Eind september 2024 wandelden mijn vriendin Liesbeth, Ugo de bordercollie en ikzelf de Tour du Queyras.
Onze tochtplanning was ruim, we planden er 8,5 dagen over te doen. Eind september begin oktober is volgens de weergemiddelden de beste periode om deze wandeling te doen. Dat was natuurlijk buiten het uitzonderlijke jaar 2024 gerekend.

Voorbereiding

We starten aan het einde van het seizoen en de meeste hutten zijn dicht. Ugo heeft ongeveer 4 kilo eten nodig. En om het gewicht in onze rugzak niet volledig te laten ontploffen plannen we de tocht rond enkele winkels en hutten die nog open zijn. Om die reden vertrekken we in St-Veran en niet in Ceillac zoals gewoonlijk, met toch een rugzak van 18 kilo voor mijn vriendin en 22 kilo voor mezelf.

De dagen voor de afreis wordt duidelijk dat het weer niet schitterend zal zijn. De extra drybags worden alvast uitgehaald en een extra donslaagje wordt voorzien.

Dag 1 - St-Veran - Lac Egorgeou

We starten de wandeling in St-Veran met temperaturen onder nul en alle bergen verborgen in een dikke laag mist. Als we de sneeuwkaarten mogen geloven liggen de cols die we vandaag over moeten net in de sneeuw.
Nog een laatste materiaal check en Ugo zijn rugzak balanceren en we zijn weg. Na enkele meters ontmoeten we een groep Nederlanders die in tegenovergestelde richting hun tocht afronden. Van hen krijgen we bevestiging: sneeuw vanaf 2500 meter.
Na een rustige klim, waarbij we een kudde schapen proberen te ontwijken - Ugo (die gewoon is om schapen te drijven) zijn blik sprak boekdelen - komen we aan op de sneeuwgrens. De toppen verhuld in de mist gepaard met het wit van de sneeuw en de bruine grasplekken zorgen voor een mooi contrast. Ugo gaat in elk geval in sneeuw modus en begint zich te rollen en te springen in het witte poeder. Deze hond is enthousiast over het weer.

Naarmate we hoger komen verdwijnt alle kleur tot we omgeven zijn door wit. Sneeuw op de grond en mist in de lucht. Op de Col de Chamrousse horen we stemmen in de verte, we beslissen om even te wachten. De stemmen zijn van trailrunners die een toertje over de Pic de Caramantran aan het lopen zijn in korte broek en lang t-shirt, we krijgen koud door hen te zien. Na een kort gesprek wensen we hen een behouden thuiskomst en starten wij onze afdaling richting col Agnel. De passerende wolken zorgen voor adembenemende beelden, een spel van contrasten tussen sneeuw en geen sneeuw. Ugo gebruikt zijn vierpoot aandrijving en ook wij zijn blij met de aanwezige wandelstokken om de afdaling tot een goed einde te brengen.

Aan de Col Agnel aangekomen - de hut is reeds gesloten - zoeken we een beschutte plaats buiten om te lunchen. Na de lunch nog een klein duwtje richting de Col Vieux en daarna is het afdalen tot de Lac Foréant waar onze geplande bivakplaats is. Tijdens de klim naar Col Vieux blijkt dat het pad afgezet is en ze wat last hebben van erosie waardoor we iets dieper wegzakken in de sneeuw. De beloning is evenwel groot, geen zicht op de Mont Viso of Pain de Sucre, wel mooie beelden van de Crete de la Taillante en Lac Foréant.



Aangekomen aan Lac Foréant beslissen we toch verder af te dalen naar Lac Égourgeou gezien de sneeuw. Bij dat meer vinden we een mooie plaats voor onze tent en na een flinke maaltijd is het over en uit. 

Ugo is fan van het meer en al snel moeten we hem stoppen, ook honden kunnen onderkoelen. Snel de tent in, Ugo nestelt zich aan onze voeten tussen de slaapzakken en we vallen allen snel in slaap.

Dag 2 Lac Égourgeou - Abriès

Midden in de nacht worden we wakker van de regen die met liters uit de lucht valt. En in de vroege ochtend verandert dat typische lawaai naar stille neerslag: het sneeuwt.
We beslissen snel iets te eten maar kiezen iets met te veel snelle suikers en niet genoeg koolhydraten (domme beslissing).


