Voedsel kan voor een aardig aantal kilo’s in de rugzak zorgen. Het komt er op aan je goed te informeren wat de mogelijkheden voor herbevoorrading zijn. Wandelgidsen geven vaak aan waar je je kan bevoorraden maar soms is deze informatie verouderd. Je gaat dus best na via websites (van dorpen, natuurparken) en toeristische diensten welke mogelijkheden er zijn.

Opties voor bevoorrading

  • Je eet onderweg waar mogelijk in een berghut of een andere gelegenheid.
  • Soms kan je in berghutten wat voeding kopen maar het aanbod is beperkt en de prijzen hoog.
  • Beter kijk je uit naar bergdorpen waar er soms een winkeltje is. Het aanbod is wel vaak beperkt, de meest gevraagde producten vind je er maar bijvoorbeeld vriesdroogvoeding of je voorkeur voor bepaalde ontbijtgraten niet. Ga altijd na wat de openingsuren zijn om niet onverwacht voor een gesloten deur te staan, bellen is de beste manier om dat te weten te komen. In de zuiderse landen wordt er na de middag een lange siësta houden en gaan de winkel pas ’s avonds opnieuw open.
  • Je kan er ook voor opteren om van je wandelroute af te wijken en naar een groter dorp (met dito winkel) te stappen of de bus te nemen. Dit neemt soms wel wat tijd in beslag dus je zal de afweging moeten maken of het de moeite waard is.
  • Je kan eventueel werken met één of meerdere postpakketten die je stuurt naar een logement of naar een lokaal postkantoor (als ‘poste restante’). Binnen het land zelf versturen is vaak een stuk goedkoper dan internationaal.

Zijn de bevoorradingsmogelijkheden te beperkt en zie je het niet zitten om al dat eten mee te nemen, kijk dan eventueel uit voor een andere route. Bij het verkennen van een gebied zou je ook een verborgen voedseldepot aan kunnen leggen. Zorg er dan wel voor dat je depot niet wordt aangewreten door kleine knaagdieren en sluit het waterdicht af.

Water aanvullen

Water vul je zoveel mogelijk ter plaatse aan. Op de meeste wandelroutes is het geen probleem om minstens één keer per dag water aan te vullen. Wie in een berghut overnacht of langskomt, kan uiteraard daar drinkbaar water krijgen. Enkel in hutten die heel hoog gelegen zijn vb. in rotsachtig terrein, moet je water kopen. Op een ‘gewone’ wandelroute kom je dit heel zelden tegen of er zou al echte waterschaarste moeten zijn.

Wie kampeert, kiest ook best een bivakplaats waar makkelijk water te vinden is vb. een riviertje of meer, die staan op de kaart aangeduid. Sommige kleine bergriviertjes kunnen in de praktijk opgedroogd blijken, zeker in augustus en september en vooral in kalkrijke gebieden waar water heel snel in de bodem verdwijnt. Het is moeilijk op voorhand te weten of dit het geval zal zijn, soms kan je dat afleiden uit reisverslagen en wandelgidsen. Ofwel stap je dan door naar een volgende locatie, ofwel zorg je dat je genoeg water meeneemt (extra plastiek flessen zijn dan handig).

Als je oppervlaktewater neemt (uit riviertjes of bergmeren) is zuiveren zeker aangeraden. Al zit je hoog in de bergen, vervuiling van dieren is altijd mogelijk. Stromend water is beter dan stilstaand water. Water enkele minuten doorkoken is voldoende. Voor koud drinkwater kan je zuiveringstabletten gebruiken vb. Micropur (Forte). Ook een waterfilter is mogelijk maar de effectiviteit en het gewicht varieert. Informeer je goed als je een filter koopt.