Schitterende huttenronde tussen de gletschers en pieken van het Matterhorn / Monte Rosa gebied. Deels in Zwitserland, deels in Italië. Fysiek een stuk zwaarder dan de Tour du Mont Blanc, maar technisch haalbaar voor iedereen met bergwandelervaring.

Facts

  • Regio : Zwitserland (Wallis) en Italië (Val d'Aosta en Piemonte)
  • Type : tocht in lus, kan op heel veel plaatsen gestart worden.
  • Lengte : 173 km op 11 dagen
  • Hoogtemeters : 10000 hoogtemeters
  • Technisch : bijna volledig op klassieke bergpaden. Kort stuk op gletsjer.
  • Engagement : als de tocht halverwege moet afgebroken worden (door slecht weer bv.) is het een zeer complexe omweg via Simplonpas of Grote Sint-Bernardpas om terug bij het startpunt te raken.
  • Periode : half juni - half september. Met andere woorden de periode dat berghutten en kabelbanen ook open zijn.

Overzichtskaart

tour-de-monte-rose-map.gif

Moeilijkheidsgraad en techniciteit

  • Fysiek : 10000 hoogtemeters / 173 km op 11 dagen. Hierop kan een beetje geschrikkeld worden door hier en daar een kabelbaan te nemen.
  • Technisch : bijna volledig op klassieke bergpaden. Er is een korte passage over een gemakkelijke gletscher met col boven 3000 m die met enkele voorzorgen geen probleem zou mogen stellen. Deze hoge pas (Theodulpas en -hut 3317m) ligt in een intensief skigebied en is daardoor - in vergelijking met andere vergletscherde cols - goed doenbaar bij goede omstandigheden en goede voorbereiding.
  • Engagement : als de tocht halverwege moet afgebroken worden (door slecht weer bv.) is het een zeer complexe omweg via Simplonpas of Grote Sint-Bernardpas om terug bij het startpunt te raken.

Etappes en varianten

Bij een start in Macugnaga is de enige zorg die je hebt : kabelbaan of te voet de 1500 m+ overwinnen. Welke keuze je ook maakt : neem uitgebreid de tijd om de impressionante oostwand van de Monte Rosa (die dik 3000 m uittorent boven Macugnaga) op je te laten inwerken.
Je kan de drukte op de Monte Moro pas vermijden door een pas 5 km verderop te nemen, de Mondellipas met zijn monument voor de 17 verongelukte smokkelaars, maar dat is alleen voor de die-hards. Het zijn dan 2000 m+ en er is geen berghut. (Er zijn vage sporen die -/+ horizontaal van de Mondellipas naar de Monte Moro pas aan de Zwitserse kant, T4).

De volgende 4 etappes in Zwitersland blijven in de flank van de vallei. Het gaat wat op en neer door bossen en alpenweiden en enkele meer exposed passages, met overnachtingen in Saas Fee, Grächen, Europahut en Zermatt.
Tussen Mont Moro pas en Saas Fee is er bij mooi weer en voor mensen met goede skills (oriëntatie, staptechniek, ...) een interessante variant : de Mattmark Glacier Trail. Deze klimt van Mattmark tot 2800m met een gewoon bergpad en traverseert dan door 2 gletschers (eenvoudig, gemarkeerd), de bijhorende puinbak en enkele bergbeken naar de Brittaniahut. Vandaar via sneeuw en puinpaden naar Felsskin of Platjen en de kabelbaan naar de vallei.
Het stuk tussen Grächen en Zermatt volgt de Europaweg en heeft frequent last van schade door steenslag en van herstelwerken aan de hangbrug. Check vooraf of dit hoogtepad (toch vrij pittig) beschikbaar is of dat je beter de omleiding via de vallei neemt.

De meeste TMR-wandelaars nemen in Zermatt de kabelbaan om snel de zone met skipistes en massatoerisme te passeren. Dat is jammer : tip : neem een variant westwaarts van de skipistes, langs bergmeertjes aan de voet van de Matterhorn, optioneel nog een omwegje naar de Hornli hut, en overnacht in de Gandegghut in plaats van de Theodulhut (die laatste is zowat de ongezelligste hut van de Tour). Voorzie zeker (lichte) crampons voor de oversteek van de Theodulgletscher : 's morgens is alles keihard bevroren. Voorzie ook een GPS en weet hoe er mee om te gaan om bij mist of white-out de juiste route te volgen : wie te veel afwijkt van de route riskeert om in een spletenzone terecht te komen. Voorzie warme en winddichte kledij. Wie liever geen risico's neemt : contacteer een berggids (surf op "Theodul Glacier crossing" of contacteer de Theodulhut).

Deze col zet de toon voor de komende etappes in Italië. Elke dag is het een klim naar een hoge col gevolgd door een afdaling in de vallei met overnachting in de vallei. De cols geven een steeds ander zicht op de enorme wanden van de Lysskam en Monte Rosa die tot de hoogste van de Alpen behoren. In de dorpjes vind je heel veel aanwijzigingen van de Walser die qua cultuur, familiebanden en bergboertechnieken veel meer aansluiting hadden met de Zwitsers aan de overkant van de bergkam dan met hun Italiaanse of Savoyard buren lager in de vallei.

De Theodulpas sluit heel snel aan bij de dubbele col van de Colle del Cime Bianche en daalt af naar St-Jacques in Valtournenche (overnachting in de vallei - Frachey-hut).
Colle del Rothorn (de hut op de col is gesloten) en afdaling naar Gressoney (overnachting in de Gabiet-hut die je met een laatste klim bereikt of met de kabelbaan). Sommige mensen doen de Colle Pinter, een stuk naar het zuiden. Geen kabelbanen en je passeert in St-Jean met supermarkt, hotelletje enz. In de praktijk is dat relaxer, maar 1 dag langer.
Col d'Olen en afdaling naar Alagna. Dit is een etappe die je zou kunnen overslaan, met de kabelbanen over de Passo dei Salati (die een paar 100 m af ligt van de Col d'Olen). Wie eigenlijk niet in Alagna moet zijn (met zijn supermarkt en zo) kan beter een afsteker maken over de Bochetta del Pisse. Schitterend uitzicht op de Zuidkant van de Monte Rosa en een directe afdaling naar de berghutten op het einde van de vallei van Alagna (Rifugio Calerini Bors / Rifugio Pastore).
Als laatste pas de Colle del Turlo, met zijn merkwaardig kasseipad dat door het Italiaans leger is aangelegd, en afsluiter in Macugnaga. Kleine bivakhut bij de Col.

Voorkeursrichting : de meeste mensen doen de TMR tegen de klok in maar daar is geen goede reden voor ; de TMR werkt even goed in de andere richting. Bij "tegen de klok in" zijn er net iets meer mogelijkheden om in te korten met kabelbanen.

Keuze van het startpunt

De route kan op veel plaatsen starten : Grächen, Saas Fee, Zermatt, Alagna, St-Jacques, Macugnaga, ... zijn allemaal mogelijk.

Dus waar rekening mee houden ?

Acclimatisatie. Bij een start in Grächen, Zermatt of Macugnaga is de eerste overnachting onmiddelijk zeer hoog, dicht bij 3000 m of hoger. Voor wie nog niet is aangepast is aan de hoogte is dat een recept voor een slapeloze nacht en ellende op de tweede stapdag. Wil je toch in deze plekken starten, bouw dan enkele dagen hoogtegewenning in : hoog stappen, laag slapen. Tip : de ideale plek om dat te doen is het Saastal. Wie daar overnacht (in hostel, hotel of camping) kan de dag erna gratis de kabelbanen gebruiken. Met een start in St-Jacques of Saas Fee kan deze aanpassing aan de hoogte ook "vanzelf" in de tocht ingebouwd worden.

Bereikbaarheid. Wie met de trein komt start best in Grächen of Macugnaga. Met de auto zijn Grächen en Macugnaga ongeveer even vlot bereikbaar. De andere startpunten vergen een beduidend langere autorit.

Marge inbouwen om een verloren dag in te halen (door slecht weer, door problemen met het lijf, ...). Kan je op het einde van de tocht geen dagen speelruimte inbouwen, dan is het best om te starten in Grächen of Macugnaga. Je kan dan immers de verloren dag inhalen door een etappe te schrikkelen (Bus in Saastal of kabelbanen in etappe Greysonney - Alagna).

Bij een start in het weekend : Opgelet voor overvolle parkings en overrompeling van de Italiaanse valleitjes door stadsmensen (zie "speciale weerfenomen" in Piemonte).

Openbaar vervoer en bereikbaarheid

Wie met de trein komt, start best in Grächen of Saas Fee :

  • Internationale of intercity trein naar Brig of Visp
  • Lokale trein naar St-Niklaus en aansluitende bus naar Grächen. Op meeste dagen 1/uur.
  • Ofwel bus naar Saas Fee. Op meeste dagen 1/uur.
     

Ook Macugnaga is relatief vlot bereikbaar :

  • internationale trein tot Domodossola, aan de Italiaanse kant van de Simplonpas
  • Enkele keer per dag bus van Domodossola naar Macugnaga

Voor de andere startpunten is de reistijd met OV een heel stuk langer (met de auto trouwens ook).

Tickets (ook lokale tickets in Zwitserland) ruim op voorhand boeken om een redelijke prijs te bekomen.

Topokaarten en gidsen

Topo's :

Kaart : een klassiek discussiepunt

  • Alles in 1:25000 kaarten meenemen is een serieus gewicht in de rugzak.
  • Een 1:50000 kaart als overzicht in combinatie met de 1:25000 op de telefoon is wellicht de beste oplossing.
  • In dat geval volstaan 2 kaarten van de groene reeks van Zwitserland nl. de 5006 composietkaart "Michabel" en de gewone kaart 294 "Gressoney". Deze laatste kaart is zeker zo goed als de Italiaanse kaarten van IGC.
  • Er is ook een (kwalitatief iets minder goede) kaart van Kompass op 1:50000 waar de hele TMR op 1 kaart past.

Bewegwijzering

  • In Zwitserland (tussen Saas Fee en Zermatt) : de gewone rood/witte markering voor bergpaden en op de kruispunten de groene pijlen en markeringen van route 27.
  • In Italië deels met een gele ruit met de letters TMR.

Bivakkeren en overnachting

Bivakkeren of berghutten : wordt zo goed als altijd via berghutten en/of hotelletjes in de dorpen gedaan. Bivakverbod op grote delen van de TMR.

Bevoorradingsmogelijkheden onderweg

In Zermatt, Alagna, Macugnaga, Saas Fee : goed aanbod aan supermarkten en outdoor-winkels. Ook in enkele tussenliggende dorpjes en in de berghutten beperkte bevoorradingsmogelijkheid.

Tochtverslagen