 

Ugo is duidelijk uitgeslapen, en de hond vertrekt weer vol enthousiasme in de natte sneeuw. In de afdaling richting L’Echalp zien we in de verte een kudde schapen - daar moeten we voor uitkijken. Twee wandelaars uit de tegenovergestelde richting bevestigen ons vermoeden. Bij de schapen zitten twee Patous en die zijn zeer assertief, opletten geblazen dus.
Liesbeth gaat voorop, Ugo gaat aan de leiband. De schapen staan op de vlakte van Chalet de la Médille en de twee Patous zorgen voor hun veiligheid. Veel alternatieven hebben we niet dus kijken we rond wat de schapen doen en of er een herder in de buurt is.
In de verte zien we een herder, en gelukkig migreren de schapen weg van ons. Ugo blijft aangelijnd (bij het zicht op schapen denkt hij dat hij mag werken…). Wij blijven op een veilige afstand van de schapen en eenmaal er een ravijn tussen ons en de schapen zit, laten we Ugo terug los. Soms moet je wat geluk hebben tijdens de wandeling.

Na nog wat afdalen komen we bij het kerkhof van La Monta waar we wat water bijtanken en beiden in een gat vallen. Even zit er niets meer in onze tank, de weersomstandigheden zijn nog altijd slecht en de voorspellingen geven onweer. Volgens ons plan moeten we hier klimmen en gaat de wandeling over de Crête de Gilly, maar geen van ons ziet dit zitten bij dit weer. 

We beslissen om eerst iets te eten en de situatie met een gevulde maag te herevalueren. 

Gezien de weersvoorspellingen en het terrein passen we onze planning aan - we kiezen voor de variant waar we wandelen naar Ristolas en daar klimmen richting Collette de Gilly of als de weersomstandigheden niet beter zijn (of ons energieniveau niet beter is), kunnen we ook nog verder door het dal naar Abriès wandelen. 

In Ristolas is duidelijk dat ons ontbijt een slechte keus was (en een les voor de toekomst), ons energiepeil is weer 100%, we gaan richting Collette de Gilly. Het plan was vanaf hier een bivakplaats te zoeken maar het is nog vroeg dus we kiezen voor een kleine aanpassing van ons plan. We wandelen richting Abriès, daar is de camping nog open en we kunnen iets gaan eten in een lokaal restaurant - wat ook goed uitkomt voor ons maaltijdplan. De afdaling is zeer rustig en mondt uit in een toffe boswandeling. Met op het einde een omweg omdat de herstelwerken in het bos gestart zijn en de GR is afgesloten. Uiteindelijk komen we in Abriès, vinden we de camping (waar we helemaal alleen zijn) en in het dorp is een aangenaam restaurant open. Dag 2 eindigt in schoonheid.

Dag 3 Abriès - Aiguilles

We gaan niet flauw doen, een warme douche is aangenaam. Omdat we een pak verder zijn geraakt dan voorzien zullen we ook vandaag ons wat moeten aanpassen. Na de lokale bakker te hebben bezocht gaat onze tocht het dorp uit en direct omhoog richting les Lacs du Malrif.

De eerste zonnestraaltjes maken snel plaats voor bewolking, maar het blijft vooralsnog droog. Na een rustige klim door het bos stoppen we om iets te eten. Na de lunch starten we aan de klim richting de Lacs du Malrif, in de verte zien we nog wandelaars met hond afdalen, altijd spannend om te kruisen op een klein padje. Wellicht denken de afdalers dit ook want die nemen plots de rechte lijn naar beneden. Aangekomen aan het meer zitten we net onder de wolken met mooie beelden tot gevolg.

 

Na een fotostop (en pootjebaden voor Ugo) starten we met de afdaling die bijzonder vlot gaat. In de laatste rechte lijn naar Aiguilles komt de zon erdoor en moeten we Ugo dicht nemen omdat er andere wandelaars op het pad zijn. In het dorp doen we inkopen en beslissen we nog enkele kilometers verder te wandelen naar wat er op kaart een goede bivakplaats uitziet.
In die laatste kilometers van de dag zien we enkele mogelijke plaatsen en komen uiteindelijk aan op een mooie open plek met schitterend zicht. De rugzak gaat af, Ugo ploft zich neer op zijn mat. Tijd om iets te eten en de tent op te zetten.

