De Franse kustlijn is doorspekt met graniet- en kalkrotsen en idyllische vissersplaatsjes. Voor wie houdt van de zee en wat uitwaaien, kan zijn hier zijn hartje ophalen, maar ook dieper het binnenland in kan je mooie tochten doen.

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Situering

Normandië en Bretagne liggen aan de westkant van Frankrijk. Het binnenland is heuvelachtig, met veel landbouw. Voor trekkers is vooral de kustlijn interessant : deze is zeer gevarieerd. De kalksteenkliffen van Normanië ten noorden van Le Havre en de ruige graniet en zandsteen rotsen langs de kust van Bretagne zijn samen met de vele stranden en inhammen een machtig decor.

Ook de geschiedenis is sterk aanwezig. De highlights zijn de stranden van Normandië waar in 1944 de geallieerde legers landden en de duizenden jaren oude menhirs en dolmens in Bretagne. Maar er is veel meer dan dat.

In de zomer kan het druk zijn. Zeker de kustplaatsjes in Normandië en vooraan in Bretagne die vanuit Parijs vlot bereikbaar zijn, zijn mondain en populair. In de winter zijn veel voorzieningen gesloten : trekkersvriendelijke campings, maar ook de publieke toiletten in kustplaatsjes (de gemakkelijkste plek voor drinkwater voor wie bivakkeert). De beste periode is dus het tussenseizoen.

Openbaar vervoer en bereikbaarheid

Wie met de auto is, kan best de snelwegen ten noorden van Parijs nemen, via Amiens en Rouen of Le Havre. Reken 6 uur voor Normandië en 8 à 10 h voor Bretagne afhankelijk van waar je precies wil wandelen.

Wie met de trein reist, moet overstappen in Parijs, meestal van Gare du Nord naar Gare de Montparnasse. Dit gaat vlotst met metro 4 (paars) (richting Bagneux in heenreis, Clignancourt in terugreis).
De stations langs de Normandische kust zijn vlot en frequent bereikbaar ; voor Cherbourg en voor de verschillende stations in Bretagne is het wat langer rijden. Reken 5 à 8 uur vanuit België + eventueel nog een bijkomende lokale busrit.

Er zijn bussen in de omgeving van de grote steden en op de hoofdwegen. Verwacht geen bussen naar kleine dorpjes, of hoogstens de bus die 's morgens de tieners naar school brengt en 's avonds terug.
Het transport per bus vormt meer en meer één geheel over de hele regio is goed afgestemd met de lokale treinen (TER) en met de ferry's naar de grotere eilanden.

  • Voor de lokale bussen in Normandië : zie NOMAD.
    Enkele stedelijke gebieden hebben hen eigen openbaar vervoerbedrijf : bv. Caen, Cherbourg, Rouen, Le Havre
  • Voor de lokale bussen in Bretagne : zie BreizhGo voor een groot deel van Bretagne. Enkele stedelijke gebieden hebben hun eigen openbaar vervoerbedrijf bv. Saint-Malo, Rennes, Quimper, met doorgaans een veel hoger niveau van dienstverlening dan in de meer landelijke delen van Bretagne.
  • Deze stedelijke buslijnen zijn vaak het interessansts voor de rit van het TGV-station naar de start van een tocht

Een heel andere verhaal zijn de vele kleine ferry-bedrijfjes die zorgen voor een toeristisch interessante verbinding over de diep ingesneden estuaria of naar eilandjes net buiten de kust. Dit blijven kleine ondernemingen die flexibel inspelen op behoeftes van toeristen enerzijds en weer en getijden anderzijds. De meeste van deze diensten beperken zich tot de zomer.

Bivakkeren en overnachten

Bretagne en Normandië en zeker de kust, zijn zeer populaire bestemmingen voor toeristen. Er is dus een ruim aanbod aan B&B, hotelletjes, hostels, campings etc.

Bivakkeren is tot op zekere hoogte toegelaten. Bretagne is wellicht de enige regio in Frankrijk waar een semi-overheidsdienst (breizh.bz) een webpagina maakt om interessante bivakplekken te delen. Let op : een deel van die adviezen zijn bedoeld voor campingcars. Zoals steeds gaat het om enkel overnachten, op basis van leave no trace. Geen kampvuur, geen afval. Je zal merken dat er weinig zwerfvuil is in Bretagne.

Bij een hike over het GR34 kustpad is het een continu afwegen. Dicht bij de kust zijn er vaak geen vlakke plekken (of die staan vol doornstruiken) en is het veel te winderig. Een stukje het binnenland in is er landbouw of staat het vol met vakantiehuizen en zit men op privé terrein (waar je alleen mag bivakkeren na akkoord van de eigenaar). Bivakkeren op het strand is doorgaans een slecht idee en is op veel plaatsen verboden. Er zijn ook heel veel lokale bivakverboden, vaak op plekken met hoge natuurwaarde of met brandgevaar. Kleine pijnboombosjes dicht bij het kustpad of achter een kapel iets in het binnenland zijn vaak goede keuzes.

