Op het programma een sportieve driedaagse op een een klein uur verder rijden dan de Ardennen in een geheel andere setting van sprookjesachtige loofbossen en tot de verbeelding sprekende rotsformaties. Tochtplanner Willem boog zich over het Müllerthal trail, een verzameling van drie wandellussen, samen goed voor zo’n 112 km wandelplezier. Hieruit reeg Willem de beste stukjes aaneen tot een pittig parcours van zo’n kleine 60 km van Diekirch naar Echternach. Luttele dagen voordien nog de laatste praktische updates van onze gids in de mailbox: “vergeet zeker je koplamp niet, we gaan ze niet enkel ’s avonds nodig hebben!” Spannend!
Dag 1: Diekirch -> Grundhof
Afspraak om 10u30 aan een klein stationnetje. Goede vooruitzichten en kortebroekenweer. Het is een aangenaam treffen met bekende en nieuwe gezichten. Bij de begroeting grijpt Willem zich naar de keel en piept : “geen zoen, keelontsteking”. Afgezien van een lager stemvolume zullen we overigens van de interne strijd aan Willem verder niets merken. We werken nog snel een banaan naar binnen en gaan met z’n twaalven op pad. Wat noodzakelijk asfalt laten we al snel achter ons en het gaat meteen omhoog. Na wat hijgen en puffen worden de roodaanlopende gezichten getrakteerd op een mooi uitzicht.
Foto: Bram Deslypere.
Een processie van Echternach bleek deze tocht allerminst. In een lekker, homogeen tempo gaat het stevig & aanvankelijk stilzwijgend vooruit doorheen de inspirerende bossen. We ploffen ons na een 6-tal kilometer later al neer tegen, op en onder de beukenbomen voor een lunchstop. Naar goede traditie wordt hier al duchtig de eerste materiaalervaring uitgewisseld.
Wat kilometers verder duikt de burchtruïne van Beaufort op, daterend uit de vroege, verder niet gespecifieerde middeleeuwen. De eerste culturele anekdote is een feit: in de late Middeleeuwen huisde hier een snode roversbende, die de hoefijzers omgekeerd aan de hoeven van de paarden sloegen om achtervolgers de verkeerde kant op te sturen.
Foto: Kevin De Valck.
Dit team wandelt vlotjes de namiddag bij mekaar door de vallei van Halerbach onder de eerste stevige indrukken van dit geologisch unicum.
De “camping” te Grundhof blijkt een friterie te huizen en één van de Kevins bestelt meteen een pak goud dat vlotjes de tafel rondgaat. Voor de volle prijs van twee euro’s kunnen we hier bivakkeren op een strookje pelouse tussen de houten hutjes van het vast cliënteel. De tentenshow wordt opgezet met op de achtergrond een gratis, onophoudelijk en veelbelovend concert van een dam op de Ernz-rivier. Een uitdaging voor de gevoelige blazen onder ons.
Nooit eerder belandde ik op een camping waar het mannensanitair er beter bijlag dan de vrouwenblok, maar al die luxe hebben deze buitenliefhebbers niet nodig en we installeren ons gezellig in een kringetje van jongens en meisjes met droogvoer en branders aller aard.
Jeroen, die doet niet mee aan de lichtgewicht-hype en tovert een ganse groentenwinkel uit zijn rugzak: trostomaatjes, een volledige broccoli, wortelen, … de vitaminen gaan er gewoon rauw in.
Dankzij ons numeriek overgewicht weten we de eigenaars vanuit hun zetel te overtuigen om het gesloten café te heropenen voor dit dorstig klandizie. De intrigerende familieprenten aan de muur ontlokken de wildste fantasieën. Het lokale bier wordt gedegusteerd en een kamille-thee voor de Willem. ’s Il vous plait, bitte, please, tja, hoe moet ge de lokale bevolking hier aanspreken ? Het blijkt onnodig gepieker, de vriendelijke waardin schotelt alles in deftig Nederlands voor.
Voldoende vermoeid van een prachtige dag integreren we het omgevingsgeluid in mooie packraftdromen en genieten we van een heerlijke nachtrust.
Foto: Kevin De Valck.
Dag 2: Grundhof -> Consdorf
Wekker Willem is behoorlijk mild en we kunnen zowaar ‘uitslapen’. Na de standaard ochtendgroet “Goed geslapen?” en een efficiënte opkuis vliegen we in dag twee. Ook vandaag dienen de eerste hoogtemeters zich al snel aan en we stijgen tot het uitzichtpunt Kaasselt.
Foto: Rudi Holans.
Wat later bevinden ons weer temidden van de bossen en de grandeur van Klein-Zwitserland begint te dagen. Hier geen naaldbomen te vinden, maar een dak van 100% loofbos. Je loopt hier langsheen rotsmuren van zandsteen met gaatjes die vergane schelpen verraden en tussen diepe kloven met ronkende namen als Zigzagschlëff, Binzeltschlëff, Weerschrumschlëff. Eindelijk bewijst die koplamp zijn nut en het is hilariteit alom wanneer we daar tussen de kloven schuren met onze rugzakken. Het blijkt een klimparadijs en menig klimmer is op deze mooie zaterdag actief. Enkelen onder ons kunnen een kleine boulder show-off natuurlijk niet nalaten.
Foto: Lieven Willems.
