Zuid-Noorwegen is de zuidkust en het hoger gelegen binnenland. Dit komt overeen met de provindies Sørlandet ("Zuidland") en Rogaland. Of op de kaart : de kustlijn tussen Stavanger in het Westen en de uitlopers van de Oslo regio (bij Larvik en Tønsberg).
De zuidkust is rotsachtig, maar van een heel ander karakter dan de fjordenkust die in Stavanger begint. Geen torenhoge kliffen, wel lage afgeronde rotsachtige glooiingen met veel lage eilandjes langs de kust, kleinschalige boerderijen, veeteelt en bosbouw in het binnenland.
Voor de hiker zijn er twee types bestemmingen : de bergen dieper in het binnenland en de kustlijn.
Sørlandskysten
De zuidkust is een geliefde bestemming voor Noren die van zandstrandjes in beschutte baaien en zonnen willen genieten. Vooral het stuk tussen Kristiansand en Larvik is het meest interessant ; grote delen zijn beschermd als landschapspark of nationaal park. Keuze tussen te voet of met een gehuurd bootje of kajak met overnachting op één van de tientallen eilandjes.
Ryfylke en Setesdal Vesthei
In de bergen ten zuiden van de Hardangervidda zijn enkele goed uitgeruste wandelgebieden, met een netwerk van (vaak onbewaakte) berghutten en gemarkeerde paden. Een groot deel van dit gebied is beschermd door een lappendeken van parken en natuurreservaten : SVR in het kort of Verneområda i Setesdal Vesthei, Ryfylkeheiene and Frafjordheiene. Het is het zuidelijkste gebied waar rendieren voorkomen.
Deze regio heeft een aantal enorme stuwmeren, die samen zorgen voor een derde van de in Noorwegen opgewekte hydro-energie. Niet toevallig behoort dit gebied tot de natste gebieden van Scandinavië, en net zoals in de westelijke Hardangervidda zijn de hogere delen van het plateau daardoor vaak tot diep in de zomer erg sneeuwrijk. Deze gebieden zijn vooral bij buitenlanders minder bekend en daardoor zelfs in het hoogseizoen vrij rustig.
In het binnenland van Stavanger ligt Ryfylke; dit wandelgebied ligt omheen de zuidelijkste "echte" fjord van Noorwegen, de Lysefjord. Deze fjord is wereldberoemd door de uitzichtspunten van Preikestolen en Kjeragbolten die iedere zomer honderdduizenden toeristen aantrekken. Daarbuiten is het een rustig en erg gevarieerd gebied, met bergen tot 1000 à 1400 m hoog, heel veel meertjes en machtige uitzichten op de fjorden en de fjordachtige valleien.
Setesdal Vesthei is een geaccidenteerd hoogplateau dat de zuidelijke voortzetting is van de Hardangervidda. Het ligt ten westen van het Setesdal, de grote centrale vallei van de Otta rivier waar de grote weg 9 loopt. Het Setesdal loopt dwars door Zuid-Noorwegen, vanuit Kristiansand naar het noorden.
Ryfylke en Setedals Vesthei vormen in de praktijk één gebied van enkele 1000 km². Het onderscheid zit hem eerder in waar je vertrekt en welke provincie (Rogaland voor Ryfylke of Sørlandet voor Setesdal) er naast DNT instaat voor de aanleg van paden en hutten. Je kan er naar believen wandellussen of doorgaande tochten van enkele dagen tot een 2-tal weken maken, in zomer of winter.
Frafordheiane
Dit is de uitloper van het gebied tussen de Lysefjord en de Frafjord. De Frafjord is de minder bekende zuidelijke zijtak van de Lysefjord. Landschap en beleving zijn dezelfde als in Ryfylke en Setesdal Vesthei. Alleen staat dit deel bijna niet op de radar van de hikers en zal je hier dus bijna niemand ontmoeten.
Gjesdal
Gjesdal is de uitloper van Ryfylke ten zuiden van Frafjord, een zijtak van Lysefjord. Dit gebied heeft een aantal gemarkeerde paden (rode T). Behalve bij de locals is het ook weinig bekend bij Noorse toeristen, en al helemaal niet bekend bij buitenlanders. De uitzichten zijn net iets minder spectaculair, de bergen net iets minder hoog. Maar het is er veel rustiger en je zal er veeleer resten van oude bergboerderijtjes aantreffen dan sporen van de aanleg van stuwdammen. Iets lager ook, dus bos, heide en open fjell worden mooi gecombineerd.
Setesdal Austhei
Dit wandelgebied ligt aan de oostkant van het Setesdal. Het vormt een soort lange kam en is in de praktijk geschikt voor een doorgaande tocht van ca. 1 week. In het noorden is het vergelijkbaar met Ryfylke en Vesthei : open plateau met met meertjes en afgerond reliëf. Naar het zuiden toe worden de kammen smaller en lager en is het gebied meer bebost.
Het gebied wordt beschermd in functie van enkele rendierkuddes.