Waar en wanneer komen teken voor?
Een teek is heel klein. (foto: André Karwath)
Parken, weilanden, tuinen en bosrijke gebieden zijn de plaatsen bij uitstek voor teken. In de periode tussen maart en oktober loop je het grootste risico op een tekenbeet. Teken zijn heel het jaar door aanwezig, maar pas bij temperaturen boven de 10° C worden ze actief. Een zachte winter kan er echter voor zorgen dat teken vrij actief blijven. De ervaring leert dat in het hooggebergte (met name boven de boomgrens) de kans op een tekenbeet heel wat kleiner is. Nederland heeft een tekenradar ontwikkeld die je op de hoogte houdt van de huidige toestand.
Teken detecteren hun potentiële gastheer door de uitgestraalde lichaamswarmte, en wellicht ook door geurdetectie. Een teek kan een paar dagen tot enkele weken op dezelfde gastheer blijven zitten.
In hoog gras zitten er vaak teken bijvoorbeeld hier in de Viroin (foto: Debbie Sanders).
Zijn teken gevaarlijk?
Een beet van een teek is vaak onschuldig en pijnloos. Wanneer de teek echter besmet is met een bacterie, kunt u er wel ziek van worden. De bacterie Borrelia burgdorferi is de meest voorkomende ziekmakende bacterie in België en Nederland. Als de teek besmet is met die bacterie, kunt u na zijn beet de ziekte van Lyme krijgen. Daarvoor moet de teek minstens 12 tot 24 u op de huid gezeten hebben. Het is dus van groot belang om de teek zo snel mogelijk op de correcte manier te verwijderen (meer hierover later in dit artikel). Bij ongeveer 1,1 tot 3,4% van de personen met een tekenbeet ontwikkelt de ziekte zich.
Onderstaand kaartje toont de voorkomen van de ziekte van Lyme na een tekenbeet in België. Hieruit kan je afleiden dat sommige regio’s met name de Kempen, de streek ten zuiden van Brussel en de Maasvallei meer risicovol zijn qua besmettingen.
In Centraal-en Oost-Europa (incl. Oostenrijk, Zwitserland, Zuid-Duitsland) kunnen de teken ook besmet zijn met een virus(vorm van encefalitis) dat ontsteking van de hersenvliezen en/of van het hersenweefsel kan veroorzaken. Gelukkig kan je je laten vaccineren tegen dat virus. Tegen Borrelia bacterie is er echter geen vaccin beschikbaar.
Hoe kan je een besmetting met de ziekte van Lyme herkennen?
In 60% van de besmettingen treedt na de beet een rode, ringvormige uitslag op. Dit is het eerste teken van de ziekte van Lyme. Na enige tijd kunnen er griepachtige verschijnselen optreden zoals hoofdpijn, keelpijn, vermoeidheid en koorts. Vaak verdwijnen de symptomen vanzelf.
Bron: https://www.nrdc.org
Het is echter van zeer groot belang dat van zodra die symptomen optreden, je contact opneemt met je huisarts! Die zal je een antibioticakuur voorschrijven. Als de ziekte niet op tijd wordt ontdekt, bestaat immers de kans op meer ernstige verschijnselen waarbij spieren, gewrichten, het zenuwstelsel en het hart kunnen worden aangetast. De meeste van die verschijnselen zijn omkeerbaar als je ze laat behandelen. Alleen de gewrichtsklachten kunnen blijvend zijn, zelfs na behandeling. Hoe langer je wacht met de behandeling, hoe langer het herstel zal duren.
Voorkomen van rode ring na een tekenbeet in Nederland: verspreiding over de verschillende regio’s.
Kan je een tekenbeet voorkomen?
Volgende preventieve maatregelen verkleinen de kans op een tekenbeet:
- Draag gesloten schoenen.
- Doe een lange broek aan en stop eventueel uw broekspijpen in je sokken.
- Draag kledij met lange mouwen.
- Teken kruipen vaak op het hoofd van een kind; laat hen daarom een pet dragen als extra bescherming.
- Vermijd contact met struikgewas en hoog gras, blijf zoveel mogelijk op de paden.
Het is natuurlijk belangrijk dat je ook rekening houdt met de weerscondities. Bij erg warm weer moet je overmatig zweten of verhitting voorkomen. Lange mouwen en/of een lange broek kunnen dan hinderlijk zijn. Bovendien kunnen teken ook via de halskraag naar binnen glijden. Elke avond controleren op tekenbeten is het belangrijkste!
Gaat je naar een natuurgebied waar veel teken voorkomen, dan kan je eventueel de huid insmeren met insectenwerende middelen op basis van DEET of Citriodiol en Icaridin. Let wel, die bieden slechts tijdelijk bescherming. Wees extra voorzichtig bij kinderen bij het gebruik van deze producten. Lees aandachtig de bijsluiter.
Een beet! Wat nu?
- Na elke wandeldag is het belangrijk je lichaam grondig te controleren. Uit ervaring blijkt dat teken overal kunnen bijten. Soms kan je ze zelf niet vinden. Laat die onzichtbare plaatsen dus door je tochtgenoot checken of gebruik desnoods een spiegeltje! Teken zijn minuscule beestjes, dus je zult goed moeten kijken. Vergeet bij kinderen ook niet de controle van hun hoofdhuid. Honden hebben nog meer dan mensen kans op een tekenbeet, zij mogen dus niet vergeten worden.
- Merk je een teek op, dan moet je die meteen verwijderen. Het is van belang dat de teek bij het verwijderen niet wordt beschadigd, anders is het mogelijk dat de teek zijn maaginhoud ledigt in je bloed en je een mogelijke besmetting net in de hand werkt.
- In de apotheek of dierenspeciaalzaak kan je een tekentang kopen. Die is klein en licht en hoort dus standaard in je EHBO-kit thuis. Met een normale pincet is het een pak moeilijker werken en heb je de neiging om te hard te knijpen. Een teek is namelijk zo klein dat je die moeilijk beet krijgt. Bij de koevoetjes die je kunt kopen in de dierenspeciaalzaak zijn er verschillende groottes, enkel het kleinste formaat kan je bij mensen gebruiken. Die koevoetjes zijn nog net iets handiger dan een tekentang.
- Je opent de tekentang en neemt de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast. Werk je met een koevoetje of tekenlepel, dan schuif je de opening net onder het lijfje van de teek. Daarna trek je op een rustige manier de teek uit je huid ofwel recht omhoog, ofwel in een draaiende beweging zoals te zien is in het volgende filmpje
Teken verwijderen met een koevoetje
- Volgens de regels van de kunst moet je de wonde achteraf ontsmetten vb. met een alcoholdoekje of wat ontsmettingsmiddel.
- Noteer de dag van je tekenbeet zodat je, mochten er na verloop van tijd ziekteverschijnselen opduiken, kunt nagaan of het mogelijks met de beet te maken heeft.
Op deze website van de Vlaamse Overheid vind je nog uitgebreidere info. Een overzichtelijk filmpje van het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu waar dit hele artikel nog eens wordt samengevat: