Om en rond Parijs valt er heel wat te ontdekken. Zo lopen er diverse routes doorheen de Franse hoofdstad en is de wijde omgeving opvallend landelijk.

Situering

Parijs samen met de voorsteden is één van de dichtst bevolkte en meest verstedelijkte gebieden van Europa, met afgerond 15 miljoen inwoners op 3000 km². Rond deze grootstad liggen een aantal groene gebieden, met telkens een ander karakter.

Wie absolute rust en wilderness zoekt komt hier uiteraard niet aan zijn trekken : bij mooi weer en in het weekend zijn dit geliefde bestemmingen voor deze stedelingen die er vlot terecht kunnen met het trein / RER / metronet van Parijs. Wie eens wat anders wil dan de Ardennen op 2 à 4 uur reizen kan hier zeker iets vinden.

De Vexin ligt relatief dichtbij. Dit ligt ten noordwesten van Parijs. Het is een soort plateau op de noordrand van de Seine. Het is in de eerste plaats een landbouwgebied. Tussen de grootschalige graanvelden liggen interessante stukken natuur en eeuwenoude kastelen of boerderijen. In 1995 is het PNR (Parc Natural Regional) du Vexin opgericht. Dit natuurpark van ca. 700 km² heeft als hoofddoel om natuur, toerisme en landbouw beter op elkaar af te stemmen.

Ook dichtbij liggen de bossen van Ermenonville en Chantilly. Het eerste is vooral naaldbos op zandige grond, het tweede vooral een loofbos (eik). Ze zijn elk een 65 km² groot. 

Ingeklemd tussen de twee voornaamste snelwegen die vanuit Parijs oostwaarts vertrekken, ligt het Bos van Crécy. Ca. 40 km², vooral loofbos.

De interessantste en meest uitgestrekte wandelgebieden liggen echter ten zuiden van Parijs. Het Forêt de Fontainebleau is ca. 250 km² groot. Het is meest gekend voor de zones met metershoge zandsteenblokken die soms los verspreid liggen in het naaldbos, en soms platen vormen bovenop de "bosses", heuveltjes die zo'n 50 m uitsteken boven vlaktes. Dit is één van de oudste als natuurbos beheerd bos van Frankrijk. Het is geliefd bij wandelaars en bij rotsklimmers die boulderen (korte erg technische routes zonder touw). 

Het bos zelf wordt omringd door andere relatief groene gebieden waarin dorpen en stadjes liggen met vrij gave historische kernen. Ten oosten en ten zuiden liggen de valleien van de Seine en de Loing. Ten westen ligt het Parc natural Regional van de Gâtinais. Ook hier is het doel om landbouw, natuur, toerisme en wonen zo goed mogelijk te combineren.

Trekking met de tent

Wie met de tent trekt, is aangewezen op campings.
In het bos van Fontainebleau zijn enkele zones waar bivakkeren toegelaten is. Voor het overige is in de hele regio wildbivakeren verboden.

 

Interessante tochten

Door Ile de France lopen een aantal lange afstandswandelpaden.

De meest relevante zijn

GR1 "Tour de Paris" : dit is een atypische GR : ze maakt een lus van ca. 550 km omheen Parijs (de andere GR's met maar één cijfer zijn allemaal doorgaande routes). Vertrek een aankomst bij de Eifeltoren. Zelden in één stuk gedaan, omdat zowat overal de route kan aangevat worden via openbaar vervoer. GR1 op GR-info's. Meer links hier en hier.

GR11 "Grand Tour de Paris" : een recentere variant van de GR1. Net ietsje langer (650 km), ietsje gevarieerder. Info's hier en hier

De GR2 volgt de Seine en doorkruist dus Île de France.

Wie een lus wil door Fontainebleau combineert best over 2 à 4 dagen stukken van de GR11, GR13 en GR2. Heel aantrekkelijk is om deze etapes te combineren met de technischer stukken over door de zandsteenblok-chaossen. Wereldbekend en veel te druk is de circuit de 25 bosses : een trainingsrondje van 15 km en 800 m+ waar Parijse bergwandelaars en trailrunners schaven aan hun conditie. Veel interessanter zijn de (blauwe) circuits Dénécourt. De beste manier om dit te plannen is de IGN-kaart waarop al deze varianten zijn aangeduid. Opgelet : deze varianten lopen door de zones met circuits voor rotsklimmers (die ook weer hun eigen markeringen hebben in alle denkbare kleuren - bienvenu au pays des 1001 balisages). 

ile de france 02.JPG

Markeringen van avontuurlijke circuits door de blokkenzones (blauw) en van de klassieke wandelroutes (GR rood/wit en lokale paden geel).

De Trans'Bleausarde is een voorbeeld van hoe deze "blauwe paden" met klassieke bosdreven aan elkaar geregen kunnen worden. Niet gemarkeerd op terrein. 52 km van station naar station, bivak op bivakzone "Hippodrome" en in klimmerscamping "La Musardière" in Milly.

Ben je bekend met deze regio? Wil je graag je kennis toevoegen aan deze pagina?
Geef ons een seintje op communicatie@hikingadvisor.be

Tochtverslagen