Drinkbaar water vinden is vaak een uitdaging. In veel kustplaatsjes is er publiek sanitair. Een andere interessante plek voor drinkbaar water zijn de vele lavoirs (waar Bretonse vrouwen tot midden vorige eeuw samen de was deden ; deze liggen vaak bij een bron). Filter aangeraden.

In Normandië is de situatie min of meer vergelijkbaar. Bivakkeren vlak bij de rand van de brokkelige kliffen of op het strand kan niet om evidente redenen. Ook daar is het dus puzzelen om een bruikbare plek te vinden iets van de kust weg, waar je niemand stoort en waar je niet in de harde wind of de slagregen staat. Ook hier zijn er een hele rist lokale bivakverboden. Meer info : le-gr21.com/hebergements/

Interessante tochten

Normandië

  • GR21 Langs het stuk van Normandië ten noorden en oosten van Le Havre. Sterk contrast tussen het vlotlopend pad door het heuvelachtige groen en de krijt-kliffen. 180 km, 7 à 9 stapdagen, enkele 100 m stijgen en dalen per dag. Zie ook le-gr21.com. De eerste 1 à 2 dagen van Le Havre tot Etretat zijn lopen volledige door het binnenland en zijn minder interessant.
    Geen echt kustpad : hele stukken lopen ca. 1 km in het binnenland, met veel asfalt. Hier en daar kan zo'n stuk vervangen worden door bij laag tij de (kiezel)stranden te nemen - dit vergt enige planning.
  • GR223 - Kustpad van Honfleur bij de monding van de Seine tot Mont-Saint-Michel. De eerste stapweek loopt langs de drukke Normandische badplaatsen. De tweede week verkent de stranden van de landing van de Amerikaanse en Britse troepen op D-Day in 1944. De derde en vierde week maakt de toer van het Contentin-schiereiland. In totaal ca. 600 km, met een mix van vlakke etappes en etappes met enkele 100 m+.
    Vrij veel asfalt dat met een goede planning bij laag tij over het strand of op het niet-gemarkeerd pad op de klifrand kan vermeden worden. Vaak waren die niet-gemarkeerde paden langs de klifrand vroeger wel deel van de GR maar is door erosie een deel van het pad verdwenen. Verrassingen zijn dus niet uitgesloten.
  • Het binnenland van Normandië is grotendeels een golvend landbouwlandschap met weiland (Camenbert) en appelboomgaarden (cider, calvados) als traditionele teelten. Interessanter is een zone in het zuiden van Normandië, waar de harde Bretoense rots terug opduikt : La Suisse Normande. Het landschap heeft er iets weg van de België net over de Samber + Maas, met ingesneden meanderende valleitjes, maar dan met stukjes zandsteen of granietrots in plaats van kalkrots. Hier loopt een streek-GR van 4 à 6 stapdagen, die gemakkelijk kan aangevuld worden met lokale paden.

Bretagne

  • GR34 "Sentier des Douaniers" : de volledige tour van Bretagne, van Mont Saint Michel tot Saint-Nazaire. Zonder meer het mooiste kustpad van Frankrijk. Behoorlijk sportief - op de zwaarste etappes moet je 1000 m+ verteren. In totaal 2100 km en ca. 20000 m+. Combinatie van mooi aangelegde paden met trapjes en zo, ruige paden die lijken op echte bergpaden en stukken verhard, vooral dicht bij de grotere badplaatsen. Werd in 2018 gekozen tot mooiste GR van Frankrijk. Meer info op MonGR en op de GR-site van regio Bretagne. Ook een zeer compleet dossier op www.i-trekkings.net.
  • Perfectionisten doen er nog de ronde van de voornaamste eilanden bij : GR340 op Belle-Ile-en-Mer (4 dagen) en Groix (1 à 2 d)
  • Wie maar een kort stuk wil doen in Bretagne : één van de mooiste stukken is het Presqu'ile du Crozon ; de GR34 is hiervoor aangevuld met een doorsteek door de heuvels. Zie deze GR du Pays. Deze loopt grotendeels door het enige grote regionaal natuurpark van Bretagne.
  • Andere hoogtepunten op de GR34 is het stuk op de Côte de Granite Rose.
  • Ook de omgeving van Pointe du Raz is mooi en ruig, met extra veel hoogtemeters op het stuk vanaf Douarenez.
  • Je kan ook heel mooie tochten maken in het binnenland van Bretagne. Het mooiste stuk is de GR37 in het Parque régional d'Armorique.