 

Dag 4 Aiguilles - Arvieux

Ondertussen is duidelijk dat we iedere dag verder wandelen dan onze initiële planning. En vandaag zal niet anders zijn. De dag start droog en zonnig dus nemen we de tijd om met een volledig droge tent te vertrekken. Enkele kilometers verder zien we andere wandelaars en passeren we een dorpje en zelfs een open Fromagerie 👏. Het pad richting Bergerie de Péas is duidelijk heraangelegd voor de houtkap, en dat wordt snel duidelijk. Vanuit de tegenovergestelde richting komt een jeep aangereden. Ugo loopt wat voor ons, we roepen hem terug maar het is duidelijk dat de auto sneller is dan hij. Dan maar de hond op de bergflank sturen en laten liggen. Ugo krijgt straks nog meer stress te verwerken want bij Bergerie de Péas zitten maar liefst vier honden die vrij veel lawaai maken. Ik beslis om met Ugo de bergerie zoveel mogelijk te ontwijken en wandel wat hogerop door een weide. Dat is buiten de grootste waker van de vier gerekend die op ons af komt gelopen met een missie: ‘Jullie zijn hier niet welkom’. Gelukkig blijft het bij blaffen, zonder de hond aan te kijken wandelen wij verder.
Na de bergerie begint de klim, dus we zoeken een mooi plaatsje om snel iets te eten en merken plots een verandering in de houding van Ugo, een houding die we maar al te goed kennen: schapen. En effectief iets verderop staat een verloren schaap zo stil dat wij initieel denken dat het een standbeeld is 😀. Na een korte ‘that’ll do’ (zijn commando om te stoppen met drijven) kan het schaap rustig stokstijf blijven staan en zetten wij onze wandeling verder.
De top bereiken we snel en voor we het weten zijn we in Souliers waar we lunchen op een bankje samen met andere wandelaars. Na Souliers moeten we nog één col over en dan komen we in Brunisard waar we onze volledige watervoorraad bijvullen voor deze avond. Ugo heeft het duidelijk gehad, hij ploft neer bij de fontein en heeft wat last met rechtstaan, zijn spieren zijn wat stram en dat is te merken als we weer vertrekken. Enkele kilometers verder zoeken we een effen bivakplaats in het bos nabij de Torrent de Combe Bonne.

Dag 5 Arvieux - Furfande

De weersvoorspellingen waren juist, het water valt met bakken uit de lucht. Ontbijt nemen we droog in de tent en dan begint het ‘ik hou het zo droog mogelijk maar zal toch heel snel mijn zak vullen’ spel.
De dag begint dus met een vochtige boswandeling en al snel wandelen we naast de gravelroad die loopt tot Col de Furfande, dit stoort ons niet want we zijn helemaal alleen, maar ik kan me inbeelden dat dit niet de leukste etappe is in hoogseizoen.
Eenmaal het bos voorbij klimmen we de mist in en voor we het goed en wel beseffen staan we op de Col de Furfande waar maar liefst drie auto’s geparkeerd staan. Van een anti-climax gesproken 😀. De auto’s zijn van de hut en werkmannen die een nabijgelegen chalet aan het restaureren zijn. Naast regen en mist worden we hier ook getrakteerd op gierende wind, we zijn maar wat blij dat we droog in een hut zullen kunnen zitten.
Een korte afdaling later zien we enkele hutten staan door de mist en we bereiken vlot de Refuge de Furfande. Daar aangekomen mogen we met Ugo (‘als hij onder controle is’) in de warme eetzaal blijven. Het omelet met aardappelen en kaas smaakt na zo’n koude afdaling. De weersvoorspellingen zien er niet goed uit want per uitzondering mogen we ons tentje dichtbij de hut zetten zodat we iets meer beschut zijn. En effectief - die avond gaan de hemelsluizen pas goed open. Onze nog vochtige tent mag zich gaan bewijzen tegen wind en regen. Tijdens het avondeten (binnen gelukkig) krijgen we regelmatig een update van de waard: ‘ze staat er nog’. Na extra bescherming met regenjas en -broek tegen het binnenwaaiende water kruipen we in onze slaapzakken. Het slechte weer gaat nog een eind door maar maakt in het tweede deel van de nacht plaats voor rust.

