mindere mate een uitwisseling van waterdamp naar buiten. Hoe hoger de inspanning hoe hoger de productie. Stel, onze huid is op 36°C en scheidt waterdamp af. Deze waterdamp verplaatst zich naar buiten via de verschillende isolatielagen (kledij,slaapzak,sokken,schoenen). Op zijn weg naar buiten wordt deze damp geconfronteerd met een steeds lager wordende temperatuur. In het beste geval verlaat de damp de isolatie onder de vorm van waterdamp en dan is er niets aan de hand. Het risico bestaat dat de dauwpunttemperatuur in de isolatie komt liggen wanneer er onvoldoende warmte wordt gegenereerd om het vocht naar buiten te drijven met gevolg dat op die plaats de damp neerslaat in de vorm van water en dit de isolatie geleidelijk aan ondermijnt. Kijk eens naar de openingsfoto in het begin van dit artikel. De witte neerslag op de muts en buff van de man is niet afkomstig van sneeuwval maar is het gevolg van condensatie en bevriezing van zijn transpiratievocht.
-beperk oververhitting, onderkoeling door dynamisch om te gaan met je kleding lagen om tot een thermisch evenwicht te komen. Niet te warm, niet te koud omdat samen met oververhitting er een hoger damptransport is via de huid doorheen de isolatie naar de omgeving.
-beperk vochtproblemen door een vlot transport van watermoleculen via basislaag en tussenlaag naar de buitenste laag die je moet beschermen tegen de omstandigheden langs buiten (wind en regen). Iedereen kent het fenomeen van de natte rug bij een flinke inspanning waar een slecht ventilerende rugpand van je rugzak een vlotte verdamping in de weg staat.
Het is net die buitenste laag die voor mogelijke problemen kan zorgen en een hindernis opwerpen voor een vlot vochttransport. Bestaat deze uit een membraan (gtx ed) dan vormt deze wanneer de dauwpunttemperatuur binnen de isolatie ligt een rem op de verdamping. De gtx laag houdt in dit geval het water langs binnen vast. Gebeurt het in de regen, dan denkt de hiker dat zijn jas lek is terwijl het bijna altijd over condensatieproblemen gaat. Het algemeen principe is dat je bij winterse omstandigheden zoveel mogelijk weg moet blijven van kleding die werkt met een waterdicht maar onvoldoende ademend membraan of coating maar beter overschakelt op een buitenlaag die zo goed mogelijk ademt en tegelijk voldoende windstoppend werkt en met voldoende waterafstotende eigenschappen. Technisch spreken we hier over de CFM waarde. CFM staat voor Cubic Foot per/Min. Hoe hoger de waarde hoe meer wind doorlatend de stof is. Gtx heeft een cfm van bijna 0 terwijl Fleece stof rond de 240 zit. Een optimaal windshirt heeft bij een actieve fase een CFM van ongeveer 35. Wat een goed evenwicht is tussen dampdoorlatende eigenschappen en voldoende windstoppend om warmteverliezen door convectie tot in de isolatie tegen te gaan.
Hoe lager het activiteiten niveau hoe lager de CFM kan zijn. Het dragen van je gtx hardshell terwijl je rond je tent hangt kan minder kwaad dan wanneer je in volle activiteit bent. In dit laatste geval kan je beter overschakelen op een windshirt of softshell. Wanneer je toch GTX of andere coating stof wil gebruiken zet zoveel mogelijk oksel – en andere ritsen open wanneer het mogelijk is. Verwacht echter geen mirakels.
Het nauwkeurig meten van de CFM waarde van een stof kan enkel in een labo gebeuren. Kleding fabrikanten vermelden het zelden. Toch kan je enigszins ambachtelijk een ranking maken van de luchtdoorlaatbaarheid van kledingstukken door ze te vergelijken met de luchtdoorlaatbaarheid van twee lagen koffie filter. Deze zou enigszins overeen komen met een ideale CFM voor onze hobby in actieve fase. Dat doe je door in of uitademing doorheen de filterlagen en dit te vergelijken met de weerstand die je voelt wanneer je de stof tussen de lippen houdt. Fabrikanten gebruiken soms een combinatie van stoffen met verschillende luchtdoorlaatbaarheid om de ventilatie te optimaliseren maar het is op voorhand moeilijk in te schatten of dit in jouw voordeel gaat zijn zeker bij lagere temperaturen.
-Wanneer je in arctische gebieden rond trekt en de temperatuur is zo hoog dat het regent dan kan je soms beter een rustdag nemen dan je nat te laten worden.
Het gebruik van een VBL-laag als onderdeel van kleding om condensatieproblemen te verminderen, is vandaag zowat de enige echte oplossing voor langduriger tochten in winterse omstandigheden. Je moet wel met het gevoel om kunnen gaan die bij deze kledingstijl hoort.
