Børgefjell was eeuwenlang de uiterste uithoek van Noorwegen. Daar begon de wilderness of het land van de Sámi, afhankelijk van hoe je het bekeek. Eigenlijk is daar nu nog niets aan veranderd. De kern van het gebied is ongerepte natuur waarin ook de traditionele manier van rendierkuddes houden een plaats heeft. Voor de rest : geen enkele voorziening voor de hiker.
Het is een wild en ongerept berggebied dat je moet verdienen.

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Situering

Het eerste echte bergmassief in Nordland, het noorden van Noorwegen is het ongerepte Børgefjell. De kern van het gebied is beschermd als nationaal park. Het park is 1475 km² groot.

Het is relatief vlot bereikbaar met de trein of de E6 weg vanuit Oslo of Trondheim.

De kern van het massief is wild, alpien en zelden bezocht, en de hoogste top (Kvigtinden) is vrij eenvoudig te voet te bereiken. Trektochten van ruim een week zijn mogelijk. Je kan ook meer tijd uittrekken en een deel van de maaltijden zelf bijeenvissen of -plukken. Een aanrader voor ervaren Scandinavië-gangers!

p8092944_1200x900.jpg

Het wilde kerngebied van Børgefjell (Willem Vandoorne).

De website van het nationaal park geeft alle nodige informatie over bereikbaarheid, de meest logische "toegangspoorten" tot het gebied etc. Er zijn enkele Statskog schuilhutjes aan de rand van het park ; deze zijn piepklein en bieden niet meer dan een tafel en een houtstoof.

Een interessante manier om de hike te starten of te eindigen is met een boottrip over het Namsvatnet.

Wandelen in Børgefjell

Aan de rand van Børgefjell zijn er enkele gemarkeerde routes en ingerichte rivier-oversteken. Die zijn de uitzondering.
Meer info : naast ut.no : website van Namskoggan en Røyrvik voor de zuidkant ; Grane en Nordlandsruta aan de noordkant, enkele suggesties op de site van het Park.

DNT-routes en berghutten ontbreken volledig in de kern van het gebied. Dat is een bewuste keuze die DNT al in 1930 maakte. De wandelaar dus op zichzelf is aangewezen. Cairns of informele paden zijn er ook niet. De kans dat je er een hele dag stapt en niemand ontmoet, is zeer groot. Je zoekt er zelf je weg in een landschap van donkere granietwanden, meertjes en bergrivieren, morenes van verdwenen gletschers. Gelukkig zijn veel van die landschapsvormen zo herkenbaar dat navigeren bij helder weer geen probleem is. Door de hoogte is het weer hier vergelijkbaar met dat van wandelgebieden veel noordelijker.

Wie een kant en klare route wil dwars door het gebied : de E1-route is een goede keuze. Ook die is niet gemarkeerd ; E1-thru-hikers nemen vaak het alternatief aan de Zweedse kant van de grens. Zie ook deze topo in Noors.

Er is geen kant en klare wandelgids. Wandelkaarten op 1/50000 zoals in de rest van Noorwegen.

Meer bruikbare links :

Tochtverslagen