Geoloog Willem kadert dit alles in een deskundig verhaal van overweldigende aardkrachten dat de mensheid tot het niets relativeert en door ondergetekende kort wordt samengevat in lekentaal : het komt erop neer dat vele ettelijke miljoenen jaren geleden een stuk van de Ardennen hier is aangespoeld en zich gelaagd heeft afgezet. Daarom geen Himalaya meer ten zuiden van de Vlaanders.
De wandelpaden zijn overigens heel toegankelijk en het stijgen en dalen gaat via stenen trappen. Dat betekent dat menig familie-uitje zich gelijktijdig afspeelt en er gedurende de tocht wat ‘bonjours’, ‘hello’s’ en ‘guten tags’ uitgewisseld worden met onbekende dagjestoeristen en onvervaarde mountainbikers. Het blijkt een samentroepen aan de postkaartplaats van de Schiëssentümpel-waterval, maar daar loopt de HA-bende snel voorbij. Hier geen groepsfoto dus.
Even later haalt Willem zich wat commotie op de hals wanneer hij ietwat weifelend, doch met doel & timing in het achterhoofd, de groep voorbij een limonadekraam loodst, strategisch opgesteld op een kruispunt van drie wandelroutes. De lokale economie stimuleren zit er nog niet in, maar het beloofde terras stuwt de groep verder vooruit.
Foto: Bram Deslypere.
Dat terras vinden we wat later op de middag op een boogscheut van de camping in een keet die verder bijdraagt aan de taalverwarring. Luxemburg begint steeds meer te lijken op een Portugese enclave. Zin voor humor hebben ze in deze regio alleszins wel, concluderen we wanneer we even later voorbij een begraafplaats lopen waar het aan de entree luidt: “Aujourd’hui nous, demain vous”.
We stellen het tentenkamp op camping Pinède op, opnieuw spotgoedkoop, maar ditmaal een groot, goed uitgerust complex. Waaghals Manuela plaatst haar tent aan de rand van de autostrook wat één campingbewoner fronsend aanschouwt. Terwijl we met z’n allen wat borrelhapjes uitwisselen en het volgende zakje droogvoer openscheuren (op Jeroen na), blijkt Willem even van het toneel verdwenen. Even later duikt die terug op met onder de arm een pak meeneemfriet en een sappige hamburger waar hij met zichtbaar genot de tanden inzet.
Foto: Kim Alewaters.
We hadden ze al gespot bij het binnenlopen: onder de kerselaar pronkt een pingpongtafel. De petanqueballen zijn voor deze groep energiekelingen te soft, dus er wordt al snel een heus pingpongtornooi opgezet. In twee poules van zes worden duchtige duellen uitgevochten onder het strenge, doch rechtvaardige oog van scheids Rudi, a.k.a. ‘de Willy’. Elk team levert een finalist af. Willem houdt de scores netjes bij in een ingenieuze matrix. Rudi blijkt overigens een tennistafelkampioen te zijn en laat de rest van zijn team kansloos. Sprekende klok Lieven houdt ons elke vijf minuten op de hoogte van de openingsuren van de bar: “Nog vijf minuten en de bar sluit hé gasten”. Nog snel een pintje bestellen. We spelen tot de donker ons naar de tenten duwt, en programmeren de finale bij het ochtendkrieken.
De Jägermeister duikt op uit de rugzak van één van de Kevins en passeert verschillende keren de kring. Met wat horrorverhalen uit het Belgisch leger sluiten we deze geslaagde avond af. Blijkbaar worden ’s nachts wat “bomen gezaagd”, maar niemand die er erg in heeft.
Dag 3: Bech -> Echternach
Ontbijten doen we vandaag naast de pingpongtafel en de anticipatie naar de finale bouwt op. Die gaat tussen Lieven en Rudi. De laatste maakt de verwachtingen waar en speelt zijn tegenstander hypergeconcentreerd en zonder verpinken onder tafel.
De tocht vandaag doet niet onder voor de voorbije dagen en we wandelen opnieuw schoon wat kilometers bijeen door idyllische valleien en langs bijzondere rotspartijen. We houden onder meer halt bij de grot van Hollhay, waar circelvormige patronen in het dak van de gewelven herinneren aan de tijd dat hier nog molenstenen werden gekapt.
Het gaat goed vooruit, dat maakt dat we ons onderweg al eens kunnen neervleien in de velden. Het blijkt zo wat de moment om het gevaar “teek” onder de aandacht te brengen en zoals het een goede gids betaamt illustreert Willem de draaiende verwijdering van een exemplaar dat zich op zijn benen vastgehecht heeft. Het scheelt niet veel of hier ontplooit zich een tafereel van menig ontbloot lichaamsdeel.
Foto: Bram Deslypere.
We eindigen deze pinkstertocht met een prachtig uitzicht bovenop Echternach en een laatste afdaling. Uiteraard belanden we opnieuw op een terras en ook hier blijken ze de vettige zonde wel te smaken. Op de kaart staan bitburgers, byteburgers, terabyteburgers tot zettabyteburgers. Dat wordt meenemen mannen, want we moeten de bus halen die ons terugvoert naar Diekirch.
Ik neem afscheid van Willem, Kevin (Waar is Kevin?), Pascaline, Manuela, Kevin (0-8!), Lieven, Rudi (‘de Willy’), Jeroen, Geert, Ann, Kim, Bram en keer huiswaarts met prachtige beelden op het netvlies gebrand, een hoop materiaaltips, ontspannen lachspieren, getrainde kuiten en een alias (Sara).
Foto: Bram Deslypere