Vierdaagse Simplonpas 2024
Voor dag en dauw vertrekken vijf beginners en een ervaren gids op een warme maandagochtend op avontuur. De barbecue van gisterenavond (worst werd een zekerheid deze reis) nog verterend, stappen we naar de trein die ons zal brengen van Brig (onze HQ) naar ons startpunt van de vierdaagse die wij voorgeschoteld krijgen. Op vier dagen zullen wij 65 kilometer en 3.000 hoogtemeters bedwingen met een gemiddelde van 103 stappen per minuut (voor de schrijver van dit verslag, nvdr).

Na de eerste en ineens ook laatste asfaltstrook nemen we nog snel een groepsfoto in het bevallige Visperterminen. De eerste beklimming test direct de conditie, alsook het gewicht van de zorgvuldig ingepakte rugzak. Na het afdrogen van de zweetsnor, zweetrug en zweetpoep klimmen we verder aangezien er gemakkelijk 1.000 hoogtemeters op het menu staan. De zon vergezelt ons al vrij snel en zal naarmate onze rugzak lichter wordt, zwaarder doorwegen. De verplichte 200ml zonnecrème factor 50 wordt dus veelvuldig en gretig bovengehaald om alle plekken die doorheen het jaar te weinig zon zien, in te smeren. De hellingen die we bestijgen richting onze eindbestemming staan hierdoor ook vol weelderige bloemen in alle kleuren en geuren. De hele week zullen wij een variëteit van bloemen en planten ervaren die een stadsbewoner als ikzelf op een jaar niet tegenkomt. De vuistregel is hierbij: zet ‘Alpen-‘ voor de naam van de bloem of plant; de Alpenroos is hierbij ineens het beste voorbeeld. Na een dag vol stijgen, zweten en alpenbloemen komen we aan bij onze eindbestemming van dag 1: Gibidumsee. Een idyllisch meertje op 2.200 meter hoogte verwelkomt onze inmiddels sterker geworden quadriceps. Zoals een behoorlijk mens betaamt worden eerst de praktische zaken geregeld (locatie kiezen, tent opzetten, grote steen zoeken) alvorens een heerlijke collectieve plons te nemen. Na een lesje kaarttechnieken worden de gasvuren aangestoken, de zakken van 4+1 gratis (AS Adventure, nvdr - bedankt Sofie) worden bovengehaald en sommigen nemen zelfs desserts in de aanslag. Na een golden hour avondwandeling naar de top van de berg wordt er nog wat nagepraat bij een prachtige zonsondergang en kruipt iedereen lekker knus bij zijn/haar tentgeno(o)t.
Dag 2 ontmoet ons in een mistig tapijt met onheilspellende bellen in de verte. Tijdens de verlossing van mijn ontbijt komen de bellen dichter en begroet een koe mij met enige verwondering. Missie van de dag: 15 kilometer rond de vallei, 625 hoogtemeters. Onze ervaren gids neemt de tijd om het ochtenddauw te laten wegtrekken en we spelen een spelletje ontploffende katjes (letterlijk vertaald, nvdr) in de halfvergane tipi vlakbij. Na de obligatoire pauze na 15 minuten om één en ander te corrigeren zoals kledij, trekken we verder naar onze eerste stop: de Blausee. Twee uur lang wandelen we langs een wat lijkt aangelegd irrigatiekanaal. Op de eerste echte helling van de dag is het ieder voor zich en knalt iedereen op zijn tempo naar boven. De eerste daar ziet een marmot wegvluchten in de verte bij alweer een idyllisch doch koudere versie van ons vorige meer. Tenten worden opengelegd te drogen en verankerd met stenen (beginners zei ik?). Een lunch wordt een plons, een plons wordt een powernap, een powernap wordt een volwaarde tansessie. Eenmaal deze hardwerkende mensen zijn bekomen, volgt een uitgebreide fotoshoot, met de wapperende vlag van Hikingadvisor als protagonist. Maar aangezien we halverwege zijn, stappen we door tot de eerste uitdaging van de dag: een redelijk schuine helling met sneeuw van pakweg 10 meter breed. Na de uitleg van de techniek stappen we hier één voor één onbevreesd over. Hierna zijn we gestaag aan de andere kant van de vallei en wandelen we verder met zicht op waar we vandaan kwamen. In de verte zien we zelfs onze overnachtingsplek, op hoe weinig tijd een mens zo ver komt.. Na de laatste beklimming komen we aan op een desolate grasvlakte met alweer een meertje (naamloos bij Nanzlucke). Met de wind die over de kam blaast, trekken we snel onze donsjas aan en zoeken we een goed plekje voor onze tenten. Iets verder is er een prachtig uitzichtpunt over de bergkam die we de volgende dagen zullen trotseren. Er is teamwerk nodig om de kaart niet te laten wegvliegen en de route van morgen aan te duiden, vele handen maken licht werk. Na alweer een maaltijd van haute cuisine genieten we van een stukje bevroren chocolade. Tot slot: sterren kijken en babbelen op het enige windstille plaatsje in de nabijheid.
Op dag 3 worden de standvastigheid van de knieën getest. We dalen immers in sneltempo terug tot net onder 2.000 meter hoogte. We passeren door de Simplon pas, de titel van het evenement op de Hiking Advisor kalender, en komen plots in ietwat beschaving terecht. Blij zijn we om een versie koffie of frisdrank te drinken en ons afval van 2 dagen te kunnen lozen. We pauzeren om de beklimming die komt uitgerust te incasseren. Een nieuwe 1.000 hoogtemeters richting de Mäderhorn staan ongeduldig te wachten op ons. Sneeuwvlaktes, waterpassages en dergelijke worden nu vaste koek (Antwerps, nvdr). Een brug die grotendeels onder water is, houdt ons niet meer tegen maar vereist de nodige voorzichtigheid. Plots in de verte een magistraal silhouet, een oude steenbok verwelkomt ons in zijn gebied en geniet van de aandacht. We lunchen in de schaduw van rotsblok en maken ons klaar voor de eindsprint richting de blokhut (de Monte Leone Hut) naast de Chaltwasserpass op de grens met Italië. Een prachtige sneeuwhelling wacht op ons, die we niet over moeten maar óp moeten. De nodige kledijwissels worden doorgevoerd, terwijl er een grote groep spelenderwijs afdaalt waar wij op moeten. Plots bestormen ze elkaar met sneeuwballen; het is onduidelijk wie de overhand heeft in deze veldslag. Salvo’s aan strakke harde ballen en hoge curveballen wisselen elkaar af. Een rotsblok staat midden in dit vuurgevecht. Een tactische grondaanval beslist het einde van deze oproer. Enkel lachende gezichten, iedereen is gewonnen. Wij bestijgen dit oorlogsgebied in enkele kolonnen, stap voor stap, stok voor stok. Eenmaal iedereen heelhuids is bovengekomen biedt de volgende uitdaging zich al aan. Een 300 meter lange wandeling door een dun sneeuwpad langs de Chaltwassergletsjer. Weinig Duitse taalles is nodig om dit te kunnen vertalen voor de gevolgen van een uitschuiver. We wijken voor enkele tegenliggers en bereiken heelhuids het einde van dit pad. Na nog een beklimming van 100 meter bereiken we de blokhut en worden verwelkomd met een tas thee en een prachtig uitzicht. Na we op onze positieven zijn gekomen, doen we nog een korte excursie naar de Mäderlicka op 2.887 meter hoogte met een prachtig uitzicht. De helft van de groep is echter nog niet verzadigd en wil de Punta di Terrarossa beklimmen om de propere grens van 3.000 meter te passeren. Halverwege de tocht langs nauwe padjes en steile wanden met potentiële nare consequenties hebben we reeds een prachtig zicht op de vallei en de bergen van de afgelopen dagen. Over onze hoofden cirkelen zweefvliegtuigen omhoog gestuwd door de weerkaatsende zon op de gletsjer. De techniciteit wordt moeilijker en ook de tijd dringt. We nemen het zekere voor het onzekere en keren terug, doch trots op de gedane beklimming, en worden beloond met een heerlijke Zwitserse maaltijd door de twee gastvrouwen van de blokhut. Na alweer een stevige klimdag ontspannen we in de zéér warme blokhut met nog wat meer ontploffende katjes en een les touwtechnieken, die ook voor andere doeleinden dan wandelen gebruikt kunnen worden.. We kruipen gezellig met zijn zessen naast elkaar in de beddenbakken en gaan moe maar voldaan slapen.
De steunverbanden worden bovengehaald door toch een serieuze verhouding van deze groep vol zelfbewuste dertigplussers. We gaan immers 1.500 hoogtemeters dalen, wat voor enige belasting zal zorgen. We passeren de Mäderlicka en genieten nog een laatste keer van dit prachtig uitzicht. Het eerste uur zal dit in de schaduw zijn van de berg, maar al snel komt de volle zon in onze nek. Enige techniciteit is vereist op dit dunne pad vol schuivende stenen. Met het gewicht van voor in de schoenen en mooi gebogen benen zoals in het skiën dalen we gestaag, samen met een viertal gemzen die we in de verte kunnen zien als enkele bruine stippen. We komen eerst langs een groene, golvende vlakte die zich perfect zou kunnen dienen als een golfterrein voor gevorderden en volgen dan de hoogtelijn langs enkele sneeuwvelden en rivieren. We pauzeren bij een blokhut (de Bortelhütte) voor een koele frisdrank en onze lunch en komen enkele versgemaakte vrienden van afgelopen nacht tegen. De laatste afdaling staat in teken van Walter, de lokale man die na een pint te veel zijn einde is tegengekomen op dit kronkelpad. Voorzichtig dalen we af tot het einde van deze vierdaagse. Een bus pikt ons op en brengt ons tot onze campingplaats in Brig waar zowaar een hittegolf aan de gang is. Opfrissen, tenten klaarzetten en richting de winkel om een heus feestmaal voor te bereiden. Herboren door de douche en verse maaltijd kruipen we onze tent in aangezien er nog een pittige tweedaagse op ons wacht.
Tweedaagse Aletschgletsjer
De wekker gaat op een ongoddelijk uur, heel de camping slaapt nog, maar deze zes beren bereiden zich voor op avontuur. In stilte ontbijten we en ruimen op volgens het motto ‘leave no trace behind’. Een korte autorit brengt ons naar de skilift in Fiesch die ons brengt tot 2.200 meter hoogte van de Eggishorn.

Aan de andere kant van de berg ligt ons voornaamste doel: de Aletschgletsjer, de grootste gletsjer van Zwitserland én van de hele Alpen. Na de juiste kledij te hebben aangedaan vertrekken we richting het westen. Al snel komen we op een mountainbikepad, waar van tijd tot tijd een sportieve Zwitser aan een serieus tempo passeert. Na dik anderhalf uur krijgen we ons eerste zicht op de magnifieke gletsjer. Deze natuurlijke snelweg baant zich een weg door de bergen. Witte en zwarte strepen wisselen zich af als rijlanen van de goden. Het is moeilijk te stoppen met staren naar deze 11 kilometer lange sneeuwmassa. De obligatoire groepsfoto komt tot stand met behulp van twee wandelstokken zoals geoefend op het voorbereidingsweekend. De komende vijf uur zullen we wandelen langs dit adembenemend zicht. Het pad gebiedt zich tot een enkele kolonne waardoor het plots een ware stiltewandeling wordt. Twee verloren geiten verrassen ons nog bij het omgaan van een hoek. Ten gepaste tijde zoeken we het beste plekje voor de lunch en worden de voorlaatste ‘snacks om te delen’ (zoals opgesomd op de paklijst) bovengehaald. In stilte genieten we van de zon, snacks en het uitzicht. Het pad kronkelt verder langs de gletsjer en geeft ons nog enkele hoogtemeters die we ondertussen amper voelen. We pauzeren in de namiddag bij de blokhut waar we wat verder ook onze tent uiteindelijk zullen opzetten. Eerst nog een korte wandeling richting een uitzichtpunt over Aletsch dat de moeite zou zijn. Een kwartiertje wandelen dat als vliegen aanvoelt zonder de 13 kilogram zware rugzak. Na het zoveelste genietmoment zien we 150 meter lager miniatuurmensjes vlak naast de gletsjer. Er heerste unanimiteit: we gaan daar ook naartoe om de gletsjer