Overnachten en kamperen
Nieuw-Zeeland heeft een uitzonderlijk goed huttensysteem. In totaal zijn er bijna 1000 voor wandelaars toegankelijke berghutten, die over het algemeen bijzonder goed onderhouden zijn. Langs de Great Walks gaat het om enorme gebouwen met tot 60 bedden, maar langs de tracks bezocht ik ook hutten waar slechts 5 mensen per jaar overnachten. Belangrijk: in de hutten zijn er nooit maaltijden beschikbaar!
Alle hutten van de DOC kan je hier bekijken: http://www.doc.govt.nz/parks-and-recreation/things-to-do/walking-and-tramping/huts/. Daarnaast zijn er nog enkele hutten van lokale bergsportverenigingen.
De hutten van de DOC kunnen worden onderverdeeld in volgende categorieën:
- Great Walk Huts: de grootste en meest comfortabele hutten, enkel langs de 9 Great Walks. Matrassen, verwarming, stromend water, kookfaciliteiten, een huttenwaard, … Reserveren is ten zeerste aan te raden in het seizoen, zeker langs populaire tracks als de Milford Track of de Routeburn Track. Dit zijn de drukste en ook de duurste hutten
- Serviced huts: hebben min of meer hetzelfde comfort als de Great Walk Huts, maar zijn gelegen langs minder populaire wandelroutes en daarom vaak ook wat kleiner. In principe is er een huttenwaard aanwezig, maar dat hoeft zelfs in het hoogseizoen niet altijd het geval te zijn
- Standard huts: het leeuwendeel van de hutten langs de ‘tracks’ en ‘routes’. Meestal goed onderhouden, met 2 tot 10 bedden. Er zijn matrassen aanwezig, en meestal ook water (soms in een watertank). Onder de boomgrens meestal ook een kachel. Vaak zijn deze hutten weinig bezocht.
- Basic huts: kwaliteit varieert, soms erg smerig en enkel als noodovernachting een optie, soms bijna even comfortabel als een standard hut.
Het typische interieur van een standard hut van de DOC. (Foto: Willem Vandoorne; Rintoul Hut, Richmond Mountains).
De Great Walk Huts moeten op voorhand online worden geboekt, waarna je in Nieuw-Zeeland een soort van ‘ticket’ kan ophalen in een bureau van de DOC, dat je dan moet afgeven in de hut bij je overnachting. Boeken kan ook in de DOC-bureaus zelf, maar hoe er rekening mee dat de populaire Great Walks maanden op voorhand zijn volgeboekt.
Voor de Serviced Huts en de Standard Huts moet je in de DOC-kantoren zogenaamde ‘Backcountry Hut Tickets’ kopen, met een waarde van 5$ elk. In de hutten is een brievenbus aanwezig waarin je dan je tickets kan achterlaten (3 in een Serviced Hut, 1 in een Standard Hut). Je kan ook achteraf betalen in de DOC-kantoren, wat vaak praktischer is als je op voorhand niet exact weet in hoeveel hutten je zal overnachten.
Voor wie lange tijd in Nieuw-Zeeland verblijft is een zogenaamde ‘Backcountry Hut Pass’ erg interessant. De Backcountry Hut Pass geeft onbeperkt toegang tot alle Serviced Huts en Standard Huts voor een periode van 6 of 12 maanden. Je koopt ze in een DOC-kantoor voor 92$ (6 maanden geldig) of 122$ (12 maanden geldig).
Wildbivakkeren is zowat overal toegelaten. Hou er wel rekening mee dat het vaak erg moeilijk is om een goeie bivakplaats te vinden, zeker als je een tent met een grotere grondoppervlakte hebt. De vegetatie is erg ruw, en open vlaktes zijn vaak ‘tussocklands’, met erg hobbelige ondergrond door graspollen. Soms vond ik de zoektocht naar een bivakplaats erg frustrerend en moest ik kilometers verder lopen dan oorspronkelijk gepland, om het dan toch nog met een ondermaatse plek te moeten stellen.
Op veel plaatsen is het door de ruwe vegetatie moeilijk om een geschikte bivakplaats te vinden, zoals hier in de ‘tussocklands’ van Canterbury High Country aan de oostkant van de Zuidelijke Alpen (foto: Willem Vandoorne).
Openbaar vervoer
Openbaar vervoer is in Nieuw Zeeland niet zo goed uitgebouwd. De meeste verbindingen zijn tussen steden. Er zijn wel hop on hop off busmaatschappijen die je naar heel wat toeristische bestemmingen brengt. Dit is vaak het favoriete transportmiddel van backpackers. De meest bekende maatschappijen zijn Kiwi-experience en Stray.