Dag 6 Furfande - Ceilac

Na regen komt..

De dag begint stralend, en daar zijn we blij om want het is toch een stevige dag. Eerst afdalen tot in het dal om daarna opnieuw te klimmen naar de overkant en als alles goed gaat opnieuw afdalen tot Ceillac en dat gaat natuurlijk vlotter bij mooi weer. 
Halverwege de afdaling merken we al dat Ugo niet 100% is en na een goed uur wandelen begint hij inderdaad met overgeven. Niets onnatuurlijk maar toch wat meer in de gaten houden. Aangekomen bij de bewoonde wereld wacht ons al direct een tweede uitdaging - de territoriale driften van enkele honden ter plaatse en deze keer zijn we niet snel genoeg. Voor we het goed en wel beseffen staat Ugo oog in oog met de lokale hond (laten we hem Willy noemen). Zowel Willy als Ugo laten zeer duidelijk zien in hun lichaamstaal dat ze niet opgezet zijn met de andere en proberen dan ook daad bij woord te voegen door een robbertje te vechten.

Een luide stemverheffing en een goed gemikte duw van mijn wandelstok haalt beide honden uit elkaar en wij kiezen het hazenpad. Gelukkig verloopt de rest van de afdaling rustiger. Aangekomen aan de brug over de weg kunnen we onze klim inzetten. Lang moeten we niet klimmen eer we in Bramousse zijn en we een gite vinden waar we een drankje kunnen nuttigen, hoera!

In de vervolgklim wordt wel duidelijk dat Ugo iets te pakken heeft, hij moet nog verschillende keren overgeven. We beslissen om een langere pauze te nemen zodat hij ook de nodige rust krijgt en zijn rugzak gaat uit voor de rest van de dag.

Na de pauze lijkt het iets beter met hem te gaan, en klimmen we verder tot de Col de Bramousse. Daar aangekomen merken we dat we nog enkele uren daglicht hebben en iedereen in het gezelschap ziet er (weer) fris en monter uit. We beslissen dus om af te dalen tot Ceillac, daar is een camping municipal en kunnen we de lokale cuisine eens testen. Dat wil zeggen dat dit onze laatste volle dag was en we morgen alleen nog de Col des Estronques over moeten.

Dag 7 Ceillac - Saint-Véran

De hond trakteert ons bij het opstaan op een mooi zicht (zie foto), het is wel zo dat de afstand tussen hond en baas letterlijk klein wordt in een tentje. Mijn nest is jouw nest of iets in die aard.

De dag begint weeral mooi dus alles kunnen we droog wegsteken. Feest!
Bij een tussenstop bij de bakker worden we aangesproken door een hoogbejaarde lokale bewoner. ‘Dat het normaal de mooiste tijd van het jaar is om de wandeling te doen, maar ja het klimaat is niet in orde, jammer dat jullie zo’n slecht weer gehad hebben - vanaf nu zou het beter moeten zijn’. 😀
Net voor we de klim beginnen worden we ingehaald door een groep mountainbikers die we even later terug moeten inhalen omdat de helling net iets te steil is voor de meesten onder hen.

Onze klim verloopt zonder veel problemen en we zijn benieuwd hoe het zicht aan de andere kant zal zijn. Dag 1 lag alles in de mist dus nu hopen we stilletjes dat we kunnen genieten van het mooie landschap.

Ook de andere kant van de berg zien we mooi weer, we worden dus beloond! De laatste afdaling van deze wandeling kunnen we starten. 

Na een goed half uur afdalen beslissen we om een pauze in te lassen en de innerlijke mens wat te versterken. 


Het valt ons op dat de kleuren van de bomen al serieus aan het veranderen zijn. De herfst is echt gestart. Na een snelle afdaling is het nog 100 meter klimmen richting Saint-Veran, de laatste honderden meters van onze wandeling lopen we met asfalt onder voeten Aangekomen bij de auto heeft Ugo geen 2 woorden nodig. Nog voor hij goed en wel afgetuigd is springt hij op zijn kussen. Over and out.