De Connemara ligt aan de Atlantische westkust van Ierland. Je bereikt het vrij snel vanuit Dublin, via Galway. Dit stuk van Ierland is het langst - tot 17° eeuw - volledig Keltisch gebleven en het het Gaelic is hier ook langst als gewone spreektaal blijven bestaan.
Het landschap is erg gevarieerd : veel meertjes en veengebied, een reeks bergen die steil en soms rotsachtig honderden meters hoog uit de omgeving oprijzen, een grillige kustlijn met inhammen, eilandjes en baaien. Het is erg landelijk : het grootste stadje, Clifden, heeft 3000 inwoners. Een deel is beschermd als nationaal park. Killary Harbour is de enige echte fjord van Ierland en vormt de officieuze noordgrens van Connemara.
Het gebied is niet erg groot, maar het is erg verlaten en weids, en dat heeft juist een sterke aantrekkingskracht op trekkers en natuurliefhebbers. Met een goede voorbereiding kan je er uitdagende trekkings doen waarbij je padloos over bergkammen, door grasland, door bogs, ... trekt, met alleen een goede stafkaart in de hand. En met de nodige zin voor relatievering. "Het waait hard - tof, dan zijn er geen midges". "Het regent - tof, dan is er over een paar uur een machtige regenboog". "Het stortregent de hele dag - tof, dan zijn er gegarandeerd geen toeristen" ofwel " - tof, dan zullen de pubs wel lekker gezellig vol zitten". "Er is dichte mist - tof, dan dalen we af en komen we meteen onder de wolken". Bij echt stormweer wordt het gebied afgeraden ; een Atlantische stormdepressie kan ongenadig hard inbeuken op dit stukje Ierland.
Je ontsnapt er niet aan het verleden. De legendarische oud volken die moesten plaatsruimen voor de Kelten, lieten er hun megalitische monumenten achter. De Keltische clan van de O’Flahertys had er zijn kastelen. En de leegte en wildernis doet net als in Schotland ook denken aan het hardvochtige Engelse bestuur dat honderdduizenden compleet verarmde Ieren deed uitwijken naar Amerika, of erger nog, langzaam de hongerdood induwde.
Beste periode : wandelen kan in de praktijk goed van maart tot oktober. In de winter sluiten de meeste B&B's en andere services voor toeristen en door de noordelijke ligging zijn de dagen echt kort. De beste periode is april - mei. Dan is iets minder kans op regen, (regen zal je altijd hebben), zijn de bogs wat minder nat en zijn de midges nog niet actief.