Condensatieproblemen in slaapzakken
In ons artikel "Welke slaapzak heb ik nodig" focussen we op de materialen zelf. Hier beperken we ons tot het probleem condensatie en achteruitgang van isolerend vermogen van een slaapzak. Zoals eerder gezegd zal er via de huid altijd een uitwisseling zijn van waterdamp ook al is je lichaam in rust en is er gedurende langere tochten in winterse omstandigheden of op tochten waar je tussendoor je gerief niet kan drogen altijd een risico van opstapeling van vocht in de isolatie van je slaapzak. De karakteristiek van deze terugval is afhankelijk van de vulling.
Bij een synthetische vulling als apex is dit eerder lineair terwijl dons in aanvang een veel steile terugval kent. Alles moet je echter zien in verhouding met het totaalgewicht van de vulling.
Hoe meer massa de vulling heeft hoe kleiner deze terugval is bij een bepaalde hoeveelheid vocht. Het heeft tot gevolg dat een ultralichte donsslaapzak met een uitzonderlijk hoge kwaliteit van dons clusters veel gevoeliger is voor terugval dan een donsslaapzak met een lagere kwaliteit van dons maar met een hoger gewicht. In volgende uitvergrote voorstelling van een dons cluster tov een zich vormende waterdruppel kan je begrijpen dat een dons cluster reageert op een neerslag van water door een collaps.
Een veel gehoord discussiepunt is of je al dan niet een buitentijk met coating neemt voor je slaapzak?
Een buitentijk met een coating (pertex quantum pro:zie boven) zal vocht langs buiten beter tegenhouden dan een buitentijk met enkel waterafstotende impregnatie zoals pertex quantum (foto beneden) terwijl diezelfde coating net een dampremmende laag gaat worden wanneer er zich interne condensatie voordoet en de damp die al wil ontsnappen gaat bevriezen en de poriën afsluit.
Ons advies is dat een slaapzak die voornamelijk voor arctische gebieden wordt aangekocht beter af is met een pertex stof die beter ademt terwijl voor slaapzakken die gebruikt worden bij temperaturen boven het vriespunt voordeel kunnen hebben meer waterdicht te zijn.
Maatregelen om terugval in isolatie te vermijden
- Bereken voor winterse tochten je donsslaapzak niet te krap om marge te hebben zonder met oververhitting te zitten. Hetzelfde geldt voor de vulling van de baffles. Zorg voor een goed onderhouden, propere slaapzak. Laat bij “ondervulling” dons toevoegen.
- Vermijd dat de buitentijk van je slaapzak nat wordt door bv omliggende gras, condens van het tentzeil, ongelukken met lekkende drinkbussen ed.
- Gebruik je slaapzak niet als droogkast voor je gerief op langere tochten omdat je samen met het drogen extra vocht in de vulling pompt. Hoogstens kan je ingepakt in bv een plastic zak je vochtig gerief op temperatuur houden zodat het niet bevriest (bv sokken,handschoenen)
- Gebruik eventueel een overzak of quilt van synthetische isolatie. Het doel van deze dubbele slaapzak is dat, wanneer er toch interne condensatie ontstaat, deze dan in het minder gevoelig apex gebeurt en zo de donsslaapzak in goede conditie houdt.
- Maak gebruik van een VBL. Dat kan een lakenzak zijn uit een dampdichte laag of je doet vbl kledij aan. Het voordeel van deze laatste is dat je ook in de slaapzak extra kledij kan dragen. Dat is niet mogelijk met een vbl lakenzak. Hierboven wordt een zogenaamd “zweetpak” getoond. Helaas zijn dergelijke kledingstukken erg scheurgevoelig op de naden.
- Bij wijze van experiment zou je aan de slag kunnen gaan met een halve VBL door gebruik te maken van een plastic vuilniszak die je over je benen schuift. Kampeerders hebben zich waarschijnlijk al eens afgevraagd waarom net het voeteinde van je slaapzak steeds vochtig is en ter hoogte van de romp dat veel minder het geval is. Volgens de schrijver van dit artikel heeft dit meer dan waarschijnlijk te maken met het feit dat de dampen bij voeten en onderbenen veel sneller de dauwpunttemperatuur bereiken. Er wordt in deze regio veel minder warmte geproduceerd dan ter hoogte van je romp. De lichaamswarmte daar geproduceerd is soms hoog genoeg om het condensatiepunt buiten de slaapzak te houden.
- Compresseer je slaapzak zo weinig mogelijk samen eenmaal hij vochtig is geworden. Het wordt daarna nog moeilijker om hem te laten loften. Pomp alle vochtige lucht uit de slaapzak, klop hem op en laat hem luchten in de buitenlucht alvorens hem terug in de compressiehoes te steken.
- Vermijd dat het zich intern gevormde ijs in de isolatie opnieuw gaat ontdooien wanneer je slaapzak in de compressie zak zit. Wanneer het terug gaat vriezen maakt dat je slaapzak onbruikbaar.