Dolmens en Menhirs

Bretagne is in heel Europa wellicht de regio die het ruimst is voorzien van megalitische monumenten. Wie op de tocht een extraatje wil doen langs een minder bekende site, ver weg van die toplocaties waar de auto's en bussen aan- en afrijden, kan hiervoor terecht op eerder obscure sites zoals www.t4t35.fr/Megalithes en www.megalithes-breton.fr

bretagne menhirs.jpg

Deze rijen menhirs bij Camaret liggen vlak bij de GR34 en zijn nauwelijks bekend bij de toeristen

Op de stranden, naar eilanden en aan de voet van de kliffen

De GR-kustpaden blijven op de top van de kliffen en op de dijken of duinen aan de rand van de stranden en schorren. Als het weer en het getij dit toelaten kan je natuurlijk ook aan de voet van de kliffen of over het strand wandelen.

Bekijk vooraf zeer goed het getij. Bretagne en de westkant van Contentin is één van de regio's met de grootste getijdeverschillen van Europa. Bij laag tij is de branding vaak één of enkele km verder dan bij hoog tij en het tij kan plaatselijk zeer snel opkomen, met felle getijdestromingen. De meeste stranden zijn solide zand of kiezelstranden, met enkel een rotspartij of een te doorwaden beekje als hindernissen. Sommige stranden, vooral in diepe baaien of estuaria, zijn verradelijk met zones met slijk, drijfzand of getijdegeulen en vragen lokale kennis. Bv. wie het wad in de baai van Mont Saint-Michel wil oversteken, doet dit best samen met een gids.
In Normandië is het getij vergelijkbaar met de Belgische kust.

Voor wie gewoon het tijdstip en benaderende de hoogte wil weten is een basis-toepassing zoals Marée Info zeker voldoende. Deze is ook beschikbaar in app-versie, met de mogelijkheid om informatie offline te bekijken. Wie meer uitdagende tochten wil doen, zoals eilanden bezoeken die alleen bij laag tij toegankelijk zijn, of straffer nog slechts een paar keer per maand bij springtij-eb bereikbaar zijn, is het beter om een meer complete app te gebruiken, die ook een correctie maakt voor het weer van de dag (invloed van de barometerdruk, invloed van de windrichting, ...).

Ga er ook niet van uit dat wat de IGN-stafkaart toont als "droogvallend gebied" of wat op de OSM-kaart als "pad" is ingetekend, bij ieder laag tij ook effectief zal droogvallen. Voor een deel zal dat alleen het geval zijn bij springtij-eb.

Sommige delen van het kustpad zijn bij springtij-vloed niet begaanbaar. Soms is er een "variante marée-haute". Soms zit er niets anders op dan een stuk landinwaarts het asfalt te nemen.

Bretagne - StMalo.jpg
Bij springtij (grande marée) is het kustpad bij Saint-Malo enkele uren per dag niet beschikbaar.

Aber : Bretoens voor een "ria" : een vallei met vrij steile flanken die gevormd is in de ijstijd, en nu een diep inham vormt. Het kustpad maakt dan, een kilometers lange omweg landinwaarts (en soms langer, tot 1 à 2 dagetappes). Sommige kleine abers vallen bij laagtij grotendeels droog. Te voet oversteken lijkt dan aantrekkelijk, maar is vaak onmogelijk. Zones met drijfzand of slikblubber, de rivier die blijft stromen, ... maken zoiets vaak een erg riskante onderneming.    

Anse : inham, baai in een stuk klifkust

Coefficient : getal tussen 20 en 120 dat aangeeft hoe intensief het getij is. Bij springtij (-/+ bij volle maan of nieuwe maan) is dit 85 à 120 ; bij doodtij of "marée de morte-eau" (-/+ bij eerste of laatste kwartier) is dit eerder 20 à 50.

Estran : de combinatie van zand, blubber, rots, rif, kiezels, ... dat bij eb droog valt. Soms veel preciezer gebruikt om de min of meer vlakke riffen aan de voet van kliffen mee aan te duiden.

Etale : de korte periode (ca. 15 min) dat er geen stroming is omdat het tij keert

Flot : ook "Flux" : de stromingen die ontstaan als gevolg van het bij vloed opkomende water.

Grève : een strand dat vooral uit kiezels en keien bestaat. Ook "plage à galets".

Grande-marée : springtij. Ook "Marée de vive-eau" Veel wandelaars, hengelaars etc. kiezen speciaal zo'n periode uit, bv. omdat dit voor Mont Saint-Michel bij vloed de mooiste ervaring oplevert, of omdat bij laagtij er eilanden te voet bereikbaar zijn die dat anders nooit zijn. Het meest gezocht is de "Marée du Siècle" (die zich 5 maal per eeuw voordoet).

Jusant : ook "Reflux" : de stromingen die ontstaan als gevolg van het terugtrekken bij eb.

Marnage : het verschil in m tussen de waterstand bij hoogtij en laagtij. In Bretagne is die overal groter dan elders in Europa. Op het stuk kust bij Saint-Brieuc, Saint-Malo en de hele baai van Mont Saint Michel loopt dit op tot 10 en uitzonderlijk 14 m. Vergelijk dat met de 4 à 6 m op onze Belgische kust of in Normandië.

Marégramme : handige grafiek die de waterhoogte ifv. het uur van de dag geeft.