Liften is ook een een vaak gebruikte transport optie onder backpackers. Het is vaak heel eenvoudig om een lift te krijgen, al dan niet van andere backpackers die beschikken over een wagen.
Klimaat
Afhankelijk van de locatie kan je in Nieuw Zeeland in elk seizoen aan je trekken komen.
Het Noordereiland kent een meer gematigd klimaat. Alle vier de seizoenen zijn dus uitermate geschikt om er op uit te gaan. Een persoonlijke voorkeur kan hier uiteraard een rol inspelen want de eigenschappen van de seizoenen zorgen voor verschillende ervaringen. Wat het weer betreft is de zomer een betere periode. Van december tot februari is het officieel zomer in Nieuw-Zeeland, het regent veel minder en de temperatuur is aangenaam. Het hele land is in een zomerse stemming doordat het ‘s avonds lekker lang licht blijft (zeker tot een uur of 10 ‘s avonds). De gemiddelde temperatuur in de zomer ligt tussen de 19 en 22 graden in Auckland (Noordereiland). Christchurch (Zuidereiland) kent een kouder klimaat met in de zomer een gemiddelde temperatuur tussen de 17 en 22 graden.
Aangezien Nieuw-Zeeland op het zuidelijke halfrond ligt zijn december tot februari de warmste maanden (en de beste wandelmaanden in het gebergte), en juni – augustus de koudste. Door de nabijheid van de zee is het verschil tussen de zomer- en wintertemperaturen relatief beperkt. Op het Zuidereiland wordt het zelden warmer dan 30°C, en in de valleien is de temperatuur in de winter relatief vergelijkbaar met bij ons. In de bergen is het dan uiteraard een stuk kouder, met veel sneeuw en vaak hoog lawinegevaar. Sneeuw is in de bergen overigens het hele jaar door mogelijk, zelfs midden in de zomer boven de 1000m.
Hoewel het klimaat in de zomer over het algemeen vriendelijk is, is sneeuw ook dan mogelijk vanaf 1000m, zoals hier op de hellingen boven Godley Valley begin februari 2015 (foto: Willem Vandoorne).
Westenwinden zijn sterk overheersend op Nieuw-Zeeland, wat door de aanwezigheid van de Zuidelijke Alpen op het Zuidereiland zorgt voor één van de meest spectaculaire regenschaduw-effecten ter wereld. Langs de westzijde van de bergen zorgen stijgingsregens soms voor enorme neerslaghoeveelheden op korte tijd (200mm op een dag is niet uitzonderlijk). De westkust van het Zuidereiland is één van de natste gematigde klimaten ter wereld, met op veel plaatsen 4000 tot 7000mm neerslag per jaar (Brussel: 800mm; NW-Schotland: tot 3500mm) – in geïsoleerde valleien in Fiordland loopt die hoeveelheid zelfs op tot een onwaarschijnlijke 15000mm. De westkust wordt dan ook gedomineerd door erg dicht gematigd regenwoud, en in de bergen komen enorme gletsjers voor tot op relatief beperkte hoogte.
Aan de oostkant van de bergen daalt de uitgeperste, droge lucht terug; het klimaat is hier erg droog met vaak warme, krachtige föhnwinden. Hier valt op sommige plaatsen maar 300mm neerslag per jaar; de landschappen zijn vaak gortdroog en wijnbouw is nog maar net mogelijk. Als je met de auto een van de weinige passen door de Zuidelijke Alpen overrijdt is die overgang enorm spectaculair; op een afstand van nauwelijks 30-50km kan je van de steppe het regenwoud induiken.
De zonneschijnduur is relatief hoog; zelfs de meest sombere plaatsen langs de Westkust hebben evenveel zonuren als Brussel
Een typisch beeld aan de oostkant van de bergen op het Zuidereiland: immense verwilderde rivieren doorheen een droog steppelandschap voeren grote hoeveelheden smeltwater en sediment af uit te bergen; aan de achterzijde van de bergen domineert het regenwoud. (Foto: Willem Vandoorne, Rangitata Valley).
Bewegwijzering en paden
Nieuw-Zeeland telt zo’n 13000km gemarkeerde wandelroutes. Zowat alle wandelroutes worden onderhouden door de DOC (Departement of Conservation). De routes kunnen qua moeilijkheid en onderhoud grofweg worden onderverdeeld in de volgende categorieën (de wandelingen zelf worden later in dit artikel in meer detail besproken):
- De klassieke dagtochten: verspreid over het eiland zijn er enkele klassieke dagwandelingen, die steeds erg goed onderhouden zijn, maar ook veel volk trekken.
