Situering

Het Nationaal Park Svartisen-Saltfjellet ligt in het noorden van Noorwegen, pal op de poolcirkel. Het bestaat uit twee delen die elk een eigen karakter hebben. Het park is erg groot, ca. 2600 km².

Svartisen is een dubbele ijskap van ca. 315 km², de tweede grootste van Noorwegen. De overvloedige sneeuwval houdt dit gletscherijs in stand. De twee ijskappen zijn gescheiden door een smalle vallei, Vesterdalen. Uit de ijskap stromen enkele gletschertongen naar de vallei. Vooral Engabreen was een speciaal geval : het was de enige gletscher van het Europese continent die tot aan de zee kwam. Ook nu de gletscher wegkrimpt door global warming blijft het een toeristische atractie voor cruise-schepen in de fjord voor en toeristen die even op het ijs willen staan.

De andere helft van het park, Saltfjellet, ligt landinwaarts van deze ijskappen. Hier is een heel dicht netwerk van DNT-routes en onbemande hutten (DNT en Statskog). Het is allicht het populairste gebied in de noordelijke helft van het land, met talloze toppen tot boven de 1500m. Deze kant is ook zeer vlot bereikbaar : aan de oostkant loopt de E6 hoofdweg en de spoorweg Tronheim - Bodø. Aan de overkant van de spoorweg sluit het aan bij Junkerdal NP. Ook daar is er een dicht netwerk van DNT-paden en zijn er heel veel (vnl. onbemande) hutten.

Net ten noorden van het park ligt Láhko National Park. Dit park beschermt één van de weinig kalksteenberggebieden in Noorwegen ; het gebied is gekend omwille van interessante karst-verschijnselen en omwille van planten en bloemen die bijna nergens in Noorwegen voorkomen.

p8183331_1200x900.jpg

Saltfjellet in de zomer (Willem Vandoorne).

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Wandelen in Svartisen-Saltfjellet

De ligging op de poolcirkel, op een serieuze hoogte en in bergen vrij dicht bij de zee stelt toch speciale eisen. Bij mooi weer zijn er alleen de eisen van het terrein ; hoogteverschillen, rivieren doorwaden, bergpaden, stukken veen, ...
Bij regenweer werkt alles samen om je tot op het bot te verkillen : combinatie van regen, mist, wind en temperaturen dicht bij het vriespunt en eventueel zelfs wat verse (pap)sneeuw. Ook wie de tent niet meeneemt blijft de rugzak zwaar : in het hele gebied is er geen enkele bewaakte of self-service hut, dus al het eten gaat mee in de rugzak.

Voor het westelijk deel ben je in zo'n situatie volledig op jezelf aangewezen. In het oostelijk deel - de Saltfjellet, zijn er vrij veel hutten (onbewaakte hutten en noodhutten = hut met tafel en kachel, maar geen bedden, sanitair of keukentje). En je kan zo goed als overal op 1 dag naar de bewoonde wereld : de Saltvallei met de E6-weg en de spoorlijn.

De Nordlandsroute is geen goede kandidaat voor een noord-zuid doorsteek. Dit langeafstandpad passeert in de zuidoosthoek van het gebied, tussen Lønsdal en Bolna. 2 à 3 dagen. In combinatie met het stuk door Junkerdal (5 à 8 dagen) kan dit toch een interessant project worden.

Logischer plekken om een noord-zuid doorsteek van Saltfjallet te starten zijn Beiarstua (taxi of liften nodig om dit te bereiken) of Russånes (in Saltdal, dus bushalte op de E6). Eindpunten zijn dan Bolna (dit station bestaat niet meer), Bjøllånes (uurtje stappen van station Dunderland) of Storforshei (bushalte op de E6). Reken 5 dagen voor wie alleen de doorsteek doet, een 8-tal dagen voor wie af en toe een korte etappe of een rustdag inlast en links en rechts een top of een ander extraatje doet. De rechttoe-rechtaan doorsteek van Russånes naar Bjøllånes is de Telegrafruta ; dit pad werd gebruikt door de onderhoudsploeg voor de telegraaflijn en later door trekkers die de rij palen een geruststellende markering vonden.

Veel gevarieerder is een west-oost doorsteek : deze aanpak is landschappelijk veel gevarieerder, met fjorden, karstgebied, gletschers en tenslotte de meer afgeronde bergen van Saltfjellet. Startpunt is dan Fykan (bus naar Bodø) met de fameuze trappen. Voor het eindpunt komt elk punt van het Saltdal in aanmerking. Deze blog - deze video geeft een vrij logische indeling voor Fykan - Lønsdal op 8 dagen.

Het is mogelijk om Swartisen over te steken. Bivak bij Terskaldvatnet : elders is de smeltwaterrivier in Vesterdalen te sterk om te doorwaden. Enkel voor teams die de normale gletscher-uitrusting meebrengen en kunnen gebruiken. Die bivakplek is in 2 dagen te bereiken vanuit Svartisdal (taxi of liften) via de oostelijke ijskap. Deze is het meest tricky in termen van crevasses en dat zou wel eens jaar na jaar erger kunnen worden door global warming. Een alternatief is via Marmorslottet en Vesterdalen (2 dagen). De westelijke ijskap is het gemakkelijkst om over te steken. Afdaling via Tåkeheimen (hut) en ferry.

Svartisdal takeheimen.jpg

Tåkeheimen en Westelijke Svartisen

Tochtverslagen