Wandelen in Lapland is voor velen een trekking in het enorme Laponia park, met namen zoals Sarek, Kungsleden en Nordkalottleden. De bergen rond Sulitjelma zijn de voortzetting van dit prachtige gebied, aan de Noorse kant. De diep ingesneden valleien, de hoge toppen met ijskappen en de vele meren en meertjes zorgen voor een dramatisch berglandschap.
Dit gebied is erg weinig gekend bij buitenlanders maar biedt heel wat mogelijkheden.

Situering

Het dorp Sulitjelma ligt op het uiteinde van een fjordachtige vallei, langs alle kanten omringd door de Scandinavische Alpen. Het is vrij vlot bereikbaar : er is enkele keer per dag een bus naar het station van Fauske ; dit ligt op de spoorlijn van Trondheim naar Bodo. Het was vele eeuwen in gebruik door Sami. Pas in de 19e eeuw vestigden zich hier de eerste Noorse boerderijen ; kort daarna werd het een centrum van mijnbouw. De mijnbouw bleef actief tot 1991.

De Sulitjelma- en Blåmannsisen-massieven liggen aan de noordoostkant van de vallei en vormen min of meer de grens met Zweden. Het is het hoogste en meest alpiene bergmassief in Noorwegen ten noorden van de poolcirkel. De Blåmannsisen is een ijskap van ca. 85 km². De Sulitjelma-isen is zo'n 30 km² groot. Net over de grens ligt de Stuorrajekna ijskap, de grootste gletsjer van Zweden.

Aan de zuidkant van deze vallei ligt het Junkerdal Nationaal Park. Dit park is landschappelijk en botanisch zeer interessant. Zowel Zweedse als Noorse Sami trekken met hun rendierkuddes in dit park.

Het gebied is goed voorzien van berghutten van DNT, meestal kleine onbemande hutten. Het is dus haalbaar om hier een trektocht te maken zonder tent.

Wandeltochten

Sulitjelma is het startpunt van de Nordkalottleden. Het ligt ook halfweg de Nordlansdruta ; deze vallen hier voor een 10-tal etappes samen.

De Nordlandsruta is de meest logische keuze voor wie het gebied zuidwaarts wil doorkruisen. Dit kan zonder tent ; de hutten liggen maximaal 20 km (en vaak veel minder) uit elkaar. Het Junkerdal NP doorkruisen m.a.w. Sulitjelma - Lønsdal vraagt 5 à 8 stapdagen. Wie kiest voor 8 stapdagen heeft op de meeste etappes ruim de tijd om extraatjes (toppen, verborgen meertjes, ...) toe te voegen.

Nog een logische tocht is een lus omheen de Sulitjelma-ijskap. Vanuit Sulitjelma-dorp gaat men zuidwaarts en steekt vervolgens met een informeel pad de grens met Zweden over (keuze uit 3-tal cols). Daar pikt men de andere tak van de Nordkalottleden op : de Zweedse variant richting Kvikkjokk. In Stáddájåhkå gaat het opnieuw richting Noorwegen en richting afdaling naar het startpunt. In dit Zweedse stuk van de Nordkalottleden / in deze Zweedse uithoek van dit bergmassief zijn er zo goed als geen hutten en is er nauwelijks passage : als wandelaar ben je helemaal op jezelf aangewezen.

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Tochtverslagen