- De ‘Great Walks’: In totaal 9 erg goed uitgewerkte routes van 2 tot 5 dagen. Erg goed onderhouden paden, grote hutten en campsites waar reserveren in het seizoen noodzakelijk is. Bruggen over alle rivieren. Ideaal voor beginners of als je weinig tijd hebt voor de degelijke voorbereiding. Nadeel: vaak erg druk.
- De klassieke circuits: verspreid over Nieuw-Zeeland zijn er enkele klassieke rondwandelingen van 3-10 dagen voor wie de grote massa op de Great Walks wil vermijden. Huttensysteem is goed uitgewerkt, en vaak is er een huttenwaard aanwezig. Landschappelijk moeten ze meestal niet onderdoen voor de Great Walks, maar de paden zijn wat minder onderhouden. Kleinere rivieren moeten soms doorwaad worden.
- De echte ‘tracks’ en ‘routes’ maken 80-90% van de gemarkeerde wandelroutes op Nieuw-Zeeland uit, maar trekken slechts 5-10% van het volk. Soms kom je dagenlang geen mens tegen. Vaak zijn er onbemande hutten aanwezig, maar soms is een tent ook noodzakelijk. De hutten heb je vaak voor jezelf. De trajecten worden slechts af en toe onderhouden en zijn daarom vaak avontuurlijker, met in het bos vaak veel omgevallen bomen en moeilijk volgbare routes, en in de bergen zware cols. Zware rivierdoorwadingen zijn niet ongewoon, waardoor je bij slecht weer vast kan komen te zitten. Vele van deze routes trekken slechts een handvol wandelaars per jaar. Voor ervaren bergwandelaars dus.
Als je op de kaart kijkt, zie je dat zelfs met 13000km aan paden slechts een fractie van de Nieuw-Zeelandse wildernis ontsloten worden. Ervaren wandelaars hebben eindeloze mogelijkheden om off-track door de wildernis te trekken, waarbij je allicht geen kat tegenkomt. Hou rekening met erg ruwe en stekelige vegetatie in vergelijking met Europa. Het regenwoud langs de westkust is zo goed als ondoordringbaar.
De paden zijn in het bos gemarkeerd met oranje driehoekjes. Foto: Willem Vandoorne, Mount Aspiring National Park.
Het onderhoud van de routes zelf is een werk van Bijbelse proporties. Door het zachte klimaat (en langst de westkust de overvloedige neerslag) groeit de vegetatie aan ongekende snelheid, en kan een pad dat niet onderhouden wordt op enkele jaren tijd volledig overwoekerd geraken. Ook omgevallen bomen en landslides vormen een groot probleem. Op de weinig belopen routes moet de DOC daarom om de paar jaar een echte ‘track clearance’ expeditie opzetten, waarbij de routes met grof geschut (3 tot 5 werkmannen met kettingzagen) volledig worden vrijgemaakt. Gezien het beperkt aantal wandelaars op het grootste deel van de routes is de inspanning die hiervoor wordt gedaan soms echt onwaarschijnlijk.
Het onderhoud van sommige van de weinig belopen wandelroutes is de laatste jaren stopgezet. Soms blijven vrijwilligersverenigingen zoals Permolat de door DOC opgegeven paden in een zekere mate onderhouden, maar vaak raken die oude routes compleet overwoekerd en zijn ze op het terrein niet meer te volgen.
Kaarten en topogidsen
Er bestaan geen specifieke wandelkaarten voor Nieuw-Zeeland; de enige gedetailleerde topografische kaarten zijn die van 1:50.000 van het LINZ. Alle gemarkeerde paden en de hutten zijn er erg precies op aangeduid. De kaartbladen zijn echter erg moeilijk te vinden in de Lage Landen. Zelfs in Nieuw-Zeeland is de beschikbaarheid ervan beperkt. De enige echte fysieke kaartenwinkel is MapWorld in Christchurch: http://www.mapworld.co.nz/
Gelukkig is er een fantastische online tool, http://www.topomap.co.nz, waarmee je alle kaarten online kan raadplegen in het hoogste detail, en zelfs volledige kaartbladen kan downloaden als afbeelding of als .kml-file, die je dan als overlay kan gebruiken in Google Earth.
Bevoorrading en water
Bevoorrading en water is erg afhankelijk van de tocht die je zal ondernemen. Binnen Nieuw-Zeeland zijn diverse klimatologische omstandigheden mogelijk. De meeste hutten vangen wel regenwater op dat dan kan gebruikt worden als drinkwater. Deze voorraden zijn natuurlijk beperkt, wanneer er een lange periode van droogte geweest is bestaat de kans dat er geen water meer beschikbaar is. In sommige gebieden is het water drinkbaar, in andere gebieden niet.