van dichtbij te inspecteren. Na een afdalende zoektocht naar roodwitte tekentjes komen we veilig tot deze gigantische ijsblok, die er in eerste instantie zwart uitziet. Dit zou zijn van het vallend gruis van de berg. Gelukkig kunnen we zo dicht komen dat we ook de onderkant kunnen zien, die dan weer helderlichtblauw is van een soort die je niet vaak ziet. Van zo dichtbij lijken het wel bergen van ijs. Wat verder gaan een viertal locals wel 100 meter op de ijsmassa zonder touwen of dergelijke , wij zijn wel slimmer dan dat en blijven mooi aan de zijkant, al durven we wel enkele meters eronder te inspecteren. Op de weg terug naar boven vieren we onze euforie met een collectieve zwempartij in een heerlijk warm meertje (Marjelen). Terug bovengekomen bereiden we ons voor op ons laatste avondmaal in de bergen en worden we nog vervoegd door een verloren gelopen en gekwetst lammetje waar één van onze groep een spirituele connectie mee heeft. De bleinen worden verzorgd, sommige al wat groter dan de andere. Voor één iemand kan moeilijk van bleinen worden gesproken aangezien de huid van twee hielen verdwenen zijn, wellicht vergroeid met de bottine. Onze laatste avond in de bergen gaat gepaard met een sterrenhemel om u tegen te zeggen, die twee van ons genieten onder hun tarp.
De dag van de bruggen dient zich aan. Op deze laatste dag zullen we 1.500 meter dalen over een kleine 14 kilometer, waarvan het gros in de eerste twee kilometer zit. Al snel dienen wij een riviertje te overbruggen met een overspannen touw. Na vijf dagen rondtrekken in de Zwitserse Alpen is dit een koud kunstje. Daarna een wiebelbruggetje van drie planken breed, een trap zonder leuningen de diepte in en dan lonkt in de verte de droombrug van elke avonturier: een hangbrug van 100 meter lang dient zicht aan, Indiana Jones waardig hangt hij met een lichte curve tussen twee massieve bergen in. Mijn collega stappers zijn niet geamuseerd als ik deze wiebelbrug ietwat aan het wiebelen breng. Ondertussen dobberen boven ons paragliders in de lucht. De laatste lunch houden we vanaf een bankje met uitzicht op onze eindbestemming. De laatste zak granola steek ik met moeite weg en ik word plots getrakteerd door mijn reisgenoten op hun resterend lekkers. We komen terug in de beschaving aan met enkele pittoreske gebouwtjes van hout. Opeen padje tussen gebouwen komen we een mini wc’tje tegen op formaat van een eekhoorn. Bij het opendoen spat het uit elkaar. Het is niet de geocache die we zochten maar een komische grap van de kunstenaar op leeftijd die ons begroet vanaf zijn slagline. De laatste rechte lijn is door het bos en stappen we op kruissnelheid naar beneden (Belwald) om ons nog wat tijd te gunnen in de historische handelsstad Brig, die niet voor niets komt van het woord ‘Briva’ of ‘brug’. We frissen ons nogmaals op voor deze keer het laatste avondmaal in het oude centrum van Brig. Na een verfrissend ijsje – de hittegolf is immers nog niet gaan liggen – kuieren we nog wat rond en bekijken de prachtige gebouwen. We dineren bij een Italiaan met een goed glas wijn en praten na over deze vervolg tweedaagse die toch weer onze ogen heeft geopend. Tot slot botsen we niet geheel toevallig op een openbaar concert in één van de historische gebouwen waar muziek op niveau ons verder laat mijmeren over deze leerrijke zesdaagse. Vijf gevorderde wandelaars en een ervaren gids keren uiteindelijk terug naar onze laatste overnachtingsplaats waar we voor een laatste keer nog eens dicht bij elkaar kruipen alvorens terug naar het